LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      BHAGAVAD GITA   

  HET ZIJN EN NIET ZIJN 

De waarlijk wijze treuren noch om de levenden noch om de doden.

Nooit was er een tijd dat Ik of jij, of een van deze koningen niet bestond.

Noch zal er een tijd komen waarin we ophouden te bestaan.

Net zoals de bewoner van dit lichaam overgangen doormaakt: de kindertijd, de jeugd en de ouderdom, zo is de dood voor hem niets anders dan de overgang in een ander soort lichaam.

Wijzen laten zich hierdoor niet misleiden.

Gevoelens van warmte en kou, plezier en pijn worden veroorzaakt door het contact van de zintuigen met hun objecten.

Ze komen en gaan en blijven nooit lang.

Je moet ze aanvaarden.

Een vredige geest aanvaardt gelijkmoedig plezier en pijn, en wordt door geen van beide van zijn stuk gebracht.

Alleen hij is de onsterfelijkheid waardig.

Wat geen bestaan heeft kan nooit tot bestaan komen, en wat is kan nooit ophouden te bestaan.

Zij die de diepste, innerlijke Werkelijkheid hebben leren kennen, kennen ook de aard van zijn en niet-zijn.

Die Werkelijkheid die het heelal doordringt is onvernietigbaar.

Niemand heeft de macht om het onveranderlijke te veranderen.

Van het lichaam zegt men dat het doodgaat, maar Dat wat de bezitter is van het lichaam is eeuwig.

Het kan niet beperkt worden of vernietigd.

Daarom moet jij strijden. 

Sommigen zeggen, dat dit Atman

gedood wordt, en anderen

noemen Het de doder:

zij weten er niets van.

Hoe kan Het doden

of wie zal Het doden?

Weet dat dit Atman

ongeboren is en niet zal sterven,

nooit ophoudend,

nooit beginnend,

onsterfelijk, nooit geboren,

voor eeuwig onveranderlijk.

Hoe kan Het sterven

zoals het lichaam doet?

Weet dat Het ongeboren is,

weet Het onsterfelijk,

weet Het zonder einde,

eeuwig onveranderlijk,

en verbeeld je niet

dat je een moordenaarsdaad verricht,

verbeeld je niet dat je daartoe

de macht bezit.

Versleten kleren

worden door het lichaam afgelegd;

versleten lichamen

worden afgelegd

door de inwoner van het lichaam.

Nieuwe lichamen worden aangetrokken

door de bewoner, als kleren.

Wapens wonden Het niet,

vuur verbrandt Het niet,

de wind droogt Het niet,

water maakt Het niet nat:

zo is het Atman,

noch gedroogd, noch natgemaakt,

noch verbrand, noch gewond,

het meest innerlijke element,

overal en altijd aanwezig,

het Wezen van alle wezens,

onveranderlijk, eeuwig,

nu en altijd. 

Dit Atman kan niet geopenbaard worden aan de zintuigen, noch gedacht door de geest.

Het is niet onderhevig aan verandering.

Nu je dit weet moet je niet treuren.

Maar zelfs als je zou aannemen dat dit Atman onderhevig is aan een voortdurend geboren worden en doodgaan, dan nog hoef je geen verdriet te hebben.

De dood is zeker voor hen die geboren worden.

Wedergeboorte is zeker voor de doden.

Treur niet om wat onvermijdelijk is.

Voordat ze geboren worden zijn wezens niet waarneembaar voor onze menselijke zintuigen.

In de periode tussen geboorte en dood zijn ze zichtbaar.

Bij de dood keren ze terug in het onwaarneembare.

Wat valt er hier te treuren?

Er zijn er die Werkelijk het Atman gezien en verstaan hebben in al zijn luister.

Anderen kunnen er alleen over spreken als vol van een luister die hun verstand te boven gaat.

Nog anderen kennen zijn luister van horen zeggen.

En weer anderen horen ervan, maar begrijpen er geen woord van.

Hij die in alle levende lichamen verblijft, blijft voor eeuwig onvernietigbaar.

Treur daarom nooit om wie dan ook.