|
MYSTIEK
DESCARTES: IK DENK, DUS IK BEN De andere manier van kijken die,
zoals we zagen, in de renaissance ontstaand, heeft er tenslotte toe geleid dat wij onze
aardbol van buiten af kunnen bekijken en het immense van het heelal tot ons bewustzijn
kunnen laten doordringen. In de aarde zien we de verschillende
lagen, neerslag van zeer lange periodes waarin de aarde werd tot wat zij is. En in deze aardlagen fossielen die
ons op spoor zetten van en evolutie. De mens blijkt niet uit de hemel
gevallen of door God persoonlijk apart geschapen. En in de oneindige ruimte met niet te
tellen hemellichamen, zonnestelsels, melkwegen zien we nergens een plaats voor hem in een
hemel een stipje, en in het heelal is ons zonnestelsel een stofje. Het idee dat de mens het centrum is
van de schepping krijgt nu iets van grootheidswaan.
Wat je kunt voorstellen is: ik ben
een onderdeeltje in een eindeloze tijdsstroom en in een onbegrensde, met een leegte alom. Geen gelijksoortig wezen geeft
antwoord aan de aardbewoners die naar contact met elders speuren. De man die deze manier van kijken
definitief mogelijk heeft gemaakt, is Descartes. Op 23 jarige leeftijd kreeg hij een
visionaire verlichting die heel zijn leven verder bepaalde. In een flits zag hij 'de grondslagen
van een wonderlijke wetenschap' van waaruit een allesomvattende kennis zou kunnen groeien. Hij zag zichzelf als een mystiek
geroepene in de lijn van de magiërs, maar dan wel met een groot verschil: hij wilde de
wereld niet leren kennen door deze in zich op te nemen, door eigen geest en het al een te
laten worden, doch - integendeel - door elke intieme band van de binnenwereld met de
wereld buiten te vermijden. Zonder vooroordelen, zonder geloof,
koel verstandelijk doordringen in de wereld van de geest. Om te weten te komen hoe absolute
zekerheid verkregen kan worden, had Descartes alles in twijfel getrokken, als een man die
alleen loopt in de duisternis.
Bij alle twijfel werd voor hem een
ding zeker: het feit dat hij twijfelde. Zijn conclusie werd: 'Ik denk, dus ik
ben.' De 'ratio' (denken,verstand) als
maatstaf voor menselijke cultuur, die dan ook 'rationalistisch' genoemd werd. In deze cultuur is er een diepe kloof
tussen het verstand en al het andere, inclusief het lichaam. En al dit andere is te vergelijken
met een machine. 'Ik kan geen verschil zien tussendoor
handwerkslieden vervaardigde machines en de diverse lichamen die de natuur zelf
samenstelt,' merkte Descartes op. Deze machinerie heeft geen ziel,
leven, dood, gevoel, maar bestaat uit onderdelen die wetmatig in elkaar grijpen. De mechanische wetten leren kennen is
de opdracht van de mens. En het doel hiervan is de wereld-om-de-geest-heen te leren beheersen, 'om onszelf de meesters en bezitters van de natuur te maken'. |