|
FILOSOFIE: LEER DER GROTE DENKERS
MELISSOS: WAT WAS, WAS IMMER EN ZAL IMMER ZIJN
Het Zijnde moet buitendien ook onveranderlijk zijn,
want alle veranderingen is eveneens reeds bij Parmenides.
Anders dan deze leert echter Melissos: het Zijnde is
niet bolvormig doch oneindig, ware het begrensd, dan hadden het begin en einde en
zou dus door een Niets begrensd zijn, dit Niets ware dus ook werkelijk, wat onmogelijk is.
📘 Kernpunten uit Melissos' filosofie
-
Het zijnde is onveranderlijk
Melissos bouwt voort op Parmenides' gedachte dat het
zijnde niet verandert. Verandering impliceert een
overgang naar iets wat er nog niet is—en dat zou een
"niets" zijn, wat volgens Melissos onmogelijk is.
-
Het zijnde is oneindig, niet bolvormig
In tegenstelling tot Parmenides, die het zijnde als
bolvormig beschouwde, stelt Melissos dat het oneindig
is. Als het begrensd zou zijn, zou het een begin en
einde hebben, en dus door "niets" begrensd worden. Maar
dat "niets" kan niet bestaan.
-
Logische redenering over bestaan en
grenzen Melissos gebruikt een strikte logica:
iets wat bestaat kan niet begrensd worden door iets wat
niet bestaat. Daarom moet het zijnde oneindig zijn.
Deze ideeën zijn onderdeel van de vroege Griekse metafysica,
waarin filosofen probeerden te begrijpen wat "bestaan" werkelijk
betekent. Melissos' denken is abstract, maar vormt een belangrijke
schakel in de ontwikkeling van de westerse filosofie.
|