LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      BHAGAVAD GITA     

  YOGA DER VERZAKING 

Arjuna:

Je geeft zo hoog op van de verzaking van het handelen; toch vraag je me de yoga van het handelen te volgen.

Zeg me nu duidelijk: welk van de twee is het beste?

Krishna:

Handelen op de juiste wijze opgeven brengt vrijheid;

handelen op de juiste wijze verricht brengt vrijheid;

beide zijn beter

dan een louter mijden van het handelen.

Wanneer iemand geen begeerte en haat kent

zal hij niet wankelen in zijn verzaking.

Noch verlangt hij naar het een of ander,

noch walgt hij van het tegendeel:

de ketenen van begoocheling

werpt hij spoedig af.

De yoga van het handelen, zo zegt de onwetende,

verschilt van de yoga van de kennis van Brahman.

De wijzen zien kennis en handelen als één:

zij zien waarlijk.

Neem een van deze wegen

en ga die tot het einde:

het doel is hetzelfde.

Daar ontmoeten elkaar

zij die het handelen volgen

en de zoekers naar kennis

in gelijke vrijheid.

Het is moeilijk het handelen op te geven

zonder de yoga van het handelen te volgen.

Deze yoga schenkt zuivering

aan de man van meditatie

en brengt hem spoedig tot Brahman.

Wanneer het hart gezuiverd is door die yoga,

wanneer het lichaam onderdanig is

en de zintuigen beheerst worden,

wanneer de mens weet dat zijn Atman

het Atman is in alle schepselen,

laat hem dan handelen,

onbezoedeld door activiteit.

De verlichte ziel,

wiens hart het hart van Brahman is,

denkt altijd: 'Ik doe niets.'

Wat hij ook ziet,

hoort, aanraakt, ruikt, eet;

of hij nu in beweging is

of slaapt, ademt, of spreekt,

zich ontlast of iets pakt met zijn hand,

of zijn ogen opent,

of zijn ogen sluit,

dit weet hij altijd:

'Ik zie niet, ik hoor niet:

het zijn de zintuigen,

die de objecten van de zintuigen

zien en horen en aanraken.'

Hij stelt verlangen ter zijde

en offert de handeling aan Brahman.

Zonder nat te worden

rust het lotusblad op het water;

zonder geraakt te worden

rust hij in het handelen.

Voor de volgeling van de yoga van het handelen

zijn lichaam en geest,

de zintuigen en het intellect

slechts instrumenten;

hij kent zichzelf als verschillend daarvan

en zo wordt zijn hart zuiver.

Verenigd met Brahman,

vrijgemaakt van de vruchten van het handelen

vindt een mens vrede

in het werk van de geest.

Zonder Brahmam

is de mens een gevangene,

een slaaf van het handelen,

voortgesleept door verlangens.

Gelukkig is die bewoner

van de stad met de negen poorten, (het menselijk lichaam)

wiens vermogen tot onderscheid

hem vrijgemaakt heeft van zijn daden:

hij raakt niet betrokken bij handelingen,

hij zet niemand ertoe aan.

Zeg niet:

'God gaf ons dit waandenkbeeld.'

Jij droomt dat je de handeling verricht,

jij droomt dat er gehandeld wordt,

jij droomt dat handelen vrucht draagt.

Het is jouw onwetendheid,

het is het waandenkbeeld van de wereld

dat jou deze dromen geeft.

De Heer is overal

en altijd volmaakt:

wat maalt Hij om iemands zonden

of om zijn rechtvaardigheid?

Het Atman is het licht

Het licht wordt omhuld door de duisternis.

Deze duisternis is een waandenkbeeld.

Daarom dromen we.

Wanneer het licht van het Atman

onze duisternis verdrijft

straalt dat licht van ons uit,

een schitterende zon,

het geopenbaarde Brahman.

De toegewijden verblijven bij Hem,

zij kennen Hem eeuwig,

daar in het hart,

waar geen activiteit is.

Hij is hun enige doel.

Door de kennis van Hem bevrijd

van de onzuiverheid

van daden of gedachten uit het verleden,

vinden zij het oord der vrijheid,

het oord vanwaar geen terugkeer is.

Of de verlichte nu kijkt

naar de geleerde en vriendelijke brahmaan,

naar de koe, de olifant,

de hond of wie de hond eet,

hij ziet overal hetzelfde.

Verzonken in Brahman

overwint hij de wereld,

nu al, nog levend in de wereld.

Brahman is één,

onveranderlijk, onaangetast door kwaad.

Welk hebben wij dan in Hem?

De verlichte die in Brahman verblijft,

vredig van hart, door niets in verwarring gebracht,

is noch verrukt van het aangename,

noch bedroefd om het onaangename.

Zijn geest is dood

voor de aanraking van het uiterlijke;

maar klaarwakker is zijn geest

voor de gelukzaligheid van het Atman.

Omdat zijn hart Brahman kent

is zijn geluk voor eeuwig.

met hun objecten

zijn de genoegens daarvan

als een schoot, zwanger van verdriet.

Genoegens nemen een aanvang

en vinden weer een einde:

zij brengen geen verrukking aan de wijzen.

Laat hier op aarde al de mens,

nog voor zijn vertrek,

meester worden

van elke impuls

die voortkomt uit begeerte

of toorn:

zo vindt hij Brahman,

zo is hij gelukkig.

Alleen die yogi

die innerlijke vreugde kent,

innerlijke vrede

en innerlijke visie,

zal tot Brahman komen

en Nirvana kennen.

Volkomen verteerd

zijn hun onvolmaaktheden,

twijfels zijn weggenomen,

meester zijn ze van hun zinnen;

al hun handelingen

zijn gewijd aan het welzijn

van medeschepselen:

zo zijn de zieners

die Brahmaan ingaan

en Nirvana kennen.

De mens die zichzelf beheerst,

vrij geworden van verlangens,

het hart in toom

en kenner van het Atman,

die vind het Nirvana

dat in Brahman is,

hier en hiernamaals.

Terwijl hij de zintuigen afsluit

van het uiterlijke,

de blik richt

tussen de wenkbrauwen,

terwijl hij de adem vasthoudt

die de neusgaten in- en uitgaat

en de zintuigen bedwingt,

het intellect en de geest bedwingt,

werpt hij die de vrijheid zoekt

vrees van zich af,

toorn van zich af,

begeerte van zich af:

waarlijk, die mens

is vrij voor eeuwig.

Wanneer hij op deze wijze Mij kent

als het doel en de genieter

van elke offerande

en alle versterving,

als de Heer van alle werelden

en de vriend van alle mensen,

o zoon van Kunti,

zal hij dan niet binnengaan

in de vrede van Mijn tegenwoordigheid?