LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

   SCHEPPING           TREFWOORD < SCHEPPING>

CITATEN 

ANONIEM: In den beginne was er niets, en toen ontplofte dat ook nog.
PLOTINOS: Het ene is volmaakt, het heeft niets, zoekt niets, heeft niets nodig, maar het vloeit over en deze overvloed is scheppend.
BHAGAVAD GITA: De mens bereikt volmaaktheid door zijn plicht te doen als eerbewijs aan de Schepper die de gehele schepping doordringt.
BOEHME: Waarom schiep God de mens? Opdat God een evenbeeld uit zichzelf naar buiten brengen en in dit evenbeeld zichzelf bewust worden zou.
SVETASVATARA-UPANISHAD: Dit is het stralend Brahman dat de gehele schepping verlicht; de schepper van het heelal vanaf het begin; hij was, hij is en eeuwig zal hij zijn, alles doordringend en al-ziende.
URANTIABOEK: De Eerste Oorzaak en Universum-Kern heeft zichzelf nooit door middel van een naam geopenbaard, maar alleen door zijn aard. Als we geloven dat we uit deze Schepper voortgekomen zijn, is het niet anders dan natuurlijk dat we hem eventueel Vader noemen. Maar dit is de naam die we zelf gekozen hebben door het herkennen van onze persoonlijke relatie met de Eerste Oorzaak en Kern.
(...) De Universele Vader is een oneindige geestelijke realiteit. De Universele Vader is de top van goddelijke persoonlijkheid; hij is de bron en de bepalende factor van persoonlijkheid in de hele schepping. God is zowel oneindig als persoonlijk. (...) God is veel meer dan een persoonlijkheid zoals het menselijk denken zich deze voorstelt, en ook veel meer dan wat voor opvatting dan ook omtrent een bovenmenselijke persoonlijkheid.
ANONIEM: Twintig miljard jaar geleden was er niets. Niets is; niet iets. Er was geen licht en geen donker. Er was geen materie, geen energie, geen temperatuur. Er bestond geen ruimte. Er bestond geen tijd. Er bestond niets.
Behalve: Er bestond een wil. Het was niet zo, dat deze wil een bepaalde ruimte in beslag nam, want in het niets is geen ruimte. Evenmin was het zo, dat deze wil gedurende een bepaalde tijd bestond, want in het niets is geen tijd. Tussen de vijftien en de twintig miljard jaar geleden barstte deze wil uit als een kracht, als energie. Daar waar zij ging ontstond ruimte; daar waar zij brandde ontstond licht; daar waar zij licht gaf ontstond tijd. Uit het niets maakte zij het iets. Daar waar het iets zich samenbalde ontstond materie; uit de materie ontstonden de miljoenen sterrenstelsels die sindsdien voortgejaagd worden op de kracht van de oeruitbarsting, verder van de oerkern af - en die, al verder gaande, de wereld maken, het heelal. Buiten de grenzen van hun voortgang bestaat nog steeds; niet iets - niets.

ANONIEM: De ‘Big Bang’
De opvatting dat alle stoffen (materie) zijn opgebouwd uit atomen is experimenteel aangetoond. Het aantal verschillende atomen is echter niet zo groot als Democritus veronderstelde (iets meer dan honderd) en bovendien zijn ze niet ondeelbaar. Atomen bestaan uit kleinere deeltjes die zelf ook weer op te splitsen zijn in nog kleinere deeltjes. De vraag of we hiermee tot in het oneindige door kunnen gaan valt niet te beantwoorden maar daar is ook niet veel behoefte aan. Het atoommodel zoals dat nu bestaat (we komen daar nog op terug) is voldoende gedetailleerd om de meeste vragen uit de natuurkunde te kunnen beantwoorden. Toch zijn er nog genoeg wetenschappers die een verdere verfijning van het atoommodel nastreven. Ze doen dit echter niet door nog kleinere bestanddelen te introduceren maar ze zoeken naar hele nieuwe concepten (snaren; plasma’s) waarbij onderscheid tussen materie en energie vervaagt. Het voert te ver om hierop dieper in te gaan.

