LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      KRISHNAMURTI: DE WERELD - DAT BEN JIJ 

  ANGST VOOR HET VERLEDEN - ANGST VOOR DE TOEKOMST  

Maar wat is nu precies angst?

Kennen we de angst of kennen we die alleen maar, als ze voorbij is?

Het is van belang om dat te ontdekken.

Staan we ooit rechtstreeks in contact met angst, of is onze geest er zo aan gewend, zo geoefend, dat hij onmiddellijk een uitweg weet en dus nimmer rechtstreeks in contact komt met dat, wat hij angst noemt?

Het zou de moeite waard zijn je eigen angst nu eens bij de kop te vatten en ons daar eens in te verdiepen.

Misschien zouden we daarmee dan ook rechtstreeks iets over angst kunnen leren.

Wat is angst?

Hoe ontstaat die?

Hoe bouwt hij zich op en wat is zijn aard?

Wij spraken bijvoorbeeld over angst voor de publieke opinie.

Daar staan allerlei dingen mee in verband; men zou er misschien zijn baan door kunnen verliezen.

Hoe komt die angst op?

Is hij een resultaat van tijd?

Houdt de angst op, als ik er de oorzaak van ken?

Verdwijnt de angst door analyse; doordat ik de oorzaak ervan opspoor en vind?

Ik ben ergens bang voor, voor de dood bijvoorbeeld, of voor iets, dat misschien overmorgen zal gebeuren.

Of ik ben bang van het verleden.

Wat houdt die angst in stand, wat houdt hem levend?

Misschien heb ik eens iets verkeerds gedaan, of ik heb misschien iets gezegd, waarover beter gezwegen had kunnen worden.

Allemaal dingen uit het verleden.

Of ik ben bevreesd over wat misschien zal gebeuren: zwakke gezondheid, ziekte, het verlies van mijn werkkring.

Allemaal zaken van de toekomst.

Er is dus angst voor het verleden en er is angst voor de toekomst.

Angst voor het verleden betreft iets, dat daadwerkelijk heeft plaats gehad en angst voor de toekomst betreft iets, wat misschien zou kunnen gebeuren: een mogelijkheid.

Wat houdt nu die angst - zowel voor de toekomst als voor het verleden ononderbroken in stand?

Dat is ongetwijfeld het denken - de gedachte aan wat men in het verleden heeft gedaan, of aan de pijn, die een of andere ziekte heeft veroorzaakt en waarvan men vreest, dat die zich in de toekomst zal herhalen.

Angst wordt gevoed door de herinnering door er over na te denken.

Het denken onderhoudt en voedt de angst met gedachten over voorbij verdriet en voorbij vreugde en geeft er continuïteit aan.

Vreugde en verdriet in verband met de toekomst zijn een activiteit van het denken.

Ik ben bang om iets, dat ik heb gedaan en vrees de mogelijke gevolgen in de toekomst daarvan.

Zulk een angst wordt door het denken onderhouden.

Dat is - dunkt me - duidelijk.

Het denken is tijd - psychologisch gezien.

Het denken schept psychologische tijd tegenover chronologische tijd.

We spreken niet over de chronologische tijd.

Het denken, dat de tijd samenstelt uit gisteren, vandaag en morgen, kweekt angst.

Het denken schept de tijdsperiode tussen nu en wat misschien in de toekomst zou kunnen gebeuren.

Het denken doet de angst voortbestaan door de psychologische tijd.

Het denken is de oorsprong van de angst, het denken is de bron van het leed.

Zijn we het daar mee eens?

Zien we werkelijk wat de aard van het denken is, zien we hoe het te werk gaat, hoe het functioneert en hoe het dat hele bouwsel van verleden, heden en toekomst optrekt?

Zien we in dat denken noch door middel van analyse, noch door het opsporen van de oorzaak - wat allebei tijd kost - de angst kan oplossen?

In het tijdsverloop tussen de oorzaak van de oorzaak van de angst en het einde daarvan is de angst in werking.

Het is als bij iemand, die agressief is, maar die er tevens een theorie van geweldloosheid op na houdt.

Hij zegt: 'ik ga geweldloos worden', maar intussen zaait hij het zaad voor het geweld.

Zo zullen we, als we de tijd inschakelen - en tijd is denken - als middel om ons van de angst te bevrijden, die angst nooit oplossen.

