|
BHAGAVAD GITA
DE WEG TOT HET EEUWIGE BRAHMAN Arjuna:
Zeg me, Krishna, wat is Brahman? Wat is het Atman en wat is de
scheppende energie van Brahman? Verklaar me de aard van deze
relatieve wereld en het menselijk individu. Wie is God die het handelen in dit
lichaam leidt, en hoe verblijft Hij hier? Hoe wordt jij geopenbaard in het uur
van sterven aan de mensen wier bewustzijn met jou verenigd is?
Krishna:
Brahman is dat wat onveranderlijk is en onafhankelijk van enige andere oorzaak dan
Zichzelf. Wanneer we Brahman zien zoals Hij
gevestigd is in de individuele mens noemen we Hem het Atman. De scheppende energie van Brahman is
dat wat alle bestaansvormen tot stand brengt. De aard van de relatieve wereld is
veranderlijkheid. De aard van het menselijk individu is
zijn ik-bewustzijn. Ik alleen ben God die het handelen
hier in dit lichaam leidt. Wanneer in het uur van sterven een
mens zijn lichaam verlaat moet hij heengaan met zijn bewustzijn in Mij verzonken. Dan zal hij met Mij verenigd worden.
Wees daar zeker van. Alwat een mens zich het laatst
herinnert wanneer hij het lichaam verlaat zal door hem in het hiernamaals verwezenlijkt
worden. Want dat zal het zijn waarmee zijn
geest tijdens zijn leven het meest heeft beziggehouden. Daarom moet je altijd aan Mij denken
en je plicht doen.
Als je geest en hart voortdurend op
Mij gevestigd zijn zul je tot Mij komen. Twijfel hier nooit aan. Maak er een gewoonte van meditatie te
beoefenen en laat niet toe dat je geest wordt afgeleid. Op deze manier zul je tenslotte tot
de Heer komen die de lichtgever is, de Allerhoogste. Hij is de alwetende God, heer der
heersers, eeuwig, veel subtieler nog dan de
verfijndheid in het diepst van de geest, de instandhouder van het heelal, stralend als de zon, lichtend vanuit
zichzelf. Wie zal bevatten welke gestalte Zijn
vorm heeft? Hij verblijft voorbij de
begoocheling, de duisternis van Maya. Laat de mens zich toeleggen op, de
voortdurende beschouwing van Hem, want dan zal hij sterk zijn in zijn laatste uur, wanneer hij afscheid neemt van zijn
lichaam, sterk in de kracht van deze yoga, die hij getrouw heeft gevolgd. De geest is krachtig, en het hart zo vol dat het nauwelijks alle liefde
kan bevatten. Zo zal hij afscheid nemen; en met de
levenskracht volledig naar binnen getrokken, die vasthoudend tussen de
wenkbrauwen, gaat hij voort op de weg naar zijn
Heer, die lichtgever, die de grootste is.
Nu zal Ik je in het kort vertellen
van de aard van Hem die de onsterfelijke genoemd wordt door die zieners die de Veda's
werkelijk begrijpen. Toegewijden komen tot Hem wanneer de
boeien van hun verlangens verbroken zijn. Om dit doel te bereiken beoefenen zij
de beheersing van de hartstochten. Wanneer een mens zijn lichaam verlaat
en heengaat, moet hij alle deuren en zintuigen afsluiten. Laat hij de geest stevig gevestigd
houden in het heiligdom van het hart en de levenskracht vestigen tussen de wenkbrauwen. Laat hij dan zijn toevlucht nemen tot
een gestadige concentratie, terwijl hij de heilige letter-greep OM reciteert en zich wijdt
aan de beschouwing van Mij. Zo'n mens bereikt het hoogste doel. Wanneer een yogi zich onophoudelijk
gedurend vele jaren heeft toegelegd op de beschouwing van Mij met een standvastige geest,
ben Ik gemakkelijk te bereiken voor hem, omdat hij altijd in Mij verzonken is. Grote zielen die Mij vinden hebben de
hoogste volmaaktheid gevonden. Zij worden niet langer wedergeboren in deze staat van
vergankelijkheid en pijn. Alle werelden en zelfs het hemelse
rijk van Brahma zijn onderworpen aan de wetten van de wedergeboorte. Maar voor de mens die tot Mij komt is
er geen terugkeer. Er is ook een dag en een nacht in het
heelal. De wijzen weten dit en verklaren dat
de dag van Brahma duizend tijdperken duurt en duizend tijdperken ook de nacht. De dageraad komt en al die levens die in de slaap geborgen lagen verschijnen en tonen zich in een
sterfelijke vorm; de nacht valt en allen lossen op in de slapende levenskiem. Zo zijn ze zichtbaar, o prins, en verschijnen ze onophoudelijk, terwijl ze met de duisternis
uiteenvallen om met de dag terug te keren, terug naar de nieuwe geboorte, de
nieuwe dood: allen hulpeloos. Zij doen wat ze
moeten.
Maar achter het geopenbaarde ligt een
ander Bestaan, dat eeuwig en onveranderlijk is. Dit lost niet op wanneer de hele
kosmos uiteenvalt. Het wordt het ongeopenbaarde, het
onvergankelijke genoemd. Het bereiken hiervan wordt beschouwd
als de grootste van alle prestaties. Het is Mijn hoogste zijnsstaat. Zij die Het bereiken worden niet
wedergeboren. Die hoogste zijnsstaat kan alleen
verworven worden door toewijding aan Hem in wie alle schepselen hun bestaan vinden en van
wie dit heelal doordrongen wordt. Ik toon je twee paden. Laat een yogi een van beide kiezen wanneer hij dit lichaam verlaat: het pad dat opnieuw leidt tot
geboorte, of het pad waarvan geen terugkeer is. Er is een pad van licht, van vuur en dag, het pad van de veertien dagen van de
heldere maan en de reis van de zes maanden van de zon naar het noorden: de kenner van Brahman die dit pad neemt gaat naar Brahman; hij keert niet terug.
Er is een pad van nachtelijke duister
en rook, het pad van de donkere veertien dagen
van de maan en de reis van zes maanden van de zon naar het zuiden: de yogi die dit pad neemt zal het licht van de maan bereiken;
(*) dit pad voert tenslotte terug tot de geboorte van de mens. (*) Vuur, licht, rook, nacht, enz.
vertegenwoordigen waarschijnlijk stadia van ervaring van de ziel na de dood. Zo kan licht
staan voor kennis en rook voor onwetendheid. Van deze twee paden, het heldere en
het donkere, kan gezegd worden dat ze bestaan hebben in de wereld van verandering vanaf
een tijd zonder begin. Via het ene pad gaat een mens naar de
plaats vanwaar geen terugkeer is, via het andere keert hij terug om als mens geboren te
worden. Geen yogi die deze twee paden kent
wordt ooit misleid. Daarom, Arjuna, moet je standvastig
in yoga zijn, altijd. De schriften verklaren dat men
verdiensten kan verwerven door de Veda's te bestuderen, offerriten uit te voeren,
versterving te beoefenen en aalmoezen te geven. Maar de yogi die dit onderricht van
Mij begrepen heeft zal meer verwerven dan ieder die deze dingen doet. Hij zal tot die universele oergrond komen die de allerhoogste verblijfplaats van God is.
|