LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      FILOSOFIE: LEER DER GROTE DENKERS 

  PARMENIDES: HET ZIJNDE IS EEUWIG  

Herakleitos was de profeet van het eeuwig bewegende, van het voortdurend wordende: Parmenides is de profeet van het eeuwig rustende, onveranderlijk Zijn. 

Het wereldbeeld van Herakleitos was dynamisch, dat van Parmenides daarentegen is volstrekt statisch. 

In Herakleitos leefde nog de wereldbeschouwingswijze van de oude Ioniers voort: het leven en de natuurlijke wereld stonden in het middelpunt van zijn belangstelling; het wisselende en veranderlijke, de beweging trad bij hem beheersend op de voorgrond. 

Daartegenover had Xenophanes reeds zijn pantheïstisch toverwoord: 'Een en Alles' doen horen. 

Bij deze formule knoopt Parmenides aan, op deze grondslag van de geestdriftige zanger Xenophanes zal hij systematisch voortbouwen. 

Het Ene blijft, eeuwig en onveranderlijk, boeven alle wisseling verheven, dat is het grondaxioma, waarvan hij uitgaat. 

Zeer nieuw klinkt deze stelling ons niet in de oren, met enige goede wil kan men haar reeds bij de Milesiers vinden. 

Het nieuwe ligt bij Parmenides in het feit, dat hij de intuïtief geschouwde waarheid uit de metafysische omhulling, waarin zij bij al zijn voorgangers bevangen bleef, haalt en haar op zuiver logische bodem overplant. 

Zo werd Parmenides de eigenlijke ontdekker van de logica. 

Deze denker blijft niet bij het intuïtieve begrijpen stilstaan; hij 'schouwt' niet alleen, hij zal ook bewijzen en zijn bewijzen zal hij leveren met de middelen van het begrip en van het zuivere denken. 

Parmenides fixeert zijn metafysisch weten (dat bij Herakleitos en Xenophanes met geen woorden uit te drukken was) in klare uitspraken; hij vat het samen in een zin: 'Het Zijnde is', of korter nog: 'Het is', of ook negatief: 'Het niet-Zijnde is niet'. 

Alle drie deze formules spreken een en dezelfde grondgedachte uit: het Zijnde is. 

Daarin vervat hij het weten van het Al tezamen; buiten het Zijnde is er niets; het Zijnde is het Absolute. 

Zuiver formeel, schematisch: A = A, lost Parmenides het grootste wereldraadsel op! 

De logica is bij hem voor het eerst de grondslag van alle menselijk weten en begrijpen geworden!

Het Zijnde is: uit deze kardinale stelling leidt Parmenides al het overige, zijn ganse wereldverklaring af. 

Zo b.v is het 'worden' bij deze wijsgeer tot een pure onmogelijkheid gedegradeerd; 'worden' bestaat niet, want het stelt, als overgang van het niet-zijnde naar het zijn, het niet-zijn vooropen, wij vernamen reeds: het niet-zijnde is niet. 

Evenzo is het 'vergaan', als overgang van zijn naar niet-zijn uitgesloten, want het Zijnde is: onveranderlijk en eeuwig. 

Doch men moet hier weer de eigen woorden van de wijsgeer hebben gehoord en hun invloed hebben ondergaan:

Zo blijft alleen nog het weten van de ene weg: dat het Zijnde bestaat. Op deze weg staan tal van mijlpalen: wijl ongeboren is het ook onvergankelijk, een geheel, onveranderlijk, onbeweeglijk en zonder einde. Het was nooit en zal nooit zijn, wijl het tezamen slechts in het nu voorhanden is, eenmaal en onmiddellijk. Wat zou gij als oorsprong voor het Zijnde kunnen aangeven? Hoe en waardoor ware zijn groei ook maar mogelijk? ... Want ontstond het, zo is het nog niet en evenmin, wanneer het eens in de toekomst nog moet ontstaan. Zo is het ontstaan uitgedoofd en het vergaan verdwenen. Ook deelbaar is het niet, niet hier meer en daar minder, het Zijnde is integendeel overal gelijkmatig van zichzelf vervuld. Daarom is het ook geheel ondeelbaar, want overal, want overal ligt het Zijnde dicht bij Zijn. Maar ook onbeweeglijk ligt het gebonden aan machtige ketens zonder aanvang en zonder einde; want ontstaan en vergaan zijn wijd en zijd in de verte verslagen, waarheen hen de ware overtuiging verstiet; en als hetzelfde steeds in Hetzelfde verblijvend, rust het in zichzelf en blijft standvastig aldus. Het Zijnde kan niet onvolmaakt zijn, want het ontbreekt niets, ontbrak het de volmaaktheid, zo ware het ganselijk onvoleindigd. En wijl aldus en laatste grens voorhanden is, zo is het Zijnde afgesloten naar alle richtingen, vergelijkbaar aan de massa van een wel afgeronde bol, van uit zijn middelpunt naar alle zijden even sterk ...

Opperste, allesomvattende eenheid en onverstoorbare, evenwichtige rust zijn de kenmerkende eigenschappen van deze wereldopvatting; de werkelijkheid van het vele en het wisselende wordt eenvoudig ontkend; zij zijn logisch onmogelijk, niet zonder innerlijke tegenspraak denkbaar, dus berust hun werkelijkheid slechts op schijn. 

Want aan de getuigenis van de zinnen mag men niet de minste geloofwaardigheid schenken; alleen door het denken kan men de waarheid leren kennen, alleen het denken vermag het Zijnde in zijn wezen te begrijpen. 

Het denken is het Zijnde, het denken schept het Zijnde , want 'het denken is met het Zijnde identiek'. 

Alleen het zijnde kan het voorwerp van het denken zijn, wat niet is, is tevens ondenkbaar, en al het denkbare is werkelijk. (Alles Vernuftige ist wirklich' zal 25 eeuwen later Hegel zeggen.) 

Van dit Ene, volstrekte Zijnde, dat alleen werkelijk is, kan het denken een absoluut zekere kennis erlangen; de zinnenschijn is zinnenbedrog, de ervaring in 't algemeen misleidt de mensen tot het uitspreken van zeer onzekere en zeer veranderlijke meningen en tot het gebruik van de bedrieglijke spreekwijze over de 'veelheid' en de 'veranderlijkheid' van de dingen:

Van deze weg des vorschens houde men zijn gedachten verre en late zich niet door de gewoonte van vele ervaringen op deze weg dringen: slechts de blik naar het zinloze, het gehoor naar het bruisende te richten en de tong te elaten lallen. Neen, met het verstand brengt men het veel omstreden onderzoek, dat ik u ried, tot een afsluitend einde.