De angst kan niet door het denken worden opgelost, want juist het denken heeft de angst geschapen.

Wat moeten we dan beginnen?

Als het denken dan geen uitzicht biedt op verlossing uit de greep van de angst, wat kunnen we dan doen?

Besef dit alsjeblieft door en door; niet alleen intellectueel, niet in woorden, niet als een redenering, waar je het al of niet mee eens bent, maar als iets, waar je bij betrokken bent, waar je intens mee bezig bent.

Het denken is verantwoordelijk voor de angst; het denken kweekt zowel angst als genot.

Als je duidelijk ziet, dat het denken dit overweldigende gevoel van angst kweekt en dat het denken die angst onmogelijk kan oplossen, wat is dan de volgende stap?

Ik hoop dat je jezelf die vraag stelt en niet zit te wachten op mijn antwoord.

Wanneer je niet op mijn antwoord wacht, dan sta je er vlak voor.

Als je die uitdaging tegemoet gaat met de oude reacties, wat gebeurt er dan?

Dan ben je nog even bang.

Maar de uitdaging is nieuw en eist onmiddellijke aandacht.

Het denken heeft de angst veroorzaakt en er is geen enkele mogelijkheid, dat het denken de angst zal doen eindigen.

Wat ga je nu doen?

Laten we eerst nagaan wat we bedoelen, als we zeggen: 'ik heb de aard en de hele structuur van het denken begrepen'.

Wat bedoelen we als we zeggen: 'ik begrijp', 'Ik heb het begrepen', 'Ik heb de aard van het denken doorzien'?

Wat is die geestestoestand die doet zeggen: 'ik heb het begrepen'?

Bekijk dit asjeblieft rustig; beweer niet direct iets.

Wij stellen nu de vraag: begrijpt het denken werkelijk?

Je verteld mij een en ander, je beschrijft bijvoorbeeld uiterst zorgvuldig en in details de ingewikkeldheid van het moderne leven en ik zeg: 'ik heb het begrepen', niet de beschrijving zonder meer, maar de inhoud ervan, tot in de diepte, zo dat het tot mij doordringt hoe de mensen, die daarin gevangen zitten, in een nerveuze, ja zelfs neurotische, afschuwelijke toestand verkeren en al zo meer.

Ik heb dat begrepen met mijn gevoel, met mijn zenuwen, met mijn oren, met alles wat aan me is, zodat ik er niet meer door bevangen ben.

Het is er precies mee als met mijn begrijpen dat een cobra gevaarlijk is.

Dan - afgelopen! Dan kom ik daar niet bij in de buurt.

Als ik die nu tegenkom - nu ik heb begrepen hoe die is - handel ik volkomen anders.

Is men in staat de aard van het denken te doorzien en daarbij tevens het resultaat daarvan, n.l. angst en genoegen?

Hebben we daadwerkelijk - niet theoretisch, niet in woorden, niet intellectueel - gezien, hoe het in zijn werk gaat?

Of zijn we nog niet verder dan de beschrijving, de redenering en het logische verband en zijn we nog niet aan het feit toe?

Als ik zonder meer tevreden ben met de beschrijving, met de in woorden gevatte verklaring, dan draai ik er maar wat omheen.

Als de beschrijving echter maakt, dat ik tegenover het werkelijke ding kom te staan, dan neem ik het rechtstreeks waar; dan gebeurt er iets heel anders.

Het is als bij een hongerig mens.

Hij wil eten en hij wil niet een beschrijving van voedsel aanhoren; hij wil niet horen wat er zou gebeuren als hij zou eten.

Hij wil eenvoudig eten.

Als men ziet, hoe het denken angst veroorzaakt - wat gebeurt er dan?

Als iemand honger heeft en iemand beschrijft hem, hoe heerlijk de gerechten smaken, wat doet hij dan?

Wat is zijn reactie?

Hij zal zeggen: 'hou op met al die beschrijvingen; geef me liever iets te eten'.

Dan handelt hij rechtstreeks en niet theoretisch.

Als iemand dus zegt: 'ik begrijp het' betekent dat, dat het leren omtrent denken, angst en genot in voortdurende beweging is.

Vanuit deze onafgebroken beweging handelt men.

Men handelt midden in deze beweging van het leren.

Wanneer we op die manier leren omtrent de angst, is dat het einde van de angst.