|
MEHER BABA: ALLES EN NIETS
HIER-EN-NU Astronomen spreken over tijd in
termen van biljoenen, triljoenen en aeonen jaren. Zelfs deze getallen zijn niet
adequaat voor hun mathematische berekeningen en mogelijk zullen zij genoopt zijn nieuwe
begrippen te verzinnen. Als ik zou proberen in astronomische
termen het begin en einde van tijd uit te leggen, zou dat nooit een beschrijving zijn van
het begin en einde van tijd in de Eeuwigheid. Er is altijd een 'geleden' en altijd
een 'na' bij elk punt in de tijd. De 'gisterens' van het verleden en de
'morgens' van de toekomst berusten op een punt in de tijd dat het NU van het huidige
moment in de Eeuwigheid is. Als de verbeelding een vlucht neemt
en zich het begin en eind van het NU van het huidige moment in de Eeuwigheid probeert voor
te stellen, dan kan men op zijn hoogst en mate van tijd hetzij toevoegen of aftrekken van
nullen.
Geen enkele mate van beweging, zelfs
niet de eeuwigdurende kringloop in de uitgestrektheid van de tijd, kan ook maar een jota
bijdragen tot een concept van enig begin of eind van het NU in de Eeuwigheid. De werkelijkheid kent slechts het
Ene. Illusie kent het vele. De reden dat er zoveel verwarring
heerst over of er een God is of vele, is dat God zo oneindig Een is. Het is zelfs verkeerd te zeggen: 'hij
is.' Het woord 'God' is enkel een poging
om die Ene een naam te geven, want in feite heeft Hij geen naam. Zelfs te zeggen dat God Een is,
impliceert de mogelijkheid van een tweede. Te zeggen dat er vele Goden zijn, is
waanzin. God is die 'Ene' die ontelbare rollen
speelt. Een van jullie zit bijvoorbeeld met
zijn ogen dicht en stelt zich door middel van zijn verbeelding ontelbare dingen voor, en
juist door die verbeelding houdt hij die dingen in stand.
Vervolgens doet hij zijn ogen open en
door dat te doen vernietigt hij alles wat zijn verbeelding geschapen had en in stand
hield. Een en dezelfde persoon speelde dus
verschillende rollen, die van schepper, van onderhouder en van vernietiger. Weer iemand anders verkeert in diepe
slaap - hetgeen de Oorspronkelijke Staat van God is - en men zegt dat hij slaapt; Maar
tijdens de diepe slaap is hij zich niet eens van zichzelf als zichzelf bewust. Als hij ontwaakt zegt men dat hij
wakker is, en als hij zijn tanden poetst, zegt men dat hij zijn tanden aan het poetsten
is. Wanneer je hem ziet lopen, ziet
rondrennen, praten, zingen, enz., dan speelt hij alleen maar verschillende rollen. Hij kan niet meer dan een zijn, want
hij is enkel een. Het enige dat we kunnen zeggen is:
God is, of, Het Ene is. Er bestaan twee dingen: één en
Vele.
God noemen we Een; illusie noemen we Vele. Waarom? Omdat in Werkelijkheid alleen het Ene
is. Zelfs dit Ene Een noemen is niet juist - het Ene is.
|