|
KRISHNAMURTI: LEVEN ZONDER GEWELD DE HERKENNING VERMENGT ZICH MET DE WERKELIJKHEID De vraag van herkenning is echt
gecompliceerd. Als ik zeg, 'Ik ken jou', wat
betekent 'ik ken' dan? Ik ken je zoals je was toen ik je
gisteren, of tien jaar geleden ontmoette. Maar tussen tien jaar geleden en nu
ben jij en ben ik veranderd, daarom ken ik je niet. Ik ken je alleen zo als je in het
verleden was, daarom kan ik nooit zeggen: 'ik ken jou.' Begin met het begrijpen van dit
simpele elementaire feit. Ik kan daarom alleen zeggen, 'Ik ben
gewelddadig geweest, maar ik weet niet wat geweld is.' Je zegt iets tegen mij waardoor ik
geprikkeld word en kwaad wordt. Een seconde later zeg je ' Ik was
kwaad.'
Op het moment dat je kwaad bent
herken je het niet, dat doe je pas later. Daarom moet je de structuur van
herkenning onderzoeken. Als je dat niet doet zul je niet in
staat zijn woede onbevangen te benaderen. Ik ben kwaad, maar realiseer me dat
pas een ogenblik later. Dit besef is de herkenning dat ik
kwaad geweest ben; het treedt op nadat ik kwaad was - anders zou ik het niet kunnen
benoemen. Kijk wat er gebeurd is. De herkenning vermengt zich met de
werkelijkheid. Ik ben voortdurend bezig het actuele
moment te vertragen in termen van het verleden. Kan men nu, zonder het heden te
vertalen in termen van het verleden, onbevangen met een frisse geest naar de respons
kijken?
Je noemt mij een idioot en mijn bloed
begint te koken en ik zeg: 'jij bent er ook een.' Wat is er, emotioneel, van binnen, in
mij gebeurd? Ik heb een voorstelling van mezelf
wat ik begerenswaardig, edel en belangrijk vind, en jij beledigt deze voorstelling. Het is die voorstelling die reageert,
het verleden. De volgende vraag luidt dus: 'kan de respons niet van het oude komen? - kan er een interval bestaan tussen het 'oude' en de actualiteit van het moment? Kan het oude aan het wankelen worden
gebracht zodat het de nieuwe de kans krijgt zich te manifesteren? Ik denk dat daar het hele probleem ligt. |