LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      MYSTIEK      

  BOEDDHISME: VERLOSSING UIT HET LIJDEN  

Het boeddhisme gaat uit van een zeer pessimistische visie op het leven.

Het is vol lijden, niets is blijvend.

Zelfs wat geluk kan brengen, de welvaart, is wankel.

De mens wil steeds meer.

Meer bezit, meer roem, meer erkenning, steeds meer ervaringen, steeds nieuwe ideeën.

Hij is nooit tevreden.

Hij leeft in angst om te verliezen wat hij heeft, of niet te kunnen bereiken wat hij wil.

Hoe kan hij tot rust en stabiel geluk komen?

De menselijke natuur is goed, daar ligt de oorzaak niet.

De oorzaak is te zoeken in het web van behoeftes en verlangens, in de hunkering niet alleen naar materiele welvaart maar ook naar liefde geven en ontvangen, naar een gaaf familieleven, naar een gelukkig leven na de dood, naar de liefde van God.

Daarbij komt als tweede oorzaak de illusie als zouden we een individu zijn.

Alsof het 'ik' dat wij ervaren als het centrum van ons willen, denken en ervaren, ook een werkelijkheid zou zijn, een persoonlijkheid, een ziel.

Dit nu is een illusie.

Wij zijn een samenballing van gevoelens, dien en lichaamsfuncties, die ontstaat en weer uiteenvalt en in de tussentijd telkens opnieuw verandert.

Wat in het rad van de wedergeboorte telkens een nieuwe vorm aanneemt, is niet een 'ik' maar een opflikkering, voorbijgaand als de vlam die van de ene kaars naar de andere gaat.

Het is een gevaarlijke illusie dat het 'ik' een blijvend iets is dat we moeten ontplooien vanuit onze behoeftes.

De tweevoudige weg van de verlossing is dus het uitdoven van de hunkering en het inzien dat het 'ik', dat zich zo nodig waar moet maken, een illusie is.

Lukt dit, dan bereikt men de volmaakte sereniteit.

Het pijnlijke en wisselvallige van het leven verdwijnt.

Het drijft niet meer mee in de stroom van geboorte en wedergeboorte. De dood is overwonnen.

'Nirvana' (uitblussing) is bereikt.

Wat nirvana is, kan volgens Boeddha niet uitgelegd worden, alleen ervaren en aangeduid in negatieve termen: niet-geboren, niet gemaakt, niet-geconditioneerd.

Of met vergelijkingen als: koelte na koorts, een schuilplaats na een vlucht.

Of met paradoxen als: een toestand van tevreden niet-zijn.

Het ik-bewustzijn met zijn zelfzucht en hebzucht is niet meer, een hogere vorm van bewustzijn, een 'verlichte', is er voor in de plaats gekomen.

Boeddha wortelde in de Arische mystiek.

Het mystieke moment is ook bij hem gebleven: aan de wisselende stroom der dingen ontkomen door een te worden met een niet-geboren, onbewogen centrum.

Maar hij ondergraaft het typische zelfverzekerde van die Arische mystiek grondig.

Het nirvana is een an-atman, een niet-zelf.

Hij verwierp ook de geschriften en rituelen, het priesterdom en de goden van de vedische religie.

Hij bereikte zijn nirvana zonder goddelijke hulp en duidt het nirvana niet aan met een goddelijke term.

Hij verwierp ook de ascetische weg van de yogi.

Mededogen met het menselijke, met het ellendige bestaan, is het begin van zijn weg.

Hij doorbrak ook het elitaire door zijn inzichten openlijk aan ieder te verkondigen.

Hij verkondigde een weg die begaan, niet geleerd moest worden en die trappen kende.

Voor de gewone man is er een moraal van goede daden die de dood kan maken tot het ingaan van het nirvana.

Voor wie de weg ten einde wil gaan en het nirvana hier wil beleven is er het klooster.