|
KRISHNAMURTI: TOESPRAKEN MET GEDACHTENWISSELING DE WAARHEID KAN NOOIT "ERVAREN" WORDEN Deze twee dingen: ervaring en het
volgen van een methode of stelsel, dat ons de beloning van een geweldige transcendentale
ervaring belooft, zouden ons in de eerste plaats heel duidelijk moeten zijn. Wanneer we spreken over ervaring, dan
betekent dat woord zelf - dat is toch zo? - dat we door iets heen gaan, ergens doorheen
gedreven worden. En dat ervaren betekent immers ook
een proces van herkennen? Ik had gisteren een ervaring en dat
heeft me hetzij genoegen, hetzij leed bezorgd en als we volledig met ons gevoel bij die
ervaring willen zijn, moeten we die herkennen; en herkennen is: iets zien, wat al eerder
bestaan heeft; en daarom is ervaring nooit nieuw. Verliest u dit toch nooit uit het
oog. Het kan nooit nieuw zijn, want het is
al gebeurt en daarom is er een herinnering, een terugdenken daaraan en daarom is er een
herinnering, een terugdenken daaraan en daarom gaat iemand die zegt: 'ik heb
overweldigende transcendentale ervaringen gehad' anderen uitbuiten in het idee, dat hij
een overweldigende, verrukkelijke ervaring beleefd heeft, die al voorbij is en die daarom
te enenmale oud is.
De waarheid kan nooit 'ervaren'
worden, dat is juist de schoonheid ervan. Want in werkelijkheid is zij altijd
nieuw. Ze is nooit dat, wat gisteren gebeurd
is. Wat gisteren gebeurd is, moet
volledig en totaal vergeten en doorleefd zijn. Het gebeuren van gisteren moet met
gisteren afgelopen zijn. Maar als we dat willen overdragen als
een ervaring die in termen van prestatie gaat worden afgemeten, of om op anderen dat heel
bijzonder over te dragen, om indruk op ze te maken, om uit te dragen of er anderen mee te
overtuigen, dan is dat volgens mij onrijpe onzin. We moeten dus uiterst voorzichtig en
op onze hoede zijn met het woord ervaring, want we kunnen ons een ervaring herinneren,
wanneer die ons al overkomen is. Dat betekent dat er een centrum, een
denker voor moet zijn, een waarnemer die dat, wat voorbij is vasthoudt, terughoudt. Daardoor is het al dood en is er
niets nieuws meer aan. Het is wat de christen doet, diep
ingebed in de christelijke dressuur, belast door tweeduizend jaar religieuze propaganda.
Wanneer hij een visioen heeft van
zijn Heiland - of hoe hij hem ook noemt - dan is het niets anders dan de projectie van wat
er al is, zijn eigen geconditioneerd zijn, zijn eigen wens, zijn eigen begeerte. En precies zo is het in het Oosten;
ook daar heeft men figuren als Krishna en dergelijke. We moeten dus geweldig op onze hoede
zijn met dit woord. Het is ondenkbaar dat u de waarheid
zult ontmoeten zolang er een centrum van herinnering bestaat als het 'ik', als de denker;
dan is er geen waarheid. Wanneer iemand u zegt, dat hij een
ervaring heeft gehad van het werkelijke, wantrouw hem dan; accepteer zijn gezag dan niet. We willen allemaal graag iets
accepteren van iemand, die ons iets belooft. Want er is geen licht binnen in ons
en niemand kan ons dat licht geven. Niemand, geen goeroe, geen leraar,
een heiland, niemand. Omdat we in het verleden zoveel
vormen van gezag hebben aangenomen, omdat we ons geloof gesteld hebben in anderen, hebben
ze hetzij ons uitgebuit, hetzij volledig gefaald. Daarom moeten we alle geestelijke
gezag wantrouwen en van de hand wijzen. Niemand kan ons dat licht geven, dat nooit gedoofd kan worden. |