|
MEHER BABA: ALLES EN NIETS
DE VOORTGANG VAN DE SCHEPPING God is Oneindig en Eeuwig. Zijn Verbeeldingskracht is eveneens
Oneindig en Eeuwig. Aan Gods Verbeeldingskracht komt geen
eind, en de Schepping, die het product van Zijn Verbeelding is, breidt zich eindeloos uit. Hoe kan de mens, met zijn beperkte
verbeeldingskracht, zich deze Verbeelding indenken? Al neemt zijn verbeelding (intellect)
de hoogste vlucht, zij verschaft hem nimmer ook maar het flauwste idee van Gods
Verbeeldingskracht. En Gods Werkelijkheid gaat daar nog
aan voorbij. Als je je zelfs Gods
Verbeeldingskracht niet kunt indenken, hoe volstrekt onmogelijk is het dan om je een beeld
te vormen van Zijn Werkelijkheid. In datgene wat ruimte wordt genoemd,
worden voortdurend talloze universums geschapen, onderhouden en vernietigd.
Deze voortgang van de schepping gaat
door zolang Gods Verbeelding werkzaam blijft. Wanneer Gods Verbeelding tijdelijk
buiten werking is, zoals op momenten in de Eeuwigheid waarop God Zich terugtrekt in Zijn
Diepe Droomloze Slaap (precies zoals de verbeelding van de mens ophoudt wanneer hij in
diepe slaap is), dan trekt ook de Schepping zich terug en lost zij op (Mahapralaya). Schepping, Instandhouding en
Ontbinding zijn gebaseerd op Onwetendheid. In feite is er niet zoiets als schepping,
dus vinden instandhouding en ontbinding eigenlijk nooit plaats. De kosmos zelf heeft geen ander
fundament dan dat van Onwetendheid. Onwetendheid gelooft: de kosmos is
werkelijkheid; geboorte, dood, de oude dag, rijkdom en aanzien zijn echt. Kennendheid weet: de kosmos is een
droom. Alleen God is Werkelijk.
|