Voor de ontstaansgeschiedenis van de wereld (het heelal) is het evenwel van belang om de vraag te beantwoorden: "Waar komen al die atomen vandaan?" De huidige opvatting van de meeste natuurwetenschappers is er een die op zijn minst weer de nodige vragen oproept.

Het complete heelal, materie en energie en alles wat er in zit, was oorspronkelijk samengebald in één punt, een soort oeratoom. Op een bepaald moment spatte dit óeratoom’ uiteen en de explosie waarmee dit gepaard ging wordt heel ludiek de ‘Grote Klap’ (Big Bang) genoemd. Op het moment van de Big Bang ontstond zowel tijd als ruimte. Met andere woorden, vóór de Big Bang was er geen tijd en geen ruimte. Dat valt nauwelijks voor te stellen. Enige tijd ná de Big Bang, dat wil zeggen nú, zijn de gevolgen van de Big Bang nog steeds waarneembaar. En daarin zit de kracht van de theorie! Overal in het heelal bevinden zich enorme sterrenstelsels die zich allemaal met grote snelheid van elkaar af bewegen. We weten dat omdat het licht dat we van deze stelsels opvangen een verschuiving naar het rood vertoont. Deze zogenaamde roodverschuiving (redshift) is te vergelijken met het lager worden van de tonen van een sirene van een ons passerende en zich van ons verwijderende ambulance. Omdat alle stelsels zich in dezelfde mate van elkaar verwijderen, betekent dit een voortdurend uitdijen van het heelal. Over de vraag of dit uitdijen ooit tot stilstand zal komen zijn de meningen nog verdeeld.

Hoe verder sterrenstelsels zich van ons vandaan bevinden, hoe langer het licht erover doet om ons te bereiken. Het licht dat wij zien van verafgelegen stelsels is dus ook heel oud. Het gunt ons een blik in het verleden toen het heelal nog jong was (de leeftijd van het heelal wordt geschat op 15 miljard jaar). Hoe verder weg de waarneming reikt hoe dichter bij de geboorte van het heelal, de Big Bang, we onze waarneming verrichten. Ergens, op grote afstand van ons vandaan, moet, vanuit alle richtingen een echo van de Big Bang bestaan. Deze zogenaamde achtergrondruis is inmiddels ook waargenomen, waarmee de theorie wederom is bevestigd.

SAMUEL BECKETT: Maar wat richtte God in godsnaam uit voor de schepping?
ANNICK VAN DAMME: In het begin was er slechts duisternis en leegte. De kosmos was slechts een eindeloos niets. Geen licht, geen beweging, geen leven, geen geluid. In haar leegte stuitte de duisternis op zichzelf. Het werd zich bewust van de leegte, de stilte. Kun je je deze stilte voorstellen, de stilte van het niets? Kun je zo stil worden dat je het hoort? Kun je naar de stilte in jezelf luisteren? Adem diep en langzaam, zodat je adem in stilte je longen vult. Voel hoe de binnenstromende lucht je keel ruimer maakt. Voel de energie naar binnen stromen. Luister naar deze energie, naar het niets. Voel deze kern van stilte in je. Adem terug langzaam uit. Ook de kosmos ervaarde die energie. De energie werd vibratie. Het was de vibratie van een geluid waaruit alle andere geluiden werden geboren. Het heelal werd vervuld met geluid. Het geluid werd één en vermenigvuldigde zich. Het geluid werd alomtegenwoordig. In je ademhaling, in je hart, in de wind, in de bomen en in de lucht. Het leeft in je eigen geest en in het ritme van al je gedachten.
BONAVANTURA: De schepping is als het ware een boek waarin men over de Drie-eenheid kan lezen.
RENATA VAN GOOL: De zevende dag aanschouwde god zijn schepping en zag dat het goed was. Hij was bijziend.
GERRIT KOMRIJ: Wie niet meecreëert is een deserteur van de schepping.
TREFWOORD < SCHEPPING>