LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      KRISHNAMURTI: EEN DRUPPEL ZEN IN IEDERS BEKER 

  HET BELEVEN VAN DE SCHEPPING  

Beschouw deze passage van de zenboeddhist T'an Ching:

Op dit ogenblik is er niets dat ontstaat.

Op dit ogenblik is er niets dat ophoudt te bestaan.

Dus is er geen geboorte-en-dood te volbrengen.

Derhalve is de absolute rust dit huidige moment.

Hoewel het dit moment is, kent het geen grenzen en daarin ligt de eeuwige vreugde besloten.

Dit is een kristalheldere formulering van de werkelijkheid die ik in het grootste deel van mijn boek heb getracht te beschrijven.

Maar het nuchtere verstand schijnt te zeggen dat er natuurlijk wel iets is dat ontstaat.

Het beleven van een nu - hoe absoluut rustig dat ook moge zijn - houdt in dat er daarvoor een ander moment 'nu' was.

Er moeten zelfs vele opeenvolgende momenten aan voorafgegaan zijn.

De wereld zelf ziet er uit als een oude ruïne, die zijn oorsprong heeft in het inmiddels verre verleden.

Heeft het zin om over de schepping te spreken vanuit het zicht van het getransformeerde bewustzijn?

In die zijnstoestand, wordt gezegd, zijn alle werkelijkheden waarover de religie spreekt in het 'nu' aanwezig.

Moeten we een uitzondering maken voor de schepping?

Het is heel goed in te zien hoe bijvoorbeeld de vleeswording kan worden beschouwd als iets wat qua tijd samenvalt met ons huidige zijn, maar is de schepping niet per definitie een gebeuren uit het verleden?

De mythologische Adam en Eva leefden nog dicht bij de oorsprong, maar wij verschijnen veel later op het toneel.

Dit is ongetwijfeld de enige acceptabele zienswijze voor de meeste mensen in het Westen, of ze nu in religieuze of puur natuurlijke zin redeneren.

De wereld schijnt een geschiedenis achter de rug te hebben en wordt steeds ouder.

Ik wil een andere zienswijze poneren, een die de schepping ziet als gelijktijdig plaatsvindend met het bestaan zelf.

Het is allereerst noodzakelijk onderscheid te maken tussen wat we de absolute en relatieve werelden zouden kunnen noemen.

Genesis verklaart dat de wereld 'woest en ledig' was.

Zij is altijd woest en ledig.

In absolute zin is de wereld naamloos en ongedifferentieerd aanwezig.

Zij heeft geen vorm en is zelfs niet uniek of uniform.

Zij is gewoon. 

Zij laat geen zienswijzen toe, zij is er om gezien te worden.

De relatieve schepping wordt voortgebracht door verbale, traditionele onderscheidingen, 'door de Logos die woord en gedachte is'.

Dit is de wereld die we kennen met haar begrenzingen en definities.

We kennen de absolute wereld ook, maar op een vage en nonchalante manier.

Als we iets kennen in de gebruikelijke zin zijn we in staat het te omschrijven; in die zin kunnen we de absolute wereld niet kennen.

Taal is in wezen dualistisch; we spreken en denken met gespleten tong. Alleen in relatieve en dualistische zin is de wereld oud.

Uit absoluut oogpunt is er geen toen en nu.

De wereld wordt ieder moment door onze zintuigen opgeroepen.

Ik kan hetzelfde paradijselijke zicht op de wereld hebben als Adam in de hof.

Ik kan de kringloop van de natuur zien zoals zij is: een cirkel.

De oorsprong van een cirkel is een willekeurig punt op de omtrek.

In mystieke zin begint de wereld voortdurend op dit moment.

Zoals algemeen wordt aangenomen leven we, evenals Adam na de zondeval, gewoonlijk buiten het middelpunt, ten oosten van Eden, in de relatieve wereld waar de ervaring van het heden feitelijk een herinnering is aan het onmiddellijke verleden.

Bijgevolg hebben we een dubbele kijk op de tijd.

Ons ene oog is gericht op het heden en het andere op het verleden of de toekomst.

Het openen van het 'derde oog' is het doorzien van iedere dualiteit.

Onze gespleten gewaarwording van tijd is symptomatisch voor een diepere, radicalere gespletenheid.

Zoals Suzuki zegt: 'iedere hoop op verlichting is vergeefs, zolang de werkelijkheid verdeeld blijft in twee tegengestelde polen: subject en object, de denker en de gedachte, de vrager en zijn vraag'.

Deze gedachte doet denken aan de woorden van Jezus: 'indien uw oog enkelvoudig is, zal uw hele lichaam verlicht zijn'.

Het is de moeite waard om ook enige uitspraken van Ludwig Wittgenstein in overweging te nemen.

Het is vrij duidelijk dat de gedachte dat God de wereld op een of ander tijdstip in het verleden geschapen zou hebben hem niets zei.

Integendeel, tijdens een gesprek met Waismann merkte hij op: 'voor mij zijn de feiten onbelangrijk.

Maar wat mensen bedoelen als ze zeggen dat 'de wereld daar is' spreekt mij zeer aan'.

In zijn lezing over ethiek bespreekt Wittgenstein dit gevoel en zegt dat het volgens hem 'precies datgene was wat mensen bedoelden, als zij zeiden dat God de wereld had geschapen'.

De absolute wereld die n-iets (niet iets) is - sunyata - manifesteert zich als voltooid.

Zij is er gewoon.

Er is misschien niets nieuws onder zon, maar evenmin iets ouds.