|
FILOSOFIE: HET ABSOLUTE
KLASSIEKE GODSBEWIJZEN EN HUN KRITIEK
Inleiding.
Als wij met de naam 'God' een wezen bedoelen groter
dan welk niets kan gedacht worden, betekent dit dan niet, dat wij met de naam van God een
wezen bedoelen dat in de werkelijkheid bestaat?
Daar anders, als het niet in de werkelijkheid
bestond, wij aan iets groters konden denken.
De uitspraak 'God bestaat in werkelijkheid niet'
houdt daarom een tegenspraak in, juist zoals het een tegenspraak is als men zegt, dat een
driehoek geen door drie zijden omschreven figuur is.
Is daarmee bewezen, zoals Anselmus van Canterbury
meende, dat wat men zich voorstelt als werkelijk bestaande (God), ook inderdaad in de
werkelijkheid bestaat?
Dan zou een in gedachte voorgesteld biljet van f 100
hetzelfde zijn als een werkelijk biljet van f 100. S. Thomas verwerpt dan ook deze
a-priorische of analytische gedachtegang van Anselmus en zoekt het bestaan van God aan te
tonen, niet door een loutere begrips- of betekenisanalyse, maar door na te gaan - in het
licht van bepaalde niet-logische beginselen a priori - aan welke noodzakelijke voorwaarden
de werkelijkheid moet voldoen, willen haar in de ervaring gegeven kenmerken van
veranderlijkheid, werkzaamheid, contingentie, eindigheid, doelmatigheid of
doelgerichtheid, mogelijk zijn.
Afgezien van de vraag, of de details van zijn
analysen juist of toereikend zijn, is het een punt van algemene, kenniskritische
overweging, of de door hem gehanteerde niet-logische beginselen a priori voldoende
draagkracht en evidentie bezitten, om zijn conclusies niet alleen gevolglijk, maar ook
waar te maken.
Zeker is dat in de tegenwoordige tijd deze beginselen
niet meer de algemene instemming vinden die zij vroeger bezaten.
🧠 Klassieke godsbewijzen: kernideeën
-
Anselmus van Canterbury
introduceert het ontologisch argument: als God
het grootste denkbare wezen is, moet Hij ook in
werkelijkheid bestaan—anders zou er iets groters
denkbaar zijn.
-
Dit argument is gebaseerd op begripsanalyse
en wordt beschouwd als een a-priorisch bewijs
(zonder empirische waarneming).
⚔️ Kritiek op Anselmus
-
Thomas van Aquino verwerpt
Anselmus’ redenering: een gedachtebeeld (zoals een
biljet van 100 gulden) is niet hetzelfde als de
werkelijkheid.
-
Thomas zoekt bewijs voor Gods bestaan via
ervaring en niet-logische beginselen a priori,
zoals:
❗ Filosofische kanttekeningen
-
Er wordt getwijfeld of de niet-logische
beginselen van Thomas voldoende draagkracht en
evidentie hebben om zijn conclusies waar te
maken.
-
In de moderne tijd is er minder algemene
instemming met deze beginselen dan vroeger.
|