|
MYSTIEK
GOD IS DOOD Het bewustzijn dat God 'dood' is, was een doorbraak van iets dat al lange tijd was doorgedrongen in het bewustzijn van een elite. Duitse denkers hadden duidelijk gemaakt dat religie en dogma tijdgebonden zijn en berusten op religieus gevoel dat het godsbeeld een projectie is van eigen wensen en angsten, dat de zoon van God een mythe is, dat Jezus ontdekt moet worden achter de mythe, dat de hemel en het beloofde paradijs gezocht moeten worden op aarde en dat religie een opium is dat het volk verhinderd dit te doen, dat God dood is en dat de mens moet leren daarmee te leven, een nieuw soort mens (Nietzsche). De leegte die achterblijft na de dood van God werd al door een elite ervaren al een uitdaging om te zoeken naar een manier om mens te zijn in een volkomen nieuwe situatie: hoe te leven als er geen hoger gezag is? Wat zijn de nieuwe waarden als de oude vermolmd blijken? Het humanisme kwam in deze leegte tot bloei. De leegte werd ook ervaren als een soort pijnlijk zoeken naar de zin van het leven. Bijzonder aantrekkelijk hierbij is het Boeddhisme, dat elke religieuze projectie afwijst en de weg uit het lijden aanwijst zonder goddelijke verlosser of hiernamaals. Typerend voor deze ontheiligde religie is het verhaal van de monnik die tegen een boeddhabeeld piste. Op verwijten antwoordde hij: 'Kunt u mij een plaats aanwijzen waar ik mijn behoefte kan doen zonder de boeddhistische godheid te besmeuren?' Maar ook het boeddhisme leert dat de mens nog niet areligieus wordt als hij de godsbeelden dood verklaart. De boeddhabeelden overdekken Azië en zijn groter dan welke heiligenbeelden in het Westen ook. Overigens wordt ook vrij algemeen
erkend dat de ontwikkeling van de christelijke cultuur naar atheïsme geen scheefgroei is,
gezien vanuit haar wortