|
KRISHNAMURTI: LAAT HET VERLEDEN LOS DE SLAVERNIJ VAN HET DENKEN Laten we nu ingaan op de vraag wat
denken is, de betekenis van dat denken dat met zorg, logica en met gezond verstand (voor
ons dagelijks werk) beoefend moet worden en dat wat helemaal geen betekenis heeft. Tenzij we de twee soorten kennen, kunnen we onmogelijk iets veel diepers begrijpen, iets wat door het denken niet geraakt kan worden. Laten we dus trachten deze zeer
ingewikkelde structuur te begrijpen van wat denken, van wat herinnering is, waar het
denken vandaan komt, hoe het denken al onze handelingen bepaalt; en als we dit alles
begrijpen stuiten we misschien op iets dat nog nooit door het denken werd ontdekt, waartoe
het denken de deur niet kan openen. Waarom is het denken zo belangrijk
geworden in ons leven - het denken, dat beelden vormt, dat het antwoord is op de
verzamelde herinneringen in de herinneringen in de hersencellen? Misschien hebben velen deze vraag
zelfs nog nooit gesteld, of als dat wel zo is heeft u misschien gezegd: 'dat is niet zo
belangrijk - wat belangrijk is, is emotie'. Ik zou echter niet weten, hoe men die twee van elkaar kan scheiden. Als het denken geen voedsel aan het
gevoel geeft, sterven de gevoelens zeer snel.
Waarom is dan het denken in ons
dagelijks leven, het leven dat ons afbeult, ons verveelt en bang maakt, zo bovenmatig
belangrijk geworden? Vraag het jezelf zoals ik het mij
afvraag - waarom is men een slaaf van het denken - het listige, vernuftige denken dat kan
organiseren, dat van alles op gang kan brengen, dat zoveel uitgevonden heeft, zoveel
oorlogen heeft uitgebroed, zoveel angst heeft geschapen, zoveel onrust, dat steeds beelden
maakt en zijn eigen staart achterna zit - het denken dat het genoegen van gisteren heeft
genoten en dat genoegen laat voortduren in het heden en ook in de toekomst - het denken
dat altijd actief is, kwetterend, zich bewegend, bouwend, wegnemend, toevoegend,
veronderstellend? Denkbeelden zijn voor ons veel
belangrijker geworden dan handelen - denkbeelden, die zo knap door de intellectuelen op
elk gebied in boeken tot uitdrukking worden gebracht. Hoe slimmer, hoe subtieler die
denkbeelden zijn, hoe meer we ze aanbidden en de boeken waar ze in staan. Wij zijn die boeken, wij zijn
die denkbeelden, zo zwaar worden we erdoor bepaald. Altijd weer zijn we aan het
discussiėren over denkbeelden en idealen, en geven dialectisch onze meningen. Elke godsdienst heeft zijn dogma,
zijn formule, zijn eigen stellage om de goden te bereiken en als we een onderzoek
instellen naar het begin van het denken, betwijfelen wij het belang van dit gehele bouwsel
van denkbeelden. We hebben de denkbeelden gescheiden
van de handeling, omdat denkbeelden altijd tot het verleden behoren en handeling altijd
het heden is, d.w.z. leven is altijd het heden.
We zijn bang voor het leven en daarom
is het verleden, in de vorm van denkbeelden, zo belangrijk voor ons geworden. Het is werkelijk buitengewoon
interessant om de werking van het eigen denken gade te slaan, al is het maar om waar te
nemen hoe men denkt, waar die reactie die we denken noemen uit voortspruit. Klaarblijkelijk uit de herinnering. Heeft het denken eigenlijk wel een
begin? Zo ja, kunnen we dan dat begin
ontdekken - tenminste, het begin van de herinnering, want als we geen herinnering hadden,
zouden we ook geen denken hebben? We hebben gezien hoe het denken het
genoegen van gisteren schraagt en duurzaamheid geeft en hoe het denken ook het omgekeerde
van genoegen, dus vrees en pijn in stand houdt, dus de ervaarder, de denker, is het
genoegen en de pijn en ook het wezen dat voedsel geeft aan genoegen en pijn. De denker scheidt het genoegen van de
pijn. Hij ziet niet in, dat hij juist door
de begeerte naar genoegen, pijn en vrees uitnodigt.
Het denken vraagt in de menselijke
verhoudingen steeds genoegen onder de dekmantel van verschillende benamingen, zoals rouw,
helpen, geven, ondersteunen, dienen. Het benzinepompstation biedt een
goede service. Wat betekenen deze woorden: helpen,
geven, dienen? Waarom gaat het allemaal? Zegt een bloem, vol schoonheid, licht
en lieflijkheid ook: 'ik geef, help, dien?' Ze is!! En omdat ze niet tracht iets te doen,
bedekt ze de aardbodem. Het denken is zo listig, zo sluw, dat
het alles te eigen dienste vervormt. Het denken vormt in zijn drang naar genoegen zijn eigen gebondenheid. Het denken is de kweker van
tweeslachtigheid in al onze verhoudingen; er is geweld in ons en dat geeft genoegen, maar
er is ook het verlangen naar vrede, het verlangen vriendelijk en zachtmoedig te zijn.
Dat is het wat zich steeds weer
afspeelt in onze levens.
