LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      FILOSOFIE: LEER DER GROTE DENKERS 

  JAMES: PSYCHOLOGIE  

De psychologie is de leer van het psychische leven en zijn voorwaarden.

Het juiste inzicht in het psychische is slechts te verkrijgen door het nauwkeurig te beschrijven, te analyseren en het in zijn samenhang met de fysiologische processen te onderzoeken.

De psychologie rust op het fundament van de algemene biologie; evenals deze is zij een zuiver empirische wetenschap, want alhoewel men er door metafysische bespiegelingen toe kan geraken een zelfstandig bestaande, onsterfelijke ziel te aanvaarden, zo heeft de zielkunde zelf met deze mogelijkheid geen rekening te houden.

Haar taak bestaat uitsluitend daarin, de samenhang tussen het psychische en het fysische te onderzoeken; de zielkunde als wetenschap kan niet anders dan de "ziel", het psychische, als een voortdurend zich bewegend, proces beschouwen.

Men kent de "ziel" enkel uit haarwerken, inzoverre staan James en Wundt beide op het standpunt van het psychologisch actualisme.

Het menselijk bewustzijn vormt één geheel, het kent geen delen, geen atomen; de verschillende bewustzijnstoestanden zijn niet scherp van elkaar te onderscheiden, zij vloeien onmerkbaar in elkaar over, zij zijn als golven in "de stroom van het geestesleven".

Vier eigenschappen kenmerken volgens James de geaardheid van het menselijk bewustzijn:
1: elke bewustzijnstoestand is een fase van een persoonlijk bewustzijn.
2: binnen de grenzen van dit persoonlijk bewustzijn wisselen de toestanden    voortdurend.
3: elk persoonlijk bewustzijn vormt een continuerende stroom.
4: elk bewustzijn werkt kiezend tussen de verschillende indrukken en  
       voorwerpen.

Het geestesleven "vloeit"; het is een "stroom", met op substantie gelijkende eilanden, rustpunten.

Ons bewustzijn kan zich slechts richten op een enkel ding.
Alleen dit éne heb ik volledig onder mijn aandacht, tal van andere dingen zie ik: óók, zij vormen een "hof" (halo) rond dit éne ding, dat mijn aandacht trekt.

Zo richt ik mijn oog op een boek: ik zie het scherp, maar ik zie ook tegelijkertijd en onvermijdelijk de kast, het glas, de andere boeken, die er naast staan.

Doch ik zie dit alles veel minder duidelijk: mijn bewustzijn heeft, gehoorzamend aan het gebod van mijn wil, dit éne boek uitgekozen.
Want het wezen van de wi1 ligt in deze inspanning tot aandacht geven aan een bepaalde zaak besloten.

De wil is een bevel, een beslissing, op zijn minst een toe- stemming.

Het bewustzijn is daarom ook impulsief en motorisch, het is steeds actief, nooit zuiver passief.

Onze gemoedstoestanden zijn niet oorzaken, doch gevolgen van organische toestanden, die de onmiddellijke reacties zijn van bepaalde waarnemingen en gewaarwordingen.

Wij zijn treurig, omdat wij wenen; toornig, omdat wij klappen uitdelen; verschrikt, omdat wij beven.

Zonder de lichamelijke toestanden, die op de waarneming volgen, zou de laatste uit- sluitend een intellectuele aangelegenheid zijn zonder enige gevoelswaarde.

In tegenstelling met Wundt, doch daarin overeenstemmend met Bergson, houdt James meerdere "ik-ken" in één persoon voor mogelijk, zoo b.v. een bewust en een onbewust "ik".

James toonde dan ook grote belangstelling voor "occulte" feiten en spiritistische séances en was in Amerika de stichter van de vereniging voor Psychical Research.