|
MAHARISHI: DE WEG TOT HET ZELF WIE BEN IK ? L: Hoe moet men het ervaren? M: De voorstellingen 'gebondenheid' en 'bevrijding' zijn niets dan wijzigings-vormen, wisselende gedaanten van manas. Ze hebben geen eigen wezen, geen eigen bestendigheid en kunnen niet uit eigen kracht werken. Het zijn alleen veranderingen aan iets anders; er moet een grootheid bestaan, die van hen onafhankelijk is, die hun bron is en waardoor ze worden gedragen. Onderzoekt men deze bron, om te weten van wie uit 'gebondenheid' en 'bevrijding' eigenlijk gelden, dan vindt men, dat ze van 'mij' uit worden verklaard: van iemand zelf. Wanneer je dan ernstig vraagt: 'Wie ben ik?' Dan zul je zien, dat zoiets als 'ik' of 'mij' niet bestaat. Wat over blijft, wanneer men ervaart, dat er geen ik bestaat, wordt ervaren, van alle twijfel vrij en levendig als licht op zichzelf en alleen in zichzelf berustend. Deze levendige belevenis, rechtstreeks en onmiddellijke als ervaring der hoogste waarheid, komt geheel geluidloos en vanzelf en heeft niets buitengewoons of bevreemdends in zich, komt tot een ieder, die slechts even stil houdt in een naar binnen gericht vragen en die zijn manas geen ogenblik naar buiten laat vluchten, noch enigerlei tijd met praatjes doorbrengt. Er is niet de minste twijfel aan: wie deze werkelijkheid beleefd heeft en zo in volkomen eenheid met het Zelf vertoeft, - voor hem bestaat er geen gebondenheid noch bevrijding.
|