LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

   ZIEL            TREFWOORD < ZIEL>

CITATEN 

G.JAMPOLSKY: In de ziel van de natuur, vind je de natuur van je ziel.
ANONIEM: Ik ben ziel en jij bent ziel, dus zie ik geen verschil tussen jou en mij.
WILLIAM COWPER: De ziel voelt zich met klank verbonden. Een akkoord in harmonie met wat we horen, weerklinkt in ons en het hart geeft antwoord.
TERESA VAN AVILA: Nu zou het toch wel erbarmelijk en vernederend zijn, als wij door eigen schuld onszelf niet kennen en niet weten, wie wij zijn. Is het geen grote domheid (. ..) wanneer iemand, gevraagd wie hij is, niets van zichzelf afweet, zijn vader en moeder niet kent en niet eens weet, waar hij thuishoort?  Als dat nu al redeloos dom zou zijn, dan is het toch nog onvergelijkelijk dommer, wanneer wij geen zorg dragen goed te weten, wat we eigenlijk zijn en ons bepalen tot onze lichamelijkheid, dat wil zeggen tot de buitenkant. We weten - want we hebben dat gehoord en het geloof zegt het ons - dat wij een ziel hebben. Maar wat die ziel aan rijkdommen bezit, of wie, binnen in die ziel verblijf houdt, of de hoge waarde van die ziel, daar houden wij ons maar zelden mee op en bijgevolg maakt het ons ook niet veel of wij er met alle zorg voor waken, dat de schoonheid ervan ongerept blijft. Alle zorg wordt besteed aan de grove zetting (van de edelsteen) of aan de ringmuur van het kasteel. Dat is dan het lichaam. (. ..)
TERESA VAN AVILA: Om een grondslag te leggen voor wat ik zeggen ga, beschouwe men de eigen ziel eens als een uit één enkele diamant of uit een allerklaarst kristal bestaand kasteel met vele vertrekken, zoals er in de 'hemel ook vele verblijven zijn. Want goed beschouwd, is de ziel van de gerechtvaardigde inderdaad een paradijs. En de Heer zegt ervan, dat Hij er graag verblijft. Als dit dan zo is, wat dan te zeggen van de verblijfplaats, waar een zo machtig, wijs, zuiver en alle goeds in zich dragend Koning graag tegenwoordig is! (. ..)
ARNON GRUNBERG: Als het uiterlijk de spiegel is van de ziel, is er veel mis met onze ziel.
HERAKLEITOS: De grenzen van de ziel zul je niet kunnen gaan ontdekken, ook al bega je iedere weg: zo onuitputtelijk is wat zij te verklaren heeft.
THEOLOGIA GERMANICA: 't Goede behoeft niet in de ziel binnen te komen, want het is er reeds aanwezig, het wordt alleen niet beseft.
ECKHART: Om de ziel te peilen moet men ze peilen met God, want de Oorsprong van God en de Oorsprong van de ziel zijn een en de zelfde.
ARISTOTELES: De ziel denkt nooit zonder beelden.
MARCUS AURELIUS: Nergens kan een mens zich rustiger en ongestoorder terugtrekken dan in zijn eigen ziel.
JULIANA VAN NOORWEGEN: De ziel vindt pas rust als zij afstand gedaan heeft van alle geschapen dingen.
INAYAT KHAN: De tocht van de ziel naar de aarde waar zij incarneren, is lang en vermoeiend. Daarom zijn er onderweg rustplaatsen. De gestorvenen, op weg naar 'boven', gaan ook een lange en vermoeiende weg en rusten uit bij dezelfde pleisterplaatsen. Afdalende zielen horen verhalen van opstijgende zielen en denken later dat het hun eigen herinneringen zijn aan een eerder leven.
F.JAVEK: De ziel der mensheid is liefde. Die ziel kennen is de liefde ervaren. De mens heeft lief, omdat hij kan haten.
CATHARINA VAN GENUA: De zielen zijn bedekt met roest - d.i. met zonde - die geleidelijk aan door het vuur van het purgatorium verwijderd zal worden.
ECKHART: Te midden van de diepste stilte spreekt God tot ons zijn Woord. En wel in het reinste en edelste dat de ziel te bieden heeft, in haar wezen. Daar heerst de diepste stilte: schepsel noch beeld vindt er ooit toegang. Al haar werkzaamheden verricht de ziel door middel van haar krachten; wat zij kent, kent zij door het verstand; wat zij bemint, bemint zij door de wil. En de gevolgen van haar werkzaamheden treden naar buiten door de zintuigen, zoals bijvoorbeeld het zien door de ogen. In het wezen van de ziel vindt echter geen handeling plaats. Weliswaar ontspringen de werkzaamheden uit de grond van de ziel, maar de grond zelf is het diepste zwijgen. Hier is slechts ruimte en rust voor Gods woord. Niemand of niets vermag aan de grond van de ziel te raken dan God alleen. Komen de zielekrachten met de schepselen in contact, dan vormen zij zich daarvan een beeld en gelijkenis, en nemen dit in zich op. Daardoor kennen zij de schepselen. Dieper kan het schepsel niet tot de ziel doordringen. En anderzijds is de ziel slechts op deze wijze in staat zich met de dingen te verenigen. De ziel zelf kan zich van haar wezen geen beeld vormen. Daarom is de ziel niets zo onbekend als zichzelf. Inwendig is zij vrij van elke bemiddeling en alle beelden, en dat is ook de reden waarom God zich zonder meer met de ziel verenigen kan. Dat is de geboorte van Gods Zoon. Op volkomen dezelfde en geen andere wijze baart Hij Zijn Zoon in het wezen van de ziel, spreekt Hij, zonder beeld of gelijkenis, tot ons zijn Woord. Wat wordt vereist van de mens om dit Woord van God in zich op te nemen? Heeft hij zich enige voorstelling van God te maken of aan Hem te denken? Of kan hij beter stil zijn, in rust en zwijgen wachten op Gods spreken en doen? Ik zeg: dit spreken en doen van God worden slechts zij deelachtig die zich zo volkomen het wezen van de deugd hebben eigengemaakt, dat deze zonder hun toedoen uit hen opbloeit. En met name moeten zij een afspiegeling zijn van Christus, die in hen leeft. Zij zullen ervaren dat het beste en heerlijkste waartoe een mens tijdens zijn aards bestaan kan komen, is te zwijgen en God in zich te laten spreken en doen.
PLATO: U moet niet proberen een deel te genezen zonder het geheel te behandelen. U moet niet proberen het lichaam te genezen zonder de ziel erbij te betrekken; als u het hoofd en het lichaam gezond wilt maken, moet u beginnen met het genezen van de ziel. Dit laatste is het belangrijkste. Laat niemand u overhalen zijn lichaam te genezen, als hij u niet eerst gevraagd heeft zijn ziel te genezen. De grootste fout die dokters in onze tijd bij de behandeling van het lichaam maken is, dat ze beginnen met de ziel van het lichaam te scheiden.
PLATO: Als de ziel vertrekt in een toestand van zuiverheid, geen enkele onzuiverheid meeneemt die gemakkelijk blijft kleven, waaraan tijdens het leven nooit willens en wetens is meegedaan, maar die vermeden is, zichzelf in zichzelf verzameld heeft en deze scheiding van het lichaam tot doel en studie maakt... welnu, als de ziel zo klaar is vertrekt ze naar het onzichtbare gebied van het Goddelijke, het Onsterfelijk en het Wijze.
THOMAS À KEMPIS: 'Zeg tot mijn ziel: Uw heil ben Ik.' - Hoe edel zijt gij, mijn ziel: welk een wonder van kracht ligt er in u verborgen; want rust zult gij niet vinden dan na het hoogste goed verworven en het einddoel bereikt te hebben. Pas als gij dat erkend en gevonden hebt, zal uw onrust wijken. O Goed boven alle goed, eindeloos einddoel: wanneer zal ik U genieten, onbeperkt en voor altijd? Ik vind veel goeds hier op aarde; maar dat is niet duurzaam en geeft geen verzadiging. Voor mij is nog maar één ding noodzakelijk. Dat éne zoek ik, dat éne begeer ik. Alles bestaat omwille van de éne en uit dat éne komt alles voort. Wanneer ik dat bezit, zal ik tevreden zijn; zolang ik het niet verworven heb, blijf ik onrustig zoeken, want de veelheid kan mij niet bevredigen. Wat is dat éne? Ik kan het niet zeggen. Ik voel dat ik ernaar verlang, want niets bestaat er of valt er te bedenken wat beter en groter is. Dit éne is er niet temidden van alles; het éne is er boven alles. Mijn God is het: Hem nabij zijn en toebehoren, dat is mijn hoogste geluk. Tot Hem zeg ik en roep ik: 'Zeg tot mijn ziel: Uw heil ben Ik.' Wat anders kan mijn ziel zo boordevol verlangen najagen? Is het niet beter te kiezen voor de Ene dan voor het vele? Uit de Ene is het vele, niet uit het vele die Ene. Houd op te zoeken naar het vele. Hecht u aan de Ene, hecht u vast aan Hem alleen: in de Ene is alles wat bestaat. Laat anderen zoeken naar het vele en het verscheidene, dat uiterlijk is; zoek zelf innerlijk het Goed dat enig is. Dat zal u genoeg zijn.
INAYAT KHAN: Het verlangen van de ziel is de wens van God.
W. KANDINSKY: Het contact van ziel en kunst is een beïnvloeden en vervolmaken van elkaar.
VICTOR HUGO: De ziel heeft illusies, zoals de vogel vleugels heeft: dat is hetgeen haar steunt.
S.GOULD: De ziel is een nevenhypothese die sommigen gemak stelt.
JOSE ORTEGA Y GASSET: Je ziel is je het meest nabij, maar ze is niet je eigen ik.
DOSTOJEWSKI: Omgaan met kinderen is gezond voor de ziel.
D.COSTER: De ziel zelf is geluk doch aan het leven wordt zij zich van dit geluk bewust.
M.DE CHAZAL: Wij kennen mensen pas een ziel toe als ze geen lichaam meer hebben.
J.BIESHEUVEL: Mijn ziel is even zo leeg als mijn prullebak vol is.

NICO SCHEEPMAKER: De ziel van een volk wordt adequater in het warenhuis weerspiegeld dan in het museum, als de ziel überhaupt al weerspiegeld wordt.

ERIC VAN DER STEEN: De man heeft twee zielen in één borst, de vrouw twee borsten en géén ziel.

TREFWOORD < ZIEL>