LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      BHAGAVAD GITA    

 HET VELD EN DE KENNER VAN HET VELD 

Arjuna:

En nu, Krishna, wil ik graag meer weten over Prakriti en Brahman, het veld en de kenner van het veld.

Wat is kennis?

Wat moet er gekend worden?

Krishna:

Dit lichaam wordt het veld genoemd, omdat een mens er de zaden van handeling in zaait en daar de vruchten van oogst.

Wijze mensen zeggen dat de kenner van het veld degene is die waarneemt wat in dit lichaam plaatsvindt.

Ken mij als de kenner van het veld in elk lichaam.

Ik beschouw het onderscheid tussen het veld en de kenner daarvan als de hoogste vorm van kennis.

Luister nu, Ik zal je in het kort vertellen wat de aard, de veranderingen en de oorsprongen van het veld inhoudt.

Ik zal je ook vertellen wie de kenner is en wat zijn vermogens zijn.

De wijzen hebben deze waarheden op verschillende wijzen tot uitdrukking gebracht in vele hymnen en in spreuken over de aard van het Brahman, vol subtiele redeneringen en met overtuigende argumenten.

In noem ze kort:

allereerst Prakriti,

de kosmos,

onzichtbaar van oorzaak

en zichtbaar van vorm;

het intellect en het ego;

aarde, water en ether,

lucht en vuur;

de tien organen van de mens,

waarmee hij kent en handelt,

en de geest van de mens;

de vijf objecten van de zintuigen

het wezen van het geluid,

van het gezicht,

van de geur,

van de tast en de smaak;

afkeer en verlangen,

pijn en plezier,

en tenslotte het bewustzijn

en de vastberadenheid:

deze maken,

alle vermengd in het lichaam,

het veld uit met zijn beperkingen en veranderingen.

Daarom zeg Ik je:

wees nederig,

doe niets en niemand geweld aan,

heb geen eigenwaan,

wees oprecht, volhardend,

dien je leraar

in waarachtige gehoorzaamheid,

houd geest

en lichaam rein;

wees kalm, standvastig,

meester van het ik;

sta los

van al het zintuiglijke,

wees vrij van het zelf,

je bewust van de zwakheid

van de sterfelijke aard,

geketend aan geboorte,

ouderdom, lijden en sterven;

wees van niets de slaaf,

noch begeer het bezit

van vrouw of kind,

van huis of have;

treed kalm

het pijnlijke en het aangename tegemoet;

vereen Mij alleen

met een standvastig hart;

wend heel je denken

naar de afzondering,

vermijd het lawaai van de menigte,

altijd vruchteloos in beroering;

streef onophoudelijk naar

de kennis van het Atman,

zoek deze kennis

en begrijp duidelijk

waarom:

dit alles wordt beschouwd

als de wortels van waarachtige wijsheid;

niets dan onwetendheid

is alles wat dit ontkent.

Nu zal Ik dat beschrijven wat gekend moet worden opdat de kenner onsterfelijkheid verwerft.

Dat Brahman is zonder begin, transcendent, eeuwig.

Hij is evenzeer voorbij wat is als voorbij wat niet is.

Overal zijn Zijn handen, ogen, voeten.

Zijn hoofden en gezichten; deze hele wereld is Zijn oor.

In Zijn bestaan omvat Hij alle dingen.

Hij verricht de taak van elk zintuig, maar zelf zonder zintuigen.

Terwijl Hij er los van staat houdt Hij alles in stand;

Hij is vrij van de guna's, maar voelt ze.

Hij is binnen en buiten; Hij leeft in het levende en het levenloze.

Te subtiel is Hij dan dat de geest hem kan vatten: zo nabij, zo onbeschrijflijk ver.

Hoewel ongedeerd lijkt Hij zich te delen in objecten en schepselen.

Hij laat de schepping van zich uitgaan, houdt haar in stand en trekt haar weer terug.

Als het licht van alle lichten verblijft Hij voorbij onze duisternis van onwetendheid.

Kennis is Hij, het enig werkelijke dat we kunnen bestuderen of kennen, de bewoner van het hart.

Nu heb Ik je in het kort verteld wat het veld is, wat kennis is en wat die ene Werkelijkheid is die gekend moet worden.

Wanneer Mijn toegewijde dit alles kent wordt hij geschikt om tot eenwording met Mij te komen.

Je moet begrijpen dat zowel Prakriti als Brahman zonder begin zijn.

Alle evolutie en alle guna's komen voort uit Prakriti.

Prakriti wordt beschouwd als de oorsprong van de ontwikkeling van het lichaam en de zintuigen.

Het ik-gevoel in ons is de oorzaak van onze ervaring van vreugde en verdriet.

Het individuele zelf, dat Brahman ten onrechte gelijkgesteld met Prakriti, ervaart de guna's die voortkomen uit Prakriti.

Het wordt geboren uit zuivere of onzuivere ouder, naargelang het soort guna waaraan het meest gehecht is.

Het hoogste Brahman in dit lichaam wordt ook gekend als de Getuige.

Het maakt al onze handelingen mogelijk en bekrachtigt ze als het ware, terwijl Het al onze ervaringen ervaart.

Het is het oneindige Zijn, het verheven Atman.

Wie Brahman direct ervaren heeft en Het kent als anders dan Prakriti en de guna's zal niet opnieuw geboren worden, wat voor leven hij ook geleefd heeft.

Sommigen, wier hart gezuiverd is, realiseren het Atman in zichzelf door innerlijke beschouwing.

Anderen realiseren het Atman op filosofische wijze door zich te wijden aan de beschouwing van de afhankelijkheid die het Atman bezit ten aanzien van Prakriti.

Weer andere realiseren Het door de yoga van het juiste handelen te volgen.

Nog weer anderen, die deze wegen niet kennen, eren God zoals hun leraren hun dat geleerd hebben.

Als deze mensen vol vertrouwen in praktijk brengen wat zij geleerd hebben zullen ook zij boven de macht van de dood uitkomen.

Weet dit, o prins:

al wat geschapen is

komt voort

uit de ogenschijnlijke eenheid

van het veld en de kenner,

van Prakriti en Brahman.

Wie zijn Heer

in ieder schepsel

ziet verblijven,

onsterfelijk

temidden van het sterfelijke,

die mens ziet werkelijk.

Zo doet hij,

zich voortdurend bewust

van het alomtegenwoordige

dat altijd om hem is,

geen geweld

aan zij eigen Atman,

verbergt het gelaat van God

niet langer achter zijn ik:

daarom bereikt hij

die hoogste gelukzaligheid.