LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      BHAGAVAD GITA    

 DE YOGA VAN DE MYSTIEK 

Krishna:

Omdat je Mij aanvaardt

en geen twijfels hebt

zal Ik je nu

dat diepste geheim vertellen:

een kennen van God

dat meer nabij is dan kennis,

een open inzicht,

direct en onmiddellijk.

Begrijp dit

en wees vrij voor eeuwig

van geboorte en dood

met al hun kwaad.

Dit is de kennis

boven alle andere:

een zuiveraar

en koning der geheimen,

zichtbaar gemaakt alleen

voor het oog van de mysticus.

Groot is de verdienste ervan,

gemakkelijk de beoefening.

Zo wordt de mens gebracht

tot de eeuwige waarheid.

Zij die geen vertrouwen hebben

in deze kennis die Ik bied

zullen Mij niet kunnen vinden:

zij moeten terugkeren

naar het sterfelijke pad,

nog onderworpen

aan geboorte en dood.

Dit gehele universum wordt door Mij doordrongen, in die eeuwige vorm van Mij die niet waarneembaar is voor de zintuigen.

Hoewel Ik niet begrensd ben binnen enig schepsel bestaan alle schepselen in Mij.

Niet dat zij lichamelijk in Mij bestaan: dat is Mijn goddelijke mysterie.

Probeer de aard ervan te begrijpen.

Mijn Wezen houdt alle schepselen in stand en brengt ze tot leven, maar heeft geen fysiek contact met ze.

Want zoals de wijdse lucht, die langs de hele wereld trekt altijd binnen de ether blijft,

zo verblijven zij, Mijn rondzwervende schepselen altijd in Mij.

Hen verzamel Ik opnieuw,

wanneer de cyclus van de tijd rond is,

tot het zaad van hun wording;

hen zend Ik opnieuw uit

in het uur der schepping.

Hulpeloos zijn ze alle, want Maya is hun meester

en Ik, hun Heer, ben de Meester van deze Maya:

steeds weer opnieuw laat Ik deze menigten

uitgaan van mijn Wezen.

Hoe zullen deze daden Mij binden, die onverschillig ben

ten opzichte van de vruchten die zij dragen?

Want Mijn geest staat ervan gescheiden

en waakt over Maya, de maker.

Maya maakt alle dingen: wat beweegt, wat niet beweegt.

O zoon van Kunti, daarom draait de wereld,

een rad dat door geboorte

en vernietiging heen draait.

Dwazen gaan blind voorbij aan de plaats van Mijn verblijf

hier in mensengedaante,

en van Mijn majesteit weten zij geheel niets,

van Mij, die de Heer ben, hun ziel.

ijdel is hun hoop en vergeefs hun inspanning, hun kennis;

al hun begrip is niets dan verbijstering;

hun aard is vervallen tot de razernij

van de vijanden en monsters.

Groot van ziel zijn zij die goddelijk worden:

zij alleen kennen Mij, de oorsprong, de onsterfelijke;

zij brengen Mij het eerbetoon

van een standvastige geest.

Eeuwig roemen zij Mijn macht met hart en lippen,

streven zij naar de deugd die Mij wint,

en standvastig in al hun geloften

brengen zij Mij eer in aanbidding,

altijd één met Mij.

Anderen eren Mij door in alles Brahman te zien;

weer anderen zien Mij gescheiden;

nog weer anderen buigen voor de ontelbare goden

die slechts Mijn miljoen gezichten zijn.

De riten die de Veda's voorschrijven

en de rituelen worden door de schriften, dit alles ben

Ik, en het offer dat gebracht wordt aan de geesten van de voorvaderen,

genezende kruiden en voedsel,

de mantram, de gezuiverde boter;

Ik ben de offerande

en het vuur waarin deze geofferd wordt.

Ik ben de vader van de wereld

en de moeder en de voorvader van deze wereld;

Ik ben degene die aan ieder

de vrucht van zijn handelen toekent;

Ik maak alle dingen rein,

Ik ben OM, Ik ben absolute kennis;

Ik ben ook de Veda's;

de Sama, Rik en Yajus.

Ik ben het doel van het pad,

de getuige, de Heer, de onderhouder;

Ik ben de verblijfplaats, het begin

de vriend en de toevlucht;

Ik ben het uiteenvallen

en de verzamelplaats van het ontbonden leven;

Ik ben achter het zichtbare,

van alle schepselen het onveranderlijke zaad.

Ik ben de hitte van de zon,

en ook de hitte van het vuur,

eeuwig leven en de dood.

Ik zend de regen of weerhoud haar.

Arjuna, Ik ben de geopenbaarde kosmos,

en zijn verborgen kiem.

Ik kijk met gelijke blik

naar heel de schepping,

heb niemand lief,

draag niemand haat toe.

Niettemin

verblijven Mijn toegewijden

altijd in Mij;

zo ook word Ik zichtbaar

en gezien in hen.

Al is een mens besmeurd

met de zonden van een heel leven,

laat hij van Mij houden,

vastbesloten,

volkomen toegewijd,

dat is voldoende:

Ik zie geen zondaar,

die mens is heilig.

Heiligheid zal spoedig

zijn aard omvormen

tot eeuwige vrede.

O zoon van Kunti,

wees hier zeker van:

wie Mij liefheeft

zal niet vergaan.

Je bevindt je in deze voorbijgaande, vreugdeloze wereld.

Keer je ervan af en stel je vreugde in Mij.

Vervul je hart en geest van Mij, vereer Mij, maak van al je handelingen een offer aan Mij, buig voor Mij in zelfovergave.

Als je zo je hart op Mij instelt en Mij boven allen tot je ideaal maakt, zul je tot Mijn Wezen komen.