|
PLOTINOS TREFWOORD < PLOTINOS> |
CITATEN |
Alle
dingen zien, niet in het proces van wording, maar in het Zijn, en zichzelf zien in
de ander. Iedere wezenseenheid bevat in zichzelf de gehele verstaanbare wereld.
Daarom is het geheel overal. Ieder is daar het Al en het Al is in ieder. De mens,
zoals hij nu is, heeft opgehouden het Al te zijn. Maar wanneer hij ophoudt een
individu te zijn, dan stijgt hij boven zichzelf uit en doordringt de gehele wereld. |
Vóór
het vele komt het éne, want het vele ontspringt eraan. Immers, het vele kan niet
zijn als het éne niet is, want in het éne is het vele opgesloten. Daarom is het
Ene niet van dezelfde soort als het getal één in de wiskunde. Het is datgene, wat
als één en eenvoudig, de grenzeloze volheid van alles in zich draagt. Als een
oorsprong, waarin tegelijk alles, dat wil zeggen alles als geheel, ligt vervat. |
Alle
dingen die uit een eenheid voortkomen, zullen uit pure noodzaak van de natuur tot
een eenheid terugkeren; verschillen ontvouwen zich, tegenstellingen ontstaan, maar
alles vormt zich weer tot een organisch geheel door de eenheid aan de bron. |
We
bewegen ons aldoor rond het Ene - als we dat niet deden zouden ophouden te bestaan -
maar we kijken niet voortdurend naar het Ene. Maar als we Hem aanzien, dan vinden we
rust en het einddoel van ons bestaan. |
Het
ene is volmaakt, het heeft niets, zoekt niets, heeft niets nodig, maar het vloeit
over en deze overvloed is scheppend. |
TREFWOORD < PLOTINOS> |
|
|