FILOSOFIE: HET ABSOLUTE
RELIGIEUS GELOOF
Inleiding.
In tegenstelling met het naturalisme, dat het geheel
van de stoffelijke wereld beschouwt als in zichzelf gegrond, heeft volgens het
spiritualisme de natuur geen voldoende verklaringsgrond in zichzelf, haar bestaan hangt af
van iets anders, d.i. van een onstoffelijk of geestelijk principe, dat als de laatste
grond van het zijn de bodem is waar alles op rust.
In de taal van de godsdienst heet deze onafhankelijke
of absolute grond van geestelijke aard 'het goddelijke' of, meer persoonlijk gedacht, God.
Het spiritualisme als wijsgerige wereldverklaring
stemt dus, wat zijn grondgedachte betreft, overeen met het centrale leerstuk van alle
religies.
Deze overeenstemming is niet toevallig.
Het filosofisch spiritualisme heeft zich
oorspronkelijk ontwikkeld uit een reeds bestaand goden- of godsgeloof, in een poging om
aan dit geloof door middel van bewijs en redenering een rationele grondslag te geven en
daarmee hetgeen men voorheen alleen gelovig had aangenomen, ook verstandelijk te leren
begrijpen.
Gegeven deze historische samenhang lijkt het gepast
om, alvorens de eigen waarde van de filosofische Godsleer te onderzoeken, zich eerst, zij
het in het kort, te oriënteren omtrent wezen en motieven van haar oorsprong, het geloof
van de religie.
Sigmund Freud heeft aan het vraagstuk van de
psychologische oorsprong van het religieuze geloof een indringende analyse gewijd, terwijl
William James zijn aandacht vestigde op de 'quaestio iuris', of men het recht heeft om te
geloven als de gronden ontbreken die de mens doen inzien.
🌌 Kernpunten van de tekst
-
Spiritualisme vs. Naturalisme
Spiritualisme stelt dat de natuur niet uit zichzelf
verklaard kan worden en afhankelijk is van een
geestelijk, onstoffelijk principe—vaak aangeduid als
het goddelijke of God. Naturalisme
daarentegen ziet de stoffelijke wereld als zelfstandig
en volledig verklaarbaar vanuit zichzelf.
-
Filosofisch spiritualisme en religie
Filosofisch spiritualisme is ontstaan uit religieus
geloof en probeert dat geloof rationeel te onderbouwen.
Het zoekt naar verstandelijke verklaringen voor wat
eerder puur op geloof gebaseerd was.
-
Historische samenhang De
ontwikkeling van het filosofisch spiritualisme is nauw
verbonden met religieuze tradities. Het probeert de
religieuze overtuigingen te begrijpen en te verklaren
met behulp van redenering en bewijs.
-
Psychologische en juridische benadering
Sigmund Freud analyseerde de psychologische oorsprong
van religieus geloof. William James stelde de vraag of
men het recht heeft om te geloven, zelfs als er geen
rationele gronden zijn.
|