|
GESCHIEDENIS VAN DE FILOSOFIE
PHILO: LOGOSBEGRIP De godsvoorstelling van Philo is ver
verwijderd van de oudtestamentische. God is bij Philo van alle menselijke
bepalingen ontdaan, hij is de volstrekt onbepaalbare en onkenbare, die in onbereikbare
verte boven alles troont. Het zou in tegenspraak zijn met de
waardigheid van zulk een God, indien hij bij de schepping van de wereld zelf de stof
onmiddellijk had aangeraakt. Hij bedient zich tot verwezenlijking
van zijn wil ten aanzien van de stoffelijkheid van onstoffelijke krachten 'die hun ware
naam Ideeën heten'. Hier zien wij de band met Plato.
Het geheel der Ideeën echter - en
hier kunnen wij mogelijkerwijs invloed van de Stoa waarnemen, al wordt dan bij hen het
begrip ook anders opgevat - is de Logos, de wereld bestierde Rede. De Logos is met God identiek, maar bekleedt de tweede plaats na God. Philo noemt hem 'Gods Zoon'. Hij is de middelaar tussen God en de
mensen en de voorspraak voor de mensen bij God. Het is duidelijk dat latere christelijke gedachten reeds hier hun oorsprong vinden.
|