LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      MAHARISHI: DE WEG TOT HET ZELF 

  ONDERVRAAG JEZELF, EN JE ZULT ERVAREN WIE JE BENT  

M: Wie ben je?

L: Ik ben Larayana.

M: Is je lichaam dat 'ik', waarover je spreekt? Of stelt je mond dat ik voor, of je handen?

L: De mond, de tong, het lichaam, - alle tezamen vormen dat ik.

M: op zijn lichaam wijzend: wiens lichaam is dat?

L: Mijn lichaam.

M: Zo - je bent dus iets anders dan dit lichaam. Jij bent de bezitter en het lichaam is het eigendom.

L: Ja, - ik begrijp het: ik ben iets anders dan mijn lichaam, maar ik kan niet duidelijk zien, waar de grens loopt tussen mijn lichaam en mijn Zelf. Ik kan ze niet zien, WIE IK BEN.

M: Ga - en ondervraag je Zelf, en je zult ervaren, WIE JE BENT.

L: Tot wie moet ik de vragen richten, en hoe moet ik vragen?

M: Richt de vragen tot je Zelf en spoor de bron op, waaruit je ik ontspringt, en het antwoord zal tot je komen.

DEZE wordt niet geboren, noch sterft Hij ooit;

Evenmin zal Hij, daar Hij geweest is, eens niet zijn;

ongeboren, blijvend, eeuwig, vanouds bestaand,

wordt Hij niet gedood, als het lichaam gedood wordt

Evenals een mens, na zijn versleten kleren te hebben afgelegd,

andere nieuwe neemt, zo gaat de belichaamde,

na zijn versleten lichamen afgeworpen te hebben,

In andere, nieuwe over.

Gita (2,20 en 22)

M: Als Uw lichaam uzelf zijt, waarom zegt ge dan 'mijn lichaam?'

Ieder spreekt toch van zijn eigendom als van 'mijn kleren' en 'mijn goud'. Toon mij dan iemand, die zich met zijn kleren en goud vereenzelvigt en zegt: 'ik ben de kleren, - het goud.'

L: De mensen zeggen: ik denk, ik ga.

Zeg mij toch, wat 'ik' in dit geval betekent.

M: 'Ik denk' betekent de verbinding met de denkfunctie, en in andere gevallen wordt evenzo de verbinding met het lichaam, de zintuigen en het vermogen bedoelt.

Want indien daarentegen het Ik met dit alles identiek ware, - hoeveel ikken zouden er dan wel zijn!

Gij neemt een figuurlijke beschrijving aan als de daaraan ten grond liggende stand van zaken.

L: Wat betekent het, als iemand zegt: 'ik verlies mijn leven' en verliest het ene leven dan het andere?'

M: De eigenlijke betekenis van het woord 'leven' is 'levens-adem als levenskracht', maar over het Zelf spreekt men in figuurlijke betekenis ook als van 'leven'.

Waarom zoekt ge toch Uw eigen ongeluk, door u gelijk te stellen met het vergankelijke lichaam, dat uit vlees, bloed, beenderen, vet, enz. bestaat, terwijl de heilige overlevering toch leert, dat het 'Zelf' is: Zijn, Inzicht, Zaligheid (sat-chit-ananda)?

Wie het lichaam tegenstaat, dat schuld is aan de eindeloze wederkeer van geboorte en dood, wie zich vrij wil maken, die beschouwt het lichaam met even grote afschuw als het vuil op de weg, waarin hij bij vergissing getrapt heeft.

Houd Uw lichaam niet voor het Zelf.

Doorgrond dien, welke in U woont, dien, 'die in het hol woont' en ge zult U eens en vooral vrijmaken van lijden, geboorte en dood.

Het 'hol' is Uw hart.

Die daarin woont, heet God.

En IK BEN HET.

🧘‍♂️ Kernpunten uit het dialoog

  • Zelfonderzoek als pad naar inzicht Maharishi moedigt aan tot introspectie: stel jezelf de vraag “Wie ben ik?” en onderzoek de bron van je ‘ik’. Door dit proces kun je het ware Zelf ervaren.

  • Het lichaam is niet het Zelf Het lichaam wordt gezien als eigendom, niet als identiteit. Je zegt “mijn lichaam”, net zoals je zegt “mijn kleren”—wat impliceert dat jij iets anders bent dan het lichaam.

  • Het Zelf overstijgt geboorte en dood Geciteerd uit de Bhagavad Gita: het Zelf is eeuwig, ongeboren en sterft niet. Het verandert lichamen zoals een mens kleding verwisselt.

  • Vergankelijkheid versus het eeuwige Zelf Het lichaam is vergankelijk en bestaat uit materie (vlees, bloed, botten), terwijl het ware Zelf wordt omschreven als Zijn, Inzicht, Zaligheid (sat-chit-ananda).

  • Het hart als verblijfplaats van het Zelf Maharishi verwijst naar het hart als het ‘hol’ waarin het ware Zelf woont—dat Zelf is God, en “IK BEN HET”.

Deze dialoog is een uitnodiging tot spirituele zelfreflectie en het loslaten van identificatie met het fysieke lichaam. Het is filosofisch, mystiek en diepgaand.