LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      MYSTIEK: DE MEESTERS VAN HET VERRE OOSTEN  

  GEBED MET HART,  ZIEL, VERSTAND,  KRACHT  

MET GEHEEL MIJN HART

In het hart van mijn wezen, Vader, ben ik een met U er erken U als de Vader van allen.

Gij zijt Geest, alomtegenwoordig, almachtig, almachtig, alwetend.

Gij zijt Wijsheid, Liefde, Waarheid, de macht en de substantie en de intelligentie, waaruit en waardoor alle dingen geschapen zijn.

Gij zijt het leven van mijn geest, de substantie van mijn ziel, de intelligentie van mijn gedachten en ik breng U tot uitdrukking in mijn lichaam zowel als in mijn levensomstandigheden.

Gij zijt het begin en het einde, Gij omvat geheel en al het goede, waaraan ik uitdrukking kan geven.

De wens van mijn gedachten, die in mijn ziel geplant is, wordt door Uw leven bezield in mijn geest, en als de volheid des tijds gekomen is, zal ik ervaren, dat hij door de wet des geloofs zichtbaar wordt.

Ik weet, dat het goede, dat ik begeer, in de Geest reeds bestaat in onzichtbare vorm en dat het slechts wacht op de vervulling van de wet om zichtbaar te worden en dus weet ik, dat ik het al bezit.

 

MET GEHEEL MIJN ZIEL

De woorden, die ik nu spreek, schetsen U datgene, mijn Vader, wat ik wens.

Als een zaadje is het geplant in de bodem van mijn ziel en door Uw bezieling komt het tot leven in mijn geest.

Het moet te voorschijn komen.

Alleen uw Geest - Wijsheid, Liefde, Waarheid - sta ik toe te leven in mijn ziel.

Ik begeer slechts dat, wat allen ten goede komt en nu vraag ik U, Vader, om het te voorschijn te brengen.

Vader binnenin mij, Ik vraag U om Liefde, Wijsheid, Kracht en Eeuwige jeugd te mogen uitdrukken.

Ik vraag U om Harmonie, Geluk, en Overvloed tot werkelijkheid te mogen maken; schenk mij het begrijpen, dat nodig is om uit de Universele Substantie datgene te voorschijn te brengen, wat iedere goede wens in vervulling doet gaan.

Dit vraag ik niet voor mijzelf, Vader, maar opdat ik U zo zal leren begrijpen, dat ik al Uw kinderen van dienst zal kunnen zijn.


MET GEHEEL MIJN VERSTAND

Dat wat ik wens, bestaat reeds in onzichtbare vorm.

Ik geef in mijn gedachten allen vorm aan datgene, wat ik begeer.

Zoals een zaadje begint te groeien in de stilte en de duisternis onder de grond, zo neemt mijn wens nu vorm aan in het stille, onzichtbare rijk van mijn ziel.

Ik trek mij in mijn binnenkamer terug en sluit de deur.

Rustig en vol vertrouwen houd ik nu mijn wens, al reeds vervuld, vast in mijn gedachten.

Vader, nu wacht ik op de volmaakte uitbeelding van mijn wens.

Vader, Vader binnenin mij, ik dank U, dat nu, in het onzichtbare, de vervulling van mijn wens voor altijd vaststaat en ik weet, dat Gij met liefderijke en kwistige hand voor allen een overvloed van al Uw schatten hebt uitgegoten; dat Gij iedere gerechtvaardige wens van mijn leven hebt vervuld, dat ik deel mag hebben aan Uw rijke voorraad, dat ik mijn eenheid met U mag beseffen en dat al Uw kinderen die mogen beseffen en dat ik al wat ik heb voor allen mag uitgieten, om al Uw kinderen te helpen.

Al wat ik heb, geef ik U , Vader.

 

MET GEHEEL MIJN KRACHT

Door geen daad of gedachte zal ik ontkennen, dat ik reeds in de geest de vervulling van mijn wens ontvangen heb en nu wordt zij tot volmaakte zichtbaarheid geroepen.

Met mijn geest, mijn ziel, mijn gedachten en mijn lichaam blijf ik mijn wens trouw.

In de geest heb ik het goede, dat ik wens, gezien.

Als een volmaakte idee heb ik het in mijn ziel ontvangen en met mijn gedachten heb ik er vorm aan gegeven.

Nu breng ik mijn volmaakte wens tot zichtbaarheid, tot waarlijke openbaring.

Ik dank U, Vader, dat ik nu Liefde, Wijsheid, en Begrip heb ontvangen, Leven, Gezondheid, Kracht en Eeuwige Jeugd, Harmonie, Geluk en Overvloed en de wetenschap, hou uit de Universele Substantie datgene te voorschijn te brengen, dat ieder goede wens in vervulling doet gaan.

Heb ik U niet gezegd, dat gij, als gij gelooft, de heerlijkheid Gods zult zien ?