|
SCHEPPING TREFWOORD < SCHEPPING> |
CITATEN |
ANONIEM:
In den beginne was er niets, en toen ontplofte dat ook nog. |
PLOTINOS:
Het ene is volmaakt, het heeft niets, zoekt niets, heeft niets nodig, maar het
vloeit over en deze overvloed is scheppend. |
BHAGAVAD
GITA: De mens bereikt volmaaktheid door
zijn plicht te doen als eerbewijs aan de Schepper die de gehele schepping
doordringt. |
BOEHME:
Waarom schiep God de mens? Opdat God
een evenbeeld uit zichzelf naar buiten brengen en in dit evenbeeld zichzelf bewust
worden zou. |
SVETASVATARA-UPANISHAD:
Dit is het stralend Brahman dat de gehele schepping verlicht; de schepper van het
heelal vanaf het begin; hij was, hij is en eeuwig zal hij zijn, alles doordringend
en al-ziende. |
URANTIABOEK:
De Eerste Oorzaak en Universum-Kern heeft zichzelf nooit door middel van
een naam geopenbaard, maar alleen door zijn aard. Als we geloven dat we
uit deze Schepper voortgekomen zijn, is het niet anders dan natuurlijk dat
we hem eventueel Vader noemen. Maar dit is de naam die we zelf gekozen
hebben door het herkennen van onze persoonlijke relatie met de Eerste
Oorzaak en Kern.
(...) De Universele Vader is een oneindige geestelijke realiteit. De
Universele Vader is de top van goddelijke persoonlijkheid; hij is de bron
en de bepalende factor van persoonlijkheid in de hele schepping. God is
zowel oneindig als persoonlijk. (...) God is veel meer dan een
persoonlijkheid zoals het menselijk denken zich deze voorstelt, en ook
veel meer dan wat voor opvatting dan ook omtrent een bovenmenselijke
persoonlijkheid. |
ANONIEM:
Twintig miljard jaar geleden was er niets. Niets is; niet iets. Er was geen licht en geen donker. Er was geen materie, geen energie, geen temperatuur. Er bestond geen
ruimte. Er bestond geen tijd. Er bestond niets.
Behalve: Er bestond een wil. Het was niet zo, dat deze wil een bepaalde
ruimte in beslag nam, want in het niets is geen ruimte. Evenmin was het zo, dat deze wil
gedurende een bepaalde tijd bestond, want in het niets is geen tijd. Tussen de vijftien en de twintig miljard jaar geleden barstte deze wil uit als een kracht, als energie. Daar
waar zij ging ontstond ruimte; daar waar zij brandde ontstond licht; daar waar
zij licht gaf ontstond tijd. Uit het niets maakte zij het iets. Daar waar het iets zich samenbalde ontstond materie; uit de materie ontstonden
de miljoenen sterrenstelsels die sindsdien voortgejaagd worden op de kracht van de
oeruitbarsting, verder van de oerkern af - en die, al verder gaande, de wereld maken, het heelal. Buiten de grenzen van hun
voortgang bestaat nog steeds; niet iets - niets. |
ANONIEM:
De ‘Big Bang’
De opvatting dat alle stoffen (materie) zijn opgebouwd uit atomen is
experimenteel aangetoond. Het aantal verschillende atomen is echter niet zo
groot als Democritus veronderstelde (iets meer dan honderd) en bovendien
zijn ze niet ondeelbaar. Atomen bestaan uit kleinere deeltjes die zelf ook
weer op te splitsen zijn in nog kleinere deeltjes. De vraag of we hiermee
tot in het oneindige door kunnen gaan valt niet te beantwoorden maar daar is
ook niet veel behoefte aan. Het atoommodel zoals dat nu bestaat (we komen
daar nog op terug) is voldoende gedetailleerd om de meeste vragen uit de
natuurkunde te kunnen beantwoorden. Toch zijn er nog genoeg wetenschappers
die een verdere verfijning van het atoommodel nastreven. Ze doen dit echter
niet door nog kleinere bestanddelen te introduceren maar ze zoeken naar hele
nieuwe concepten (snaren; plasma’s) waarbij onderscheid tussen materie en
energie vervaagt. Het voert te ver om hierop dieper in te gaan.
Voor de ontstaansgeschiedenis van de wereld (het
heelal) is het evenwel van belang om de vraag te beantwoorden: "Waar komen
al die atomen vandaan?" De huidige opvatting van de meeste
natuurwetenschappers is er een die op zijn minst weer de nodige vragen
oproept.
Het complete heelal, materie en energie en alles wat
er in zit, was oorspronkelijk samengebald in één punt, een soort oeratoom.
Op een bepaald moment spatte dit óeratoom’ uiteen en de explosie waarmee dit
gepaard ging wordt heel ludiek de ‘Grote Klap’ (Big Bang) genoemd. Op het
moment van de Big Bang ontstond zowel tijd als ruimte. Met andere woorden,
vóór de Big Bang was er geen tijd en geen ruimte. Dat valt nauwelijks voor
te stellen. Enige tijd ná de Big Bang, dat wil zeggen nú, zijn de gevolgen
van de Big Bang nog steeds waarneembaar. En daarin zit de kracht van de
theorie! Overal in het heelal bevinden zich enorme sterrenstelsels die zich
allemaal met grote snelheid van elkaar af bewegen. We weten dat omdat het
licht dat we van deze stelsels opvangen een verschuiving naar het rood
vertoont. Deze zogenaamde roodverschuiving (redshift) is te vergelijken met
het lager worden van de tonen van een sirene van een ons passerende en zich
van ons verwijderende ambulance. Omdat alle stelsels zich in dezelfde mate
van elkaar verwijderen, betekent dit een voortdurend uitdijen van het
heelal. Over de vraag of dit uitdijen ooit tot stilstand zal komen zijn de
meningen nog verdeeld.
Hoe verder sterrenstelsels zich van ons vandaan
bevinden, hoe langer het licht erover doet om ons te bereiken. Het licht dat
wij zien van verafgelegen stelsels is dus ook heel oud. Het gunt ons een
blik in het verleden toen het heelal nog jong was (de leeftijd van het
heelal wordt geschat op 15 miljard jaar). Hoe verder weg de waarneming reikt
hoe dichter bij de geboorte van het heelal, de Big Bang, we onze waarneming
verrichten. Ergens, op grote afstand van ons vandaan, moet, vanuit alle
richtingen een echo van de Big Bang bestaan. Deze zogenaamde achtergrondruis
is inmiddels ook waargenomen, waarmee de theorie wederom is bevestigd.
|
SAMUEL BECKETT: Maar wat richtte God in godsnaam uit voor
de schepping? |
ANNICK VAN DAMME:
In het begin was er
slechts duisternis en leegte.
De kosmos was slechts een eindeloos niets.
Geen licht, geen beweging, geen leven, geen geluid. In haar leegte stuitte de duisternis op zichzelf.
Het werd zich bewust van de leegte, de stilte.
Kun je je deze stilte voorstellen, de stilte van het
niets?
Kun je zo stil worden dat je het hoort?
Kun je naar de stilte in jezelf luisteren?
Adem diep en langzaam, zodat je adem in stilte je longen
vult.
Voel hoe de binnenstromende lucht je keel ruimer maakt.
Voel de energie naar binnen stromen.
Luister naar deze energie, naar het niets.
Voel deze kern van stilte in je.
Adem terug langzaam uit.
Ook de kosmos ervaarde die energie.
De energie werd vibratie.
Het was de vibratie van een geluid waaruit alle andere
geluiden werden geboren.
Het heelal werd vervuld met geluid.
Het geluid werd één en vermenigvuldigde zich.
Het geluid werd alomtegenwoordig.
In je ademhaling, in je hart, in de wind, in de bomen en
in de lucht.
Het leeft in je eigen geest en in het ritme van al je
gedachten.
|
BONAVANTURA: De schepping is als het ware een boek
waarin men over de Drie-eenheid kan lezen. |
RENATA VAN
GOOL: De zevende dag aanschouwde god zijn
schepping en zag dat het goed was. Hij was bijziend. |
GERRIT
KOMRIJ: Wie niet meecreëert is een deserteur van de
schepping. |
TREFWOORD < SCHEPPING> |
|
|