LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

   BOEHME            TREFWOORD < BOEHME>

CITATEN 

Wie God niet in zich draagt, kan Hem niet zien.
Ons is de zekerheid der onvergankelijkheid gegeven omdat God zich in ons vormt en God niet kan vergaan.
Wie in harmonie met de wetten van het leven is, is in God en heeft God in zich.
De hele natuur is slechts een weg der zielen tot God.
Men mag de wereld niet ontvluchten, men moet in haar standhouden.
Zoals de uiterlijke mens de uiterlijke wereld ziet, zo ziet de wedergeboren mens de goddelijke wereld waarin hij woont.
Bij een ieder wonen hemelrijk en hel in het hart. Waarheen hij zich wendt, dat zal hij winnen.
God zoekt de sterken, de moedigen die zichzelf weten te helpen, want in hen spiegelt God zichzelf.
In ieder van ons kan God mens worden. Daarom moet men ook in het laatste uur nog trachten God in een mens te wekken.
Laat ons slechts onszelf zoeken en kennen. Wanneer we onszelf vinden, dan vinden we alles. Wanneer we slechts onszelf zoeken en beminnen, dan beminnen we God.
Ieder mens is zijn eigen God en ook z'n eigen duivel. Waartoe hij zijn neiging uit doet gaan, dat drijft hem en leidt hem, diens knecht wordt hij.
De mens is als een gelijkenis Gods en als een spiegel der enige wijsheid, waarin alle dingen van eeuwigheid her zijn gezien, wat worden kon en moest.
God heeft ons macht gegeven dat we over de aarde kunnen heersen en zo zullen we ook eens over haar vervloeking heersen en haar verlossen.
De hevige begeerte tussen man en vrouw is de begeerte naar het leven, want afzonderlijk hebben ze het ware leven niet in zich maar alleen de begeerte ernaar.
De mens zoekt in z'n liefde en begeerte naar de eeuwigheid en vindt de vergankelijkheid doordat hij niet op de ware manier liefheeft. Zou hij op de ware manier liefhebben dan zou de vereniging der geslachten hem zulk een hoge zaligheid en kracht geven dat hij daardoor tot in het eeuwige midden des levens zou vermogen door te dringen.
In ieder mens kan God zich volmaakt openbaren.
Wanneer we onszelf slechts zoeken en vinden dan vinden we God in ons.
Liefde haat het zelf, of dat wat wij 'ik' noemen, omdat het een dodelijk iets is, en zij beiden, Liefde en zelf, kunnen niet goed samengaan.
Wie het leven anders neemt dan de eeuwigheid is een dwaas. Waar is de grens tussen tijd en eeuwigheid? Alleen dwazen zien haar. Daarom moet men leven als was er begin noch einde, met alleen dat ene belangrijke voor ogen: te zaaien omwille van de oogst.
Verstand zonder wijsheid leidt tot verderf.
Wie zichzelf vindt, kan niets dulden wat het eigen beeld bevlekt.
Het wezen van de wereld ligt in het kwade en het goede en het een kan zonder het ander niet in leven zijn.
Vreugde is het meest goddelijke dat de mens mogelijk is.
Waarom schiep God de mens? Opdat God een evenbeeld uit zichzelf naar buiten brengen en in dit evenbeeld zichzelf bewust worden zou.
Wie zichzelf wil vinden moet de weg niet mijden. Als hij moedig voortgaat en zich niet laat verontrusten zal hij aan het einddoel zijn eigen eeuwig beeld ontvangen dat een gestalte Gods is.
Laat ons slechts onszelf zoeken en kennen. Wanneer we onszelf vinden, dan vinden we alles. Wanneer we slechts onszelf zoeken en beminnen, dan beminnen we God.
God zoekt in de mens naar zijn geopenbaarde gestalte.
De dood is slechts een terugtrekken van het leven zoals het inademen van God, die daardoor zijn schepsel terugneemt in zichzelf.
Alle zonde is slechts dwaling. Wanneer de ziel uit de dwaling tot haar eigen licht terugkeert, blijft niets van de dwaling aan haar kleven, evenmin als er nog duisternis in een vat blijft wanneer de zon erin schijnt.
Er zal een tijd komen waarin de stenen bouwsels der kerken overbodig zijn omdat in de mens zelf de geest zal zijn opgegaan.
De mens heeft een vrije wil. Het is aan hem te grijpen wat hij wil.
De zon is dikwijls voor mij verduisterd, maar ze is altijd weer voor me doorgebroken. Hoe vaker ze onderging, des te lichter en laaiender ging ze weer op.
Zoals de uiterlijke mens de uiterlijke wereld ziet, zo ziet de wedergeboren mens de goddelijke wereld waarin hij woont.
MYSTIEKE ERVARING VAN JAKOB BOEHME: Ik zag het Wezen aller Wezens, de Oergrond en de Afgrond; ook de geboorte van de Heilige Drie-eenheid; de oorspong en de eerste staat van de wereld en alle schepselen. Ik zag de drie werelden in mijzelf - de Goddelijke of engelenwereld; de duistere wereld, het origineel van de Natuur; en de buitenwereld, als een substantie gesproken vanuit de twee geestelijke werelden... In mijn innerlijke mens zag ik het goed, als in een grote diepte; want ik zag er helemaal doorheen als in een chaos waarin alles verpakt lag, maar ik kon het niet ontvouwen. Toch opende dit zichzelf van tijd tot tijd binnenin mij als een groeiende plant. Twaalf jaar droeg ik het binnenin mij rond, voordat ik het naar buiten kon brengen in een vaste vorm; totdat het mij naderhand overviel, als een losbarstend onweer dat doodt waar het landt, al naar zijn wil. Wat ik ook naar buiten kon brengen, ik schreef het neer. Het werk is niet van mij; ik ben slechts het instrument van de Heer, en Hij doet met mij wat Hij wil.
TREFWOORD < BOEHME>