|
MYSTIEK/KABBALA: REISGIDS NAAR HET GELUK DE TIEN CATEGORIEËN VAN ARISTOTELES AFBEELDING VAN DE TIEN CATEGORIEËN VAN ARISTOTELES De grote Griekse wijsgeer Aristoteles (384-322 voor Chr.) heeft heel wat over logica geschreven. Men pleegt zijn werken over dit onderwerp samen te vatten onder de naam 'Organon' (=werktuig), omdat logica, denkleer, het werktuig van de filosoof is. Aristoteles' beschouwingen over logica zijn geordend in drie afdelingen, die achtereenvolgens handelen over het begrip, over het oordeel en over de conclusie. De categorieënleer, waarmee het Organon opent, heeft het begrip tot onderwerp, het begrijpen van alles, dat is. Alles wat als zelfstandigheid bestaat: is. Wat is, is het zijnde. Wat van dit zijnde gezegd kan worden, is een categorie, een verschijningsvorm van het zijn: Datgene, wat, grammaticaal, met een Latijnse term, het predikaat heet. Tien predikaten kent Aristoteles, inclusief het zijnde zelf, want daarvan kan ook iets gezegd worden, namelijk, dat het is. Dit gezegd zijnde, springen wij even over naar de Otz Chiim. Als wij het oerzijn, waaruit alles is voortgekomen en waarheen alles wederkeert, geestelijk bekijken van uit onze staat van geschapen zijn, dan heet dit oerzijn in christelijke taal de Vader en is in kabbalistische taal uitgedrukt, de sephirah Kether, de kroon der schepping in de zin van het oorspronkelijk zijnde, waarvan alle andere sephiroth modificaties of wel verschijningsvormen zijn. Ook de negen categeorieen onder de eerste, het zijn zelf, in het Grieks 'ousia' geheten, zijn verschijningsvormen der ousia. Zo begint het er al op te lijken, dat er een logisch verband ligt tussen de tien categorieën. Zouden de categorieën misschien op enigerlei wijze afgeleid zijn uit de sephiroth? Als wij in volgende hoofdstukken en wel bij de bespreking der Ik-Ben-Woorden nader ingaan op de inhoud der sephiroth, zal blijken, dat wij steun hebben aan de categorieën, omdat zij vormen zijn, die inhouden verduidelijken. Men bedenke, dat de sephiroth worden voorgesteld als schalen, die van Godswege gevuld worden. De vulling is de in elke schaal andere inhoud. Maar ook de schalen, de vormen voor de inhouden, verschillen van schaal tot schaal, omdat andere inhoud correspondeert met andere vorm. Wat nu Aristoteles weergeeft in zijn categorieënleer als inleiding tot een verhandeling over logica, heeft uiteraard geen metafysische, maar is logische vorm. Overgezet in kabbalistische taal zijn de tien categorieën beschrijvingen van de schalen der sephiroth, zonder hun inhoud! Het zijn de volgende, die Aristoteles in de hier genoemde volgorde opsomt. 1. Ousia = het zijn, het zijnde, de substantia en logisch grammaticaal beschouwd, het subject, het onderwerp, waarover iets gezegd wordt. 2. Poson = hoe groot?, de kwantiteit, want op elke substantia is het begrip kwantiteit allereerst van toepassing. 3. Poion = hoedanig, want elke kwantiteit wordt ook door kwalitatieve eigenschap(pen) gekenmerkt. 4. Pros ti = ten aanzien van wat? Deze geeft de verbinding, de relatie of de verhouding tot iets anders weer. 5. Pou = waar? Deze categorie heeft de plaatsbepaling tot inhoud, de plek, waarop iets gebeurt. 6. Pote = wanneer? Deze categorie geeft de tijdsbepaling weer, of het tijdsbestek, waarin iets geschiedt. 7. Keisthai = gelegen zijn. Hier komt de situatie ter tale, die uit het voorgaande ontstaan is. 8. Echein = hebben. Hier valt alles in samen, wat het subject, waarover gehandeld wordt nu in zijn macht heeft, zijn bezit. Nu weet men precies wat het subject waard is. En daarmee glijdt deze categorie over in de eerste: Het zijn. 9. Poiein = doen. Wat deed of doet het subject? 10. Paschein = lijden. Wat onderging of ondergaat het subject als lijdend voorwerp, als object of zelfs als slachtoffer? AFBEELDING VAN DE TIEN CATEGORIEËN VAN ARISTOTELES |