EVOLUTIE
TREFWOORD < EVOLUTIE> |
CITATEN |
HERMAN PHILIPSE: De evolutietheorie is een empirische theorie met een overstelpende
hoeveelheid materiaal die de theorie ondersteunt. Derhalve is het geen
geloof. Voor het geloof daarentegen is er niet één empirisch argument
aan te voeren. Niet één. |
G. DE PURUCKER: Evolutie staat in feite niet op zichzelf maar is
een werkwijze van de natuur. Ze wordt geheel bestuurd door karmische
oorzaken die hun ontstaan vonden in vroegere perioden van het
bestaan van welke evoluerende entiteit dan ook.
|
HERBERT SPENCER:
Evolutie is de verandering van een onbepaalde
onsamenhangende homogeniteit in een bepaalde samenhangende
heterogeniteit.
|
ANONIEM: Evolutie en vooruitgang worden vaak synoniem geacht. Dit is wellicht het
meest voorkomend misverstand over evolutie. Omdat de vooruitgangsidee niet
echt meer leeft onder evolutiebiologen, maar onder leken nog algemeen is,
leek het mij nuttig hierover iets te schrijven. Bovendien is het begrip
vooruitgang weliswaar niet langer gebruikelijk, maar een zekere richting
wordt door veel evolutiebiologen nog wel als een mogelijkheid beschouwd.
Deze discussie is juist nu van belang, gezien in het licht van de huidige
ontwikkelingen omtrent het debat over intelligent design (ID). |
W.L.BRUGSMA: Volgens
Arthur
Koestler is de mens een bedrijfsongeval van de evolutie;
volgens mij soms een perversie van de evolutie.
Maar ja, volgens Howard Bloome van The Lucifer Principle,
van huis uit oncoloog en nu tevens PR-man van Michael Jackson
is Gods werkelijke naam Lucifer. Dat zou ook meer in overeenstemming zijn met de evenbeeldgedachte. |
JULIAN HUXLEY:
Als resultaat van duizend miljoen jaren van
evolutie begint het heelal zich bewust te worden van zichzelf en
zijn wij in staat om iets van verleden en toekomst te begrijpen. Dit
kosmische zelfbewustzijn wordt gerealiseerd in een heel klein
onderdeel van het heelal - een paar menselijke wezens. |
OUSPENSKY:
De evolutie van de mens is afhankelijk van zijn begrijpen van wat hij kan verwerven
en wat hij daarvoor moet geven. |
TEILHARD
DE CHARDIN: Als de vooruitgang werkelijk
niets dan een mythe is, als wij ons bij al onze inspanning moeten afvragen: Wat
heeft het voor zin, waarvoor? Dan verlammen al onze pogingen. Dat zou het punt zijn,
waarop de evolutie tot stilstand kwam, want wij zelf zijn die evolutie. |
F.JAVEK:
Naar de mate van zijn
evolutie in en door zijn bewustzijn zal de mens de macht van de dood
ontgaan. |
HERMAN PHILIPSE: Het moet toch voor ieder welingelicht mens duidelijk zijn wie de
wedloop tussen de theologie en de empirische wetenschappen, die
aanvankelijk nog onbeslist was, heeft gewonnen. Maar dat wensen
theologen natuurlijk niet te zien. Dat is ook de reden dat ze vrijwel
nooit kennis nemen van bijvoorbeeld de sterrenkunde, de
evolutiebiologie, de neurowetenschap; ze zijn er niet eens in
geïnteresséérd. |
F.JAVEK:
Niet het 'ik', maar de denkwereld van het 'ik' evolueert. Wat eeuwig is,
evolueert niet. |
ANONIEM:
De ‘Big Bang’
De opvatting dat alle stoffen (materie) zijn opgebouwd uit atomen is
experimenteel aangetoond. Het aantal verschillende atomen is echter niet zo
groot als Democritus veronderstelde (iets meer dan honderd) en bovendien
zijn ze niet ondeelbaar. Atomen bestaan uit kleinere deeltjes die zelf ook
weer op te splitsen zijn in nog kleinere deeltjes. De vraag of we hiermee
tot in het oneindige door kunnen gaan valt niet te beantwoorden maar daar is
ook niet veel behoefte aan. Het atoommodel zoals dat nu bestaat (we komen
daar nog op terug) is voldoende gedetailleerd om de meeste vragen uit de
natuurkunde te kunnen beantwoorden. Toch zijn er nog genoeg wetenschappers
die een verdere verfijning van het atoommodel nastreven. Ze doen dit echter
niet door nog kleinere bestanddelen te introduceren maar ze zoeken naar hele
nieuwe concepten (snaren; plasma’s) waarbij onderscheid tussen materie en
energie vervaagt. Het voert te ver om hierop dieper in te gaan.
Voor de ontstaansgeschiedenis van de wereld (het
heelal) is het evenwel van belang om de vraag te beantwoorden: "Waar komen
al die atomen vandaan?" De huidige opvatting van de meeste
natuurwetenschappers is er een die op zijn minst weer de nodige vragen
oproept.
Het complete heelal, materie en energie en alles wat
er in zit, was oorspronkelijk samengebald in één punt, een soort oeratoom.
Op een bepaald moment spatte dit óeratoom’ uiteen en de explosie waarmee dit
gepaard ging wordt heel ludiek de ‘Grote Klap’ (Big Bang) genoemd. Op het
moment van de Big Bang ontstond zowel tijd als ruimte. Met andere woorden,
vóór de Big Bang was er geen tijd en geen ruimte. Dat valt nauwelijks voor
te stellen. Enige tijd ná de Big Bang, dat wil zeggen nú, zijn de gevolgen
van de Big Bang nog steeds waarneembaar. En daarin zit de kracht van de
theorie! Overal in het heelal bevinden zich enorme sterrenstelsels die zich
allemaal met grote snelheid van elkaar af bewegen. We weten dat omdat het
licht dat we van deze stelsels opvangen een verschuiving naar het rood
vertoont. Deze zogenaamde roodverschuiving (redshift) is te vergelijken met
het lager worden van de tonen van een sirene van een ons passerende en zich
van ons verwijderende ambulance. Omdat alle stelsels zich in dezelfde mate
van elkaar verwijderen, betekent dit een voortdurend uitdijen van het
heelal. Over de vraag of dit uitdijen ooit tot stilstand zal komen zijn de
meningen nog verdeeld.
Hoe verder sterrenstelsels zich van ons vandaan
bevinden, hoe langer het licht erover doet om ons te bereiken. Het licht dat
wij zien van verafgelegen stelsels is dus ook heel oud. Het gunt ons een
blik in het verleden toen het heelal nog jong was (de leeftijd van het
heelal wordt geschat op 15 miljard jaar). Hoe verder weg de waarneming reikt
hoe dichter bij de geboorte van het heelal, de Big Bang, we onze waarneming
verrichten. Ergens, op grote afstand van ons vandaan, moet, vanuit alle
richtingen een echo van de Big Bang bestaan. Deze zogenaamde achtergrondruis
is inmiddels ook waargenomen, waarmee de theorie wederom is bevestigd.
|
TREFWOORD < EVOLUTIE> |
|