LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      BHAGAVAD GITA    

 KENMERKEN VAN EEN VERLICHTE ZIEL 

Arjuna: Krishna, hoe kan iemand herkennen die stevig gevestigd en verzonken is in Brahman?

Op welke manier spreekt een verlichte ziel?

Hoe zit hij? Hoe loopt hij?

Krishna: Hij kent gelukzaligheid in het Atman

en wil niets anders.

Verlangens folteren het hart:

hij geeft verlangens op.

Hem noem Ik verlicht.

Ongeschokt bij tegenslag,

niet hunkerend naar geluk,

vrij van vrees, vrij van toorn,

vrij van al wat begeerte wekt,

hem noem Ik een ziener en verlicht.

De boeien van zijn lichamen zijn verbroken.

Het gaat hem goed: hij verheugt zich er niet in;

hij is onfortuinlijk en treurt niet.

Hem noem Ik verlicht.

De schildpad kan zijn poten intrekken;

de ziener kan zijn zintuigen naar binnen trekken.

Hem noem Ik verlicht.

Zij die zich van alles onthouden

lopen weg van wat zij verlangen,

maar dragen hun verlangens met zich mee;

wanneer iemand de werkelijkheid binnentreedt

laat hij zijn verlangens achter.

Zelfs een geest die het pad kent

kan ervan afgetrokken worden:

zo onstuimig zijn de zintuigen.

Maar hij beheerst de zintuigen,

brengt zijn denken tot rust

en vestigt het op Mij.

Hem noem Ik verlicht.

Denken over zintuiglijke objecten

zal je aan ze hechten;

raak eraan gehecht en je wordt eraan verslaafd;

dwarsboom je verslaving en ze wordt tot woede;

wees boos en je verwart je geest;

verwar je geest en je vergeet de les der ervaring;

vergeet je ervaring en je verliest het juiste onderscheid;

verlies het juiste onderscheid en je mist

het eigenlijke doel van heel het leven.

Wanneer een mens geen begeerte kent en geen haat

wandelt hij veilig temidden van de voorwerpen

van begeerte en haat.

Het Atman gehoorzamen,

dat is zijn vredige genoegen;

verdriet smelt weg in die klare vrede;

zijn stille geest

is spoedig gevestigd in vrede.

De onbeheerste geest

heeft geen idee van de aanwezigheid van het Atman:

hoe kan hij dan mediteren?

En is er zonder meditatie vrede?

Is er zonder vrede geluk?

De wind drijft een schip

van zijn koers over de wateren;

de dwalende winden van de zintuigen

brengen de geest van de mens op drift

en drijven zijn juiste oordeel uit zijn koers.

Wanneer iemand zijn zintuigen tot rust kan brengen

noem Ik hem verlicht.

De verstilde geest is wakker

in de kennis van het Atman,

die een donkere nacht is voor de onwetenden;

de onwetenden zijn wakker in hun zinnelijk leven,

dat zij beschouwen als het licht van de dag;

voor de ziener is het duisternis.

Water stroomt voortdurend de oceaan in,

maar de oceaan blijft onberoerd;

verlangen stroomt de geest van de ziener in,

maar de ziener blijft onberoerd.

De ziener kent vrede;

de mens die zijn eigen lusten opwekt

kan nooit vrede kennen.

Hij kent vrede

die geen weet meer heeft van verlangens.

Hij leeft zonder hunkering:

vrij van het ik, vrij van trots.

Dit is de toestand van verlichting in Brahman:

vandaar valt een mens niet terug in begoocheling

Zelfs op het moment van sterven

leeft hij in die verlichting:

Brahman en hij zijn één.