|
MEHER BABA: ALLES EN NIETS
GOD ALLEEN IS Oneindig bewustzijn is oneindig. Het kan nooit afnemen, op welk punt
in tijd of ruimte ook. Omdat oneindig bewustzijn oneindig
is, bevat het elk aspect van bewustzijn. Onbewustheid is een van de aspecten
van oneindig bewustzijn. Dus bevat oneindig bewustzijn
onbewustheid. Het onderhoudt, bedekt en doordringt
onbewustheid, en voorziet in een eind aan onbewustheid - dat voortvloeit uit en wordt
opgenomen in oneindig bewustzijn. Ik verklaar ondubbelzinnig dat ik
oneindig bewustzijn ben; en ik kan dit verklaren omdat ik oneindig bewustzijn ben.
Ik ben alles en ik ben voorbij aan
alles. Ik ben mij er altijd van bewust dat
ik jullie ben, terwijl jullie je er nooit van bewust zijn dat ik in jullie ben.
Ik ondersteun jullie dagelijks en
deel jullie bewustzijn. Nu wil ik dat jullie mij hooghouden,
zodat jullie op een dag in mijn bewustzijn kunt delen. Voor de mens, onbewust dat hij in
feite de nimmer eindigende, voortdurende, bewuste ervaring heeft dat God alles is en al
het andere niets, is alles alles. Lucht is. Water is. Vuur is. Aarde is. Licht is. Duisternis is. Steen is. IJzer is. Vegetatie is. Een insect is. Een vis is. Een vogel is. Een dier is. Een mens is. Goed is. Slecht is. Pijn is. Plezier is.
Er komt geen eind aan wat is - totdat
hij stuit op niets is, en hij ogenblikkelijk beseft dat God Is.
Voor de mens is het niet eenvoudig te
aanvaarden, en onder elke omstandigheid te blijven aanvaarden, dat God is. Zelfs na zijn stellige overtuiging
dat God is, is het voor hem uitermate moeilijk, zo niet onmogelijk, om te realiseren
wat hij met overtuiging heeft aanvaard. En realisatie betekent dat hij, in
plaats van zich er volledig van bewust te zijn dat hij mens is, zich er ten volle van
bewust wordt dat hij God is, God was, God altijd geweest is, en altijd God zal blijven. Bewust of onbewust is de mens altijd
op zoek naar het Doel, dat bestaat uit het realiseren van zijn ware Zelf. Wat de mens het meest nabij is en
eigen is, is zijn Ziel, maar de grap is dat hij zich er ver, ver vandaan voelt.
Er schijnt geen eind aan te komen aan
zijn reizen naar het Doel via de ontelbare hoofd- en zijwegen van leven en dood, hoewel er
in feite helemaal geen afstand te overbruggen is. Als hij zich ten volle van zijn
mens-zijn bewust is geworden, is hij reeds op zijn bestemming aangekomen, want nu bezit
hij de capaciteit om zich ten volle bewust te worden van zijn Ziel.
Toch is hij niet is staat deze
goddelijke bestemming te realiseren, omdat zijn bewustzijn volledig geconcentreerd blijft
op zijn verdraaide, begrensde, eindige zelf - de Geest - dat, ironisch genoeg, het middel
was om bewustzijn te bereiken. Voordat hij kan weten Wie hij is,
moet de mens de hoeveelheid illusoire kennis waarmee hij zich belast heeft gedurende zijn
eindeloze reis van onbewustheid naar bewustzijn, afleren. Alleen door liefde kun je een begin
maken met afleren en, ten slotte, een eind maken aan alles wat je niet weet. Liefde voor God doordringt elke illusie, terwijl geen enkele illusie de liefde voor God kan verduisteren.
|