|
KRISHNAMURTI: DE ENIGE REVOLUTIE HET ACTUELE EN DE ABSTRACTIE De versplintering van het ik en het
niet-ik is zeker de grondslag van deze verdeeldheid, ook al tracht het ik zich te
vereenzelvigen met het niet-ik, wat de vrouw kan zijn, het gezin, de gemeenschap, of de
God die door het denken is gemaakt. Het ik probeert steeds een identiteit
te vinden, maar waarmee het zich vereenzelvigt is nog steeds een begrip, een herinnering,
een structuur van het denken. Bestaat er eigenlijk wel dualiteit? Objectief zeer zeker, zoals licht en
schaduw, maar psychologisch? Wij nemen een psychologische
dualiteit aan zoals bij onze bepaaldheid. Daaraan twijfelen wij nooit. Maar bestaat er, psychologisch,
verdeeldheid? Er bestaat enkel wat is, niet wat zou
moeten zijn. Wat zou moeten zijn is een
verdeeldheid die het denken heeft opgebouwd om de werkelijkheid van wat is te ontgaan of
te overwinnen. Vandaar de worsteling tussen het
actuele en de abstractie.
De abstractie is een hersenschim,
iets romantisch, een ideaal. Wat is is echter feitelijk, en al het
andere is onwerkelijk. Dit onwerkelijke veroorzaakt de versplintering, niet het feitelijke. Pijn is feitelijk; geen pijn is het
genoegen van het denken dat de verdeeldheid schept tussen de pijn en de toestand van geen
pijn. Het denken is altijd scheiding-makend;
het is de scheiding van de tijd, de ruimte tussen waarnemer en het waargenomene. Er bestaat enkel wat is, en zien wat
is zonder het denken als waarnemer is het einde van de versplintering. Het denken is geen liefde, maar het
denken, als genoegen, omsluit de liefde en brengt de pijn binnen die omheining.
In het afwijzen van wat niet is,
blijft wat is. In het afwijzen van wat geen liefde is, komt de liefde naar voren, waarin het ik en het niet-ik ophouden te bestaan. |