Niet alleen kweekt het denken in ons
deze tweeslachtigheid, deze tegenstrijdigheid, maar het verzamelt ook de talloze
herinneringen die we hebben van genoegen en pijn en door deze herinneringen wordt het
steeds herboren. Dus is het denken het verleden, het
denken is altijd oud, zoals ik al zei. Omdat elke uitdaging tegemoet
getreden wordt in termen van het verleden - want een uitdaging is altijd nieuw - zal ons
tegemoet treden van de uitdaging altijd totaal onvoldoende zijn, vandaar
tegenstrijdigheid, conflict en alle ellende en smart waar we de erfgenamen van zijn. Ons kleine brein is in conflict, wat
het ook doet. Of het nu ergens naar streeft, iets
imiteert, toegeeft, onderdrukt, verheft, stimulerende middelen neemt om zich te verruimen
- wat het ook doet - het is in een staat van conflict en zal conflict voortbrengen. Zij die heel veel denken zijn zeer
materialistisch, omdat het denken materie is. Het denken is evenzeer materie als de vloer, de muur, de telefoon. Energie die volgens een bepaald
patroon functioneert wordt materie. Er is energie en er is materie.
Dat is alles wat het leven is. Misschien denken we dat denken geen
materie is, maar het is het. Het denken - als een ideologie - is
materie. Waar energie is wordt het materie. Materie en energie zijn in wezen aan
elkaar verwant. De een kan niet bestaan zonder de ander en hoe meer harmonie ertussen beide bestaat, hoe meer evenwicht, hoe actiever de hersencellen zijn. Het denken heeft dit patroon van
genoegen, pijn, vrees gevestigd en er duizenden jaren in gefunctioneerd; het kan het
patroon niet verbreken, omdat het dit zelf geschapen heeft. Een nieuw feit kan niet gezien worden
door het denken. Het kan later door het denken
begrepen worden, letterlijk, maar het begrijpen van een nieuw feit is geen werkelijkheid
voor het denken. Het denken kan geen enkel
psychologisch probleem ooit oplossen. Hoe knap, hoe listig, hoe geleerd, en
hoe de structuur dan ook is van wat het denken schept door de wetenschap, door een
elektronisch brein, door dwang of uit noodzaak, het denken is nooit nieuw en daarom kan
het geen enkele grote vraag beantwoorden. Het oude brein kan het enorme probleem van het leven niet oplossen. Het denken is slinks, omdat het van
alles kan verzinnen en dingen ziet die er niet zijn. Het kan de meest ongewone trucjes
uithalen en daarom kan men zich er niet op verlaten. Maar als je de gehele structuur
begrijpt van hoe je denkt, waarom je denkt, de woorden die je gebruikt, de wijze waarop je
je gedraagt in het dagelijkse leven, de manier waarop je praat met de mensen, de wijze
waarop je ze behandelt, hoe je loopt, hoe je eet - als je je van al deze dingen bewust
bent, dan zal je geest je niet misleiden, dan valt er niets te misleiden. Dan is de geest niet iets dat eist,
dat onderdrukt; hij wordt uitzonderlijk rustig, plooibaar, gevoelig, alleen, en in die
staat bestaat er geen enkele misleiding. Heeft u ooit opgemerkt, hoe de
waarnemer, de denker, het middelpunt, het 'ik' er niet meer is, wanneer je in een toestand
van volledige aandacht verkeert? In die toestand van aandacht begint
het denken te verdorren. Indien men iets helder wil zien, moet
de geest zeer rustig zijn, zonder alle vooroordelen, het gekwetter, de dialoog, de
beelden, de afbeelden - dat alles moet opzij gezet worden om te kijken.
Dus alleen wanneer u volledig stil bent, door uw gehele wezen heen, na de vraag gesteld te hebben: 'wat is het begin van het denken?'. Begint u te zien, - vanuit de stilte
-, hoe het denken vorm aanneemt. Indien u beseft hoe denken ontstaat,
behoeft u het denken niet in bedwang te houden. We geven veel tijd en verspillen veel
energie gedurende ons hele leven en niet alleen op school, aan de poging onze gedachten in
bedwang te houden. 'Dit is een goede gedachte, daar moet
ik veel over denken. Dit is een lelijke gedachte, die moet
ik onderdrukken'. Steeds is er een strijd gaande tussen
de ene gedachte en de andere, het ene verlangen en het andere, het ene genoegen dat alle
andere genoegens overheerst. Maar als er een besef is van de
oorsprong van het denken, bestaat er geen tegenstrijdigheid in. Wanneer u een uitspraak hoort als 'Het
denken is altijd oud', of 'Tijd is smart', begint het denken dit te vertalen en er een
uitleg aan te geven. Maar de vertaling en de interpretatie
berusten op de kennis en de ervaring van gisteren, dus u zult het zonder uitzondering
vertalen naar uw bepaald-zijn. Als u echter kijkt naar deze
uitspraken en er helemaal geen uitleg aan geeft, maar ze alleen volledig aandacht schenkt
(geen concentratie), dan zult u ontdekken dat er geen waarnemer, noch het waargenomene,
geen denker, noch de gedachte is. Zeg niet: 'wat begon het eerste?' Dat is een handig argument dat
nergens toe leidt.
U kunt in uzelf waarnemen dat er,
zolang er geen gedachten zijn, - hetgeen niet betekent een staat van geheugenverlies, van
wezenloosheid - zolang er geen gedachten zijn, voortgekomen uit herinnering, ervaring of
kennis, die alle tot het verleden behoren, er helemaal geen denker is. Dit is geen filosofische of mystieke
zaak. We hebben het over werkelijke feiten
en je zult zien dat u als u zover op deze reis bent gekomen, op een uitdaging zult ingaan,
niet met het oude brein, maar geheel anders. |