|
MYSTIEK: DE MEESTERS VAN HET VERRE OOSTEN BETEKENIS VAN DE WOORDEN ''GOD DE HEER'' De naam ''de Heer God'' werd gebruikt om het volmaakte wezen aan te duiden, dat het Godprincipe of God schiep om Zijn eigenschappen hier op aarde te manifesteren. Dit wezen was geschapen naar het beeld en de gelijkenis van het Godprincipe en alles, wat God had, lag binnen zijn bereik en kon door hem gebruikt worden. Dit Wezen kreeg de macht en heerschappij over iedere conditie, die op aarde bestond. Het bezat alle mogelijkheden van het Godprincipe en de macht om ze tot uiting te brengen, zolang hij samenwerkte met het Godprincipe en de eigenschappen die hem gegeven waren, ontwikkelde op de ideale wijze, die het Godprincipe voor hem ontworpen had en vasthield in de geest. Later werd dit Wezen de Heer God genoemd, wat betekende de uitdrukking van de scheppende handeling of Wet van god. Dit is het volmaakte Wezen, dat het Godprincipe in de geest vasthoudt om door de mens tot uitdrukking te worden gebracht. Dit is de Goddelijke en Enige Mens, die het Godprincipe geschapen heeft. De mens heeft in de geestelijke zijde van de natuur de mogelijkheid om deze Heer God, de Ene Mens, te worden. Later werd deze Goddelijke Mens bekend als de Christus. Hij bezat heerschappij over hemel en aarde en al wat daarin was. De Heer God, gebruik makend van zijn macht om te scheppen, schiep andere wezens aan zichzelf gelijk. Deze werden later de Zonen van de Heer God en hun schepper werd Vader genoemd, terwijl men het Godprincipe God noemde. |