LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      BHAGAVAD GITA   

  DE WEG TOT HET EEUWIGE BRAHMAN   

Arjuna: Zeg me, Krishna, wat is Brahman?

Wat is het Atman en wat is de scheppende energie van Brahman?

Verklaar me de aard van deze relatieve wereld en het menselijk individu.

Wie is God die het handelen in dit lichaam leidt, en hoe verblijft Hij hier?

Hoe wordt jij geopenbaard in het uur van sterven aan de mensen wier bewustzijn met jou verenigd is?

Krishna: Brahman is dat wat onveranderlijk is en onafhankelijk van enige andere oorzaak dan Zichzelf.

Wanneer we Brahman zien zoals Hij gevestigd is in de individuele mens noemen we Hem het Atman.

De scheppende energie van Brahman is dat wat alle bestaansvormen tot stand brengt.

De aard van de relatieve wereld is veranderlijkheid.

De aard van het menselijk individu is zijn ik-bewustzijn.

Ik alleen ben God die het handelen hier in dit lichaam leidt.

Wanneer in het uur van sterven een mens zijn lichaam verlaat moet hij heengaan met zijn bewustzijn in Mij verzonken.

Dan zal hij met Mij verenigd worden.

Wees daar zeker van.

Alwat een mens zich het laatst herinnert wanneer hij het lichaam verlaat zal door hem in het hiernamaals verwezenlijkt worden.

Want dat zal het zijn waarmee zijn geest tijdens zijn leven het meest heeft beziggehouden.

Daarom moet je altijd aan Mij denken en je plicht doen.

Als je geest en hart voortdurend op Mij gevestigd zijn zul je tot Mij komen.

Twijfel hier nooit aan.

Maak er een gewoonte van meditatie te beoefenen en laat niet toe dat je geest wordt afgeleid.

Op deze manier zul je tenslotte tot de Heer komen die de lichtgever is, de Allerhoogste.

Hij is de alwetende God, heer der heersers,

eeuwig, veel subtieler nog dan de verfijndheid

in het diepst van de geest,

de instandhouder van het heelal,

stralend als de zon, lichtend vanuit zichzelf.

Wie zal bevatten welke gestalte Zijn vorm heeft?

Hij verblijft voorbij de begoocheling, de duisternis van Maya.

Laat de mens zich toeleggen op, de voortdurende beschouwing

van Hem, want dan zal hij sterk zijn

in zijn laatste uur,

wanneer hij afscheid neemt van zijn lichaam,

sterk in de kracht van deze yoga,

die hij getrouw heeft gevolgd.

De geest is krachtig, en het hart

zo vol dat het nauwelijks alle liefde kan bevatten.

Zo zal hij afscheid nemen; en met de levenskracht

volledig naar binnen getrokken,

die vasthoudend tussen de wenkbrauwen,

gaat hij voort op de weg naar zijn Heer,

die lichtgever, die de grootste is.

Nu zal Ik je in het kort vertellen van de aard van Hem die de onsterfelijke genoemd wordt door die zieners die de Veda's werkelijk begrijpen.

Toegewijden komen tot Hem wanneer de boeien van hun verlangens verbroken zijn.

Om dit doel te bereiken beoefenen zij de beheersing van de hartstochten.

Wanneer een mens zijn lichaam verlaat en heengaat, moet hij alle deuren en zintuigen afsluiten.

Laat hij de geest stevig gevestigd houden in het heiligdom van het hart en de levenskracht vestigen tussen de wenkbrauwen.

Laat hij dan zijn toevlucht nemen tot een gestadige concentratie, terwijl hij de heilige letter-greep OM reciteert en zich wijdt aan de beschouwing van Mij.

Zo'n mens bereikt het hoogste doel.

Wanneer een yogi zich onophoudelijk gedurend vele jaren heeft toegelegd op de beschouwing van Mij met een standvastige geest, ben Ik gemakkelijk te bereiken voor hem, omdat hij altijd in Mij verzonken is.

Grote zielen die Mij vinden hebben de hoogste volmaaktheid gevonden. Zij worden niet langer wedergeboren in deze staat van vergankelijkheid en pijn.

Alle werelden en zelfs het hemelse rijk van Brahma zijn onderworpen aan de wetten van de wedergeboorte.

Maar voor de mens die tot Mij komt is er geen terugkeer.

Er is ook een dag en een nacht in het heelal.

De wijzen weten dit en verklaren dat de dag van Brahma

duizend tijdperken duurt

en duizend tijdperken ook de nacht.

De dageraad komt en al die levens

die in de slaap geborgen lagen

verschijnen en tonen zich in een sterfelijke vorm;

de nacht valt en allen lossen op

in de slapende levenskiem.

Zo zijn ze zichtbaar, o prins,

en verschijnen ze onophoudelijk,

terwijl ze met de duisternis uiteenvallen

om met de dag terug te keren,

terug naar de nieuwe geboorte, de nieuwe dood:

allen hulpeloos. Zij doen wat ze moeten.

Maar achter het geopenbaarde ligt een ander Bestaan, dat eeuwig en onveranderlijk is.

Dit lost niet op wanneer de hele kosmos uiteenvalt.

Het wordt het ongeopenbaarde, het onvergankelijke genoemd.

Het bereiken hiervan wordt beschouwd als de grootste van alle prestaties.

Het is Mijn hoogste zijnsstaat.

Zij die Het bereiken worden niet wedergeboren.

Die hoogste zijnsstaat kan alleen verworven worden door toewijding aan Hem in wie alle schepselen hun bestaan vinden en van wie dit heelal doordrongen wordt.

Ik toon je twee paden.

Laat een yogi een van beide kiezen

wanneer hij dit lichaam verlaat:

het pad dat opnieuw leidt tot geboorte,

of het pad waarvan geen terugkeer is.

Er is een pad van licht,

van vuur en dag,

het pad van de veertien dagen van de heldere maan

en de reis van de zes maanden

van de zon naar het noorden:

de kenner van Brahman

die dit pad neemt

gaat naar Brahman;

hij keert niet terug.

Er is een pad van nachtelijke duister en rook,

het pad van de donkere veertien dagen van de maan

en de reis van zes maanden

van de zon naar het zuiden:

de yogi die dit pad neemt

zal het licht van de maan bereiken; (*)

dit pad voert tenslotte terug

tot de geboorte van de mens.

(*) Vuur, licht, rook, nacht, enz. vertegenwoordigen waarschijnlijk stadia van ervaring van de ziel na de dood. Zo kan licht staan voor kennis en rook voor onwetendheid.

Van deze twee paden, het heldere en het donkere, kan gezegd worden dat ze bestaan hebben in de wereld van verandering vanaf een tijd zonder begin.

Via het ene pad gaat een mens naar de plaats vanwaar geen terugkeer is, via het andere keert hij terug om als mens geboren te worden.

Geen yogi die deze twee paden kent wordt ooit misleid.

Daarom, Arjuna, moet je standvastig in yoga zijn, altijd.

De schriften verklaren dat men verdiensten kan verwerven door de Veda's te bestuderen, offerriten uit te voeren, versterving te beoefenen en aalmoezen te geven.

Maar de yogi die dit onderricht van Mij begrepen heeft zal meer verwerven dan ieder die deze dingen doet.

Hij zal tot die universele oergrond komen die de allerhoogste verblijfplaats van God is.