|
LEEGTE
TREFWOORD < LEEGTE> |
CITATEN |
SOGYAL RINPOCHE:
Wanneer je er echt naar kijkt, bestaat niets op
zichzelf, en deze afwezigheid van onafhankelijk bestaan is wat wij
‘leegte’ noemen. |
HUANG PO:
De mensen zijn bang om hun
verstand te verliezen, zij denken dat ze in de Leegte zullen vallen en dat
niets hun val zou kunnen stoppen. Zij weten niet dat de Leegte niet
werkelijk leeg is maar in feite het rijk is van de ware Dharma [de Wet]. |
LAMA SHABKAR: Je
kunt de betekenis van leegte nooit begrijpen als je niet ervaart dat alle
verschijnselen je eigen geest zijn. |
TRUNGPA RINPOCHE: Alles wat je ziet is in leegte op een
levendige manier onwerkelijk. Toch is de vorm uitermate werkelijk. Wat je
ziet, is er niet en toch is het er. Het is beide en het is het een noch het
ander. Alles wat je hoort is de echo van de leegte, toch is er geluid.
Geluid bestaat echt: het is de echo van de leegte. |
THICH NHAT HANH: Omdat vorm leegte is, is vorm mogelijk. In de
vorm vinden we al het andere gevoelens, waarnemingen, werkingen van de geest
en bewustzijn. 'Leegte' betekent leeg van een afzonderlijk zelf. Het is vol
van alles, vol van leven. We hoeven niet bang te zijn voor het woord leegte.
Het is een prachtig woord. Leeg zijn betekent niet niet-bestaan. (...)
Leegte is de grond van alles. Dankzij de leegte is alles mogelijk. |
KRISHNAMURTI: Als je eerlijk kan kijken naar je eigen leegte,
zul je er achter komen dat er geen afhankelijkheid bestaat van wat dan ook –
van geen mens, van geen geloof, van geen ervaring, van geen traditie. Dat is
dat wat voorbij leegte is, creativiteit – de creativiteit van de
werkelijkheid, niet de creativiteit van een talent of vermogen, maar de
creativiteit van dat wat voorbij angst is, voorbij eisen, voorbij de trucs
van het denken. |
M. KROJER:
De meeste kijkers
beschouwen de televisie als een toestel om de leegte van het bestaan aan te
vullen, maar ze beseffen niet dat zij de leegte vullen met een andere
leegte. |
ANNICK VAN DAMME:
In het begin was er slechts duisternis en leegte. De kosmos was slechts een
eindeloos niets.
Geen licht, geen beweging, geen leven, geen geluid. In
haar leegte stuitte de duisternis op zichzelf. Het werd zich bewust van de
leegte, de stilte. Kun je je deze stilte voorstellen, de stilte van het
niets? Kun je zo stil worden dat je het hoort? Kun je naar de stilte in
jezelf luisteren? Adem diep en langzaam, zodat je adem in stilte je longen
vult. Voel hoe de binnenstromende lucht je keel ruimer maakt. Voel de
energie naar binnen stromen. Luister naar deze energie, naar het niets.
Voel deze kern van stilte in je. Adem terug langzaam
uit. Ook de kosmos ervaarde die energie. De energie werd vibratie. Het was
de vibratie van een geluid waaruit alle andere geluiden werden geboren. Het
heelal werd vervuld met geluid. Het geluid werd één en vermenigvuldigde
zich. Het geluid werd alomtegenwoordig.
In je ademhaling, in je hart, in de wind, in de bomen en
in de lucht. Het leeft in je eigen geest en in het ritme van al je
gedachten.
|
H.
KOORENEEF:
Leegte is duizend
keer zo veilig als verdriet. |
S.WEIL:
De waarheid beminnen betekent de leegte verdragen, en dus de dood
aanvaarden. De waarheid staat aan de kant van de dood. |
NAGARJOENA:
Niets komt in bestaan, noch verdwijnt iets. Niets is eeuwig, noch heeft
iets een einde. Niets is identiek, noch is iets verschillend. Niets beweegt
zich in één richting, noch in enig andere. |
ANONIEM:
Ik schiep gedachten, gevoel, zintuiglijke waarnemingen enz. als middelen
waarmee Ik mijn aanwezigheid kenbaar kon maken. Toch kijken de mensen niet
naar Mij, maar klampen zich vast aan de objecten van hun gedachten en
gevoelens. Hoe kan er op die manier een eind aan hun gebondenheid komen?
Door die objecten weg te nemen, schiep ik de diepe droomloze slaap die
eveneens bedoeld was om Mijn aanwezigheid kenbaar te maken. Omdat er in die
toestand noch gedachten, noch gevoelens noch iets anders valt waar te nemen,
begon men hem domweg als een leegte te beschouwen. Of er nu objecten zijn of
niet, ik ben altijd tegenwoordig zonder verandering. In ben vlak voor ieders
oog. Alleen Mij en door Mij kan een mens zien en toch ziet hij Mij niet. Dit
is onbegrijpelijk. Als iemand steeds erop staat, zijn ogen te sluiten
wanneer hij van aangezicht tot aangezicht met Mij staat, hoe kan hij Mij dan
ooit zien? |
ECKHART:
De Godheid gaf alle dingen over aan God. De Godheid is arm, naakt en leeg
alsof Zij niet bestond. Zij bezit niet, wil niet, begeert niet, werkt niet,
ontvangt niet. Het is God die de schat en de bruid in zich heeft. De
God-heid is zo leeg alsof zij niet bestond. |
SENGTSAN
De volmaakte weg is
niet moeilijk
voor wie geen voorkeuren kent.
Alles wordt volledig en onverbloemd geopenbaard
aan wie vrij van liefde en haat is.
Maar reeds het geringste onderscheid
doet hemel en aarde splijten.
Wie de werkelijkheid recht onder ogen wil zien,
dient het delende denken tot zwijgen te brengen.
De ziekte van de geest
is het uitspelen tegen elkaar van voorkeur en afkeur.
Het niet begrijpen van de diepe betekenis der dingen
leidt tot een zinloos verstoren van de vrede.
De weg is ongerept en uitgestrekt als de ruimte,
zonder tekort en zonder overvloed.
Door te kiezen: aanvaarden of verwerpen,
gaat zijn eigenheid en oorspronkelijkheid verloren.
Raak niet verstrikt in de veelheid der dingen,
maar maak van de Leegte evenmin een plek van geborgenheid.
Vind rust in de eenheid van het bestaan
en elk onderscheid verdwijnt als vanzelf.
Wie tracht tot rust te komen
door beweging stil te zetten,
zal onverminderd een bron van rusteloosheid blijven.
Zolang je één deel van de tegendelen kiest,
zal de ervaring van het geheel je nooit ten deel vallen.
Op twee manieren gaat de eenheid door onbegrip verloren:
de werkelijkheid ontkennen
is de waarheid geweld aan doen;
de Leegte roemen
is zich verliezen in een woordenspel.
Elk woord, elke gedachte
doet de werkelijkheid wijken.
Vrij van woorden, vrij van begrippen
is er geen plaats waar wij niet vrij zijn te gaan.
Slechts op de plaats van oorsprong
laat de betekenis zich vinden.
Het denkend dwalen in de veelheid der verschijnselen
spreidt over de bron een dichte duisternis.
Eén moment van innerlijke verlichting
en wij laten de Leegte en de dingen achter ons.
Veranderingen in deze lege wereld
schijnen werkelijk vanwege onwetendheid
Probeer de waarheid niet te zoeken
en houd op met het koesteren van ideeën.
Hecht niet aan enige vorm van dualisme.
Reeds de dunste scheidslijn tussen dit en dat
verstrikt het bewustzijn in een net van complexiteit.
Twee bestaat vanwege één,
maar zoek ook bij dit ene geen zekerheid.
Want de duizend en één dingen
verstoren geenszins de oorspronkelijke onschuld.
Geen onschuld verloren, geen duizend en één dingen,
geen verwarring, geen aanleiding tot bewustzijnsactiviteit.
Het subject komt tot rust, als het object ophoudt te bestaan;
het object houdt op, als het subject tot rust komt.
Het object is slechts object voor het subject,
het subject is slechts subject voor het object.
Hun relatie tot elkaar rust
uiteindelijk in de eenheid van de Leegte.
In de Leegte is geen afzondering mogelijk;
elk ding bevat in zichzelf de duizend en één andere.
Als er geen onderscheid gemaakt wordt tussen hoog en laag
zullen vooroordelen niet langer bestaan.
De volmaakte weg biedt rust en alle ruimte;
hij is noch gemakkelijk, noch moeilijk.
Maar beperkte visies veroorzaken angst en besluiteloosheid.
Hoe groter de haast, hoe trager de voortgang.
Gehechtheid is niet binnen perken te houden
en biedt geen enkele uitweg;
laat de dingen in hun eigen zijn
en er zal geen sprake zijn van ontstaan, noch van vergaan.
Veilig is de weg die volgt de aard der dingen,
kalm, zonder dwang en vrij van weerstand.
Wanneer echter het denken zich verdeelt,
wordt de werkelijkheid de rug toegekeerd.
Het bestaan wordt zwaar, somber en ongezond.
Partijdigheid en eenzijdigheid maken ons leven moe en ziek.
Als je deze weg van volmaaktheid wilt gaan,
wees dan niet afkerig van de zintuiglijke wereld.
Verlichting is de concrete werkelijkheid
zonder vooringenomenheid tegemoettreden.
De wijze doet niets,
terwijl de onwetende zich vastbindt.
Hoewel de Dharma geen gespletenheid kent
hecht de onwetende zich aan afzonderlijke dingen.
Een vrije geest creëert zijn eigen illusoire kluisters
-een grotere contradictie is nauwelijks denkbaar!
Illusie koestert de idee van rust en onrust,
de verlichte echter kent geen lust en geen last.
Alle vormen van tegenstellingen
zijn uitgedacht op basis van onwetendheid.
Zij zijn luchtspiegelingen, zinsbegoochelingen.
Voor het luchtledige hoeft men geen angst te hebben.
Winst en verlies, goed en kwaad,
vergeet deze ideeën, eens voor altijd.
Wie wakker is
valt niet ten prooi aan dromen.
Wanneer het bewustzijn geen verschil verwekt,
de duizend en één dingen verschijnen zoals zij zijn:
één enkele essentie.
Wie het mysterie van deze unieke identiteit kent,
is bevrijd van alle verwarring.
Wie gelijkmoedig de eenheid in zijn veelheid schouwt,
en de veelheid in zijn eenheid,
keert terug tot de oorspronkelijke plaats
waar hij of zij van oudsher gewoond heeft.
Vraag niet naar het waarom van de dingen,
want hun zijn straalt zonder schaduw van vergelijking.
Ziet dat de beweging stilstaat
en dat wat stilstaat in beweging is,
en de idee van rust en beweging verdwijnt.
Wanneer het onderscheid zijn geldigheid verliest,
blijkt ook de eenheid niet te bestaan.
De uiteindelijke bestaansgrond van de dingen
is boven elke maat en regel verheven.
Wanneer het bewustzijn zich één weet met de weg,
komen alle egocentrische strevingen tot rust.
Twijfel en besluiteloosheid verdwijnen.
Een groot vertrouwen groeit.
Niets steunt op ons, en wij steunen op niets.
Alles is leeg, lucide, zichzelf verlichtend,
zonder inspanning, zonder verspilling van energie.
Het denken kan dit niet bedenken.
De verbeelding kan dit niet verzinnen.
In deze wereld van zo-zijn
geen zelf, geen anderen;
bij absolute gelijkheid
geldt slechts het simpele woord: 'niet-twee'.
In dit 'niet-twee' komt alles tezamen.
Al wat is, is welkom en wordt omhelsd.
Zo zien de wijzen de wereld,
waar zij ook wonen.
Verlichting vervluchtigt niet met het verstrijken van tijd
en laat zich niet beperken tot ruimtelijke grenzen.
Eén ogenblik is als tienduizend jaren.
Het eindeloze universum is aanwezig, noch afwezig,
maar toont zich altijd en direct bij elke oogopslag.
Het oneindig kleine is groot als het oneindig grote,
het oneindig grote is klein als het oneindig kleine,
want klein en groot zijn niet waarneembaar.
Zijn is niet-zijn,
niet-zijn is zijn.
Zonder dit inzicht
is het bestaan een onhoudbare situatie.
Eén is alles,
alles is één.
Het ene en het al bewegen zich vrij door elkaar
en vermengen zich zonder onderscheid.
Wie in deze werkelijkheid leeft,
hoeft zich geen zorgen te maken over eigen onvolmaaktheid.
Leven in dit vertrouwen is een weg van onverdeeld bewustzijn.
Onverdeeld bewustzijn is de grond
voor het vertrouwen in dit bestaan.
Verder zwijgt hier elke taal,
want er is
geen verleden,
geen toekomst,
geen heden. |
TREFWOORD < LEEGTE> |
|
|