LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      MEHER BABA: ALLES EN NIETS     

  MENTAAL BEWUSTZIJN  

Zij die op de Mentale niveaus vertoeven zijn zich niet bewust van de Grofstoffelijke en Subtiele niveaus.

Hoe is het dan voor iemand op het Mentale niveau mogelijk om te spreken, te eten, te drinken enz. - kortom om handelingen te voltrekken overeenkomstig die van een doorsneemens op het Grofstoffelijk niveau?

Het is hetzelfde als wanneer we horen dat mensen tijdens hun slaap wandelen of gaan eten, drinken, schrijven, stelen of wat dies meer zij, terwijl zij zich toch absoluut niet bewust zijn van al deze grofstoffelijke handelingen.

Het is niet ongebruikelijk dat iemand in zijn slaap praat.

Iedereen om hem heen kan hem in zijn slaap horen praten, maar de persoon zelf is zich niet bewust dat hij praat.

Op dezelfde wijze zijn degenen op de Mentale niveaus totaal onbewust van grofstoffelijke en subtiele handelingen en sferen, hoewel al hun grofstoffelijke en subtiele handelingen voortkomen uit hun gedachten en gevoelens - de functies van de Geest.

Degenen op de Mentale niveaus zijn zich niet bewust van hun eigen grofstoffelijke en subtiele handelingen als zij op de gedachten en de daaruit voortvloeiende handelingen van anderen op de Subtiele en Grofstoffelijke niveaus inwerken.

Dit komt doordat zoiets als grof of subtiel voor hen niet bestaat.

Hun bewustzijn is volkomen afgescheiden en losstaand van de Grofstoffelijke en Subtiele sferen.

Een doorsneemens kan bijvoorbeeld alleen maar zeggen dat hij mens is, want hij identificeert zich met het stoffelijke lichaam.

Hij is stoffelijk-bewust en zijn bewuste zijn is alleen met het stoffelijke lichaam (sharira) direct verbonden.

Iemand op het Subtiele niveau kan zich slechts identificeren met het subtiele lichaam (prana); en weer een ander, die op het Mentale niveau vertoeft, kan zich alleen maar identificeren met het mentale lichaam (mana).

Dit als Geest gepersonifieerde (atma) van het Mentale niveau, dat zich als MANA in de verste verte met geen mogelijkheid ooit met Sharira of Prana kan identificeren, staat geheel los van de grofstoffelijke en subtiele lichamen en kan de Grofstoffelijke en Subtiele sferen niet ervaren.

Laten wij ons bijvoorbeeld India voorstellen als de vertegenwoordig van de Grofstoffelijke wereld, Engeland als de Subtiele wereld, en Amerika als de Mentale wereld.

Als A in India is, is zij zich ten volle bewust van India en hij is zich totaal NIET bewust van Engeland of Amerika.

Als A naar Engeland gaat, is hij klaarblijkelijk noch in India noch in Amerika.

Hij staat nu geheel los van deze twee plaatsen.

Hij is bij vol bewustzijn, evenals daarvoor, maar ditzelfde volle bewustzijn is nu geheel en al in Engeland.

India is totaal uit het gebied van zijn Bewustzijn weggezakt, terwijl Amerika daarin nog steeds niet is binnengetreden.

Evenzo is A wanneer hij naar Amerika gaat noch in India, noch in Engeland.

Hij heeft nu niets meer te maken met deze twee plaatsen.

Hij bezit nog steeds zijn volle bewustzijn, net als daarvoor, maar ditzelfde volle bewustzijn is nu geheel en al in Amerika.

India en Engeland zijn volkomen uit het gebied van zijn bewustzijn weggevallen.

Nogmaals, bewustzijn kan worden vergeleken met het licht uit een zaklantaarn of fakkel.

Het gebeid dat verlicht wordt door het licht van de fakkel vertegenwoordigt een bepaald niveau van bewustzijn.

Stel jezelf drie regionen voor die elk verder van jou verwijderd liggen en die je M, S, en G noemt; ze vertegenwoordigen het Mentale, Subtiele en Grofstoffelijke niveau.

Om te beginnen bevinden zij zich in volkomen duisternis.

Als het licht van de fakkel op G gericht wordt (dat het Grofstoffelijke niveau vertegenwoordigt), dat het verst bij jou vandaan ligt, dan komt deze regio direct in de focus van licht en wordt geheel verlicht, waarbij de onmiddellijke nabijheid schemerig verlicht wordt door de reflectie van het gerichte licht.

De gebieden S en M verkeren evenwel nog in volkomen duisternis.

Als dit licht vervolgens dichter bij jou gericht wordt op S (dat het Subtiele niveau vertegenwoordigt), dan blijft het gebied G in volkomen duisternis achter.

Nu is alleen S geheel verlicht, met in de buurt van dat nieuwe gebied van licht het zwakke schijnsel van de weerkaatsing ervan.

Als deze focus van licht nog dichter in jouw nabijheid op M gericht wordt (dat het Mentale niveau vertegenwoordigt), dan blijven de beide gebieden G en S in volkomen duisternis achter.

Nu is het M dat het volle licht ontvangt, en alleen M is totaal verlicht, terwijl de zachte gloed van het weerkaatsende licht zich automatisch rond dit nieuwe gebied van licht verspreidt.

Wanneer de focus van ditzelfde licht ten slotte nog dichter bij jou komt, niet alleen dichter in jouw richting, maar feitelijk OP jou gericht wordt, dan ben jij het die volkomen verlicht wordt, en zijn alledrie de gebieden G, S, en M in volledig duister.

Je bent je dan alleen en geheel en al bewust van je ZELF.

Dit laatste focussen van het licht (bewustzijn) op je Zelf is het Doel.

Dit is Zelf-verlichting, met andere woorden, God-realisatie.

Elke handeling die voltrokken wordt door iemand van het Mentale niveau is, waargenomen door grofstoffelijke-bewuste of subtiel-bewuste atma's, niets anders dan een grofstoffelijke of subtiele manifestatie van een mentale handeling.

De ogenschijnlijk grove handeling die je op het Grofstoffelijk niveau ziet voltrekken door iemand van het Mentale niveau, is louter en alleen het patroon van die mentale functie, vertaald op het scherm van jouw eigen grofstoffelijke bewustzijn.

Vandaar dat iemand van het Mentale niveau, die geheel afgescheiden is van het grofstoffelijke en subtiele, NIET spreekt, eet of drinkt zoals zij die op het Grofstoffelijk niveau verkeren eten, drinken en spreken, hoewel het wel zo lijkt.

Wanneer je zo iemand ziet eten, drinken, spreken enz., is dat niets anders dan je eigen grofstoffelijke interpretatie van de weerkaatsing van zijn mentale activiteit.

Als je bijvoorbeeld de maan weerspiegeld ziet in een meer, is zij feitelijk in het water zolang je blik op met meer gericht blijft.

De maan is niet in het water.

De weerkaatsing van de maan vindt op het water plaats; het lijkt echter alsof de maan in het water ligt.

Het bewustzijn van iemand van het Mentale niveau is dus niet hier.

De weerkaatsing van zijn bewustzijn is hier; maar het lijkt alsof hij zich bewust is van het Grofstoffelijke niveau.

Als iemand op het Mentale niveau een handeling verricht, dan kan die handeling niet begrepen worden door iemand die zich slechts bewust is van het subtiele of grofstoffelijk.

Die ene handeling wordt verschillend geïnterpreteerd door degenen van de Subtiele niveaus en die van het Grofstoffelijke, alles in het licht van hun eigen respectievelijke bewustzijn.

Kortom, het functioneren van de Geest van iemand van het Mentale niveau verloopt, indien dit door jou op het Grofstoffelijke niveau wordt opgevangen, via het kanaal van je grofstoffelijke bewustzijn en bereikt je in de vorm en beweging die overeenstemt met jouw omvang van bewustzijn en begripsvermogen.