|
BHAGAVAD GITA
IK BEN ALOMTEGENWOORDIG Wie Mij werkelijk kent in Mijn veelvoudige Wezen, alomtegenwoordig en de beheerser van het al, verblijf in Mijn yoga die niet geschokt zal worden: wees hier zeker van. Ik ben daar waar alle dingen
begonnen, de voortbrenger der schepselen, bekend aan de wijzen in hun liefde, wanneer zij Mij vereren met
overstromend hart: hun geest en zintuigen zijn in Mij
verzonken, Ik ben alleen het onderwerp van hun
gesprekken; terwijl ze zo elkaar vreugde geven leven ze in gelukzaligheid en
voldoening.
Ze zijn zich altijd bewust van hun
Heer, en altijd toegewijd; daarom wordt de kracht van hun denken
verhelderd en naar Mij geleid. Waar ik verblijf in het hart van de
onwetenden, door de genade van Mijn
barmhartigheid, ben Ik de kennis, die schitterende
lamp, die de duisternis verdrijft. O Arjuna, Ik ben het goddelijk zaad
van al wat leeft. In deze wereld bestaat niets levends
of levenloos zonder Mij. Er is geen grens aan Mijn
manifestaties, noch kunnen zij geteld worden. Wat Ik jou beschreven heb zijn
slechts een paar van je vijanden. Wat Ik jou beschreven heb zijn
slechts een paar van Mijn ontelbare vormen. Weet dat al wat in deze wereld
krachtig, vol schoonheid en heerlijkheid is, is voortgekomen uit slechts een deel van Mijn
kracht en heerlijkheid. Maar wat heb je eraan, Arjuna, om
deze reusachtige verscheidenheid te kennen? Weet slechts dat Ik besta, en dat een atoom van Mij het hele universum in stand houdt.
|