|
MAHARISHI: DE WEG TOT HET ZELF HET ZELF L: Indien het Hoogste Wezen alomtegenwoordig is, zoals ervan gezegd wordt, zou het toch makkelijk moeten vallen Zijn werkelijkheid te ervaren. Maar de heilige schriften leren, dat de Hoogste Heer zonder zijn genade niet eens kan worden aanbeden, laat staan in Zijn werkelijkheid kan worden ervaren. Hoe kan dan het enkelingen-ik (jiva)
uit eigen kracht het Zelf of het Hoogste Wezen ervaren, - zij het dan dankzij Zijn genade? M: Nooit was er een tijd, waarin het Hoogste Wezen onbeseft en in zijn werkelijkheid niet ervaren werd, want het is één met ons Zelf. Zijn genade is hetzelfde als het direct gewaarworden van Zijn goddelijke aanwezigheid, gepaard aan verlichting en openbaring. Dat iemand geen besef heeft van deze zichzelf openbarende rechtstreeksheid van de goddelijke genade, bewijst niets. De uil ziet de zon niet, die de gehele wereld verlicht, - ligt dat aan de zon of aan de uil? Indien de mens in zijn niet-wezen het eeuwig-stralend atman, het Zelf, niet beseft, - kan men dat dan aan het wezen Zelf toeschrijven? De Hoogste Goddelijke Heer is de eeuwige genade zelf. Daarom bestaat er - strikt gesproken - niets van zo'n persoonlijk proces, dat het uitstromen van genade wordt genoemd. En aangezien hij alomtegenwoordig is, is de openbaring der genade niet tot enige tijd of gelegenheid beperkt.
|