|
FILOSOFIE: LEER DER GROTE DENKERS ANAXIMANDROS: HET GRENZELOZE - HET ONEINDIGE Anaximandros vond, wat Thales zocht, doch zijn vondst stijgt hij verre boven de wijsheid van zijn meester uit: het oerprincipe van de wereld heet bij deze denker: Apeiron: het grenzeloze, het oneindige. In tegenstelling met Thales leert zijn grote volgeling, dat men de oerstof niet zo eenvoudigweg met een van de bekende, waarneembare stoffen gelijk mag stellen. Want al het waarneembare, al het zintuiglijk bepaalde is immers windig en begrensd. Al het bepaalbare wordt begrensd door zijn tegendeel: zo het warme door het koude, het vloeibare door het vaste, het heldere door het donkere. En hoe zou het begrensde het aanzijn kunnen geven aan het grenzeloze? Al wat bepaald en eindig is, komt, groeit, gaat onder en vergaat; al wat eindig is, blijft voortdurend in wording, in een overgangstoestand van het ene tegendeel in het andere: het vloeibare wordt vast, en omgekeerd; het warme wordt koud, en omgekeerd. Er heerst als het ware een voortdurende strijd tussen de dingen, de uitersten verslinden elkaar zonder ophouden, zonder mededogen; afwisselend worden de dingen als het ware meester over elkaar; doch elke zegepraal verkeert onvermijdelijk in een nederlaag en vice versa. 'Waaruit de dingen ontstaan, daarin ook zullen zij ondergaan, zoals het de billijkheid verlangt; want zij moeten elkaar boete en straf betalen voor hun ongerechtheid na de vastgestelde tijd.' Zo drukt Anaximandros de grote, alles beheersende wereldwet: alles ontstaat uit het Apeiron, alles vergaat in het Apeiron, in dichterlijken vorm en met molariserende strekking uit. Uit deze zuiver filosofische grondstellingen heeft Anaximandros op originele wijze een tamelijk uitvoerig uitgewerkt astronomisch-fysikalisch-evolutionistisch wereldbeeld weten te ontwikkelen. Uit het Apeiron stegen allereerst het Hete en Koude op. Het Hete omsloot als een gloeiende vlammensfeer het Koude, d.i. de zich vormende aarde. Uit het koude immers sproten het vloeibare en het vaste als tegendelen voort. Onder de invloed van de vlammensfeer stegen uit het vloeibare dampen naar de hoogte en aldus werd uit vuur en damp de hemel daarboven gevormd, de hemel, die zich wentelt rond de aarde, die Anaximandros zich niet meer als schijf , doch als een vrij in de ruimte zwevende cilinder voorstelde. Bij de aanvang was de aarde geheel met water bedekt en de eerste levende wezens hebben zich dan ook in het water ontwikkeld. Uit zulke, op vissen gelijkende, dieren zijn de eerste mensen ontstaan, want, zo oordeelt, want, zo oordeelt Anaximandros zeer scherpzinnig, levende wezens, die als kinderen zozeer en zolang op hulp van anderen zijn aangewezen, kunnen onmogelijk bij de aanvang levensvatbaar zijn geweest. In een grootse, geniale conceptie werd hier door Anaximandros de ganse evolutieleer van Darwin geanticipeerd; de Griekse denker was een overtuigd 'darwinist' 25 eeuwen voor Darwin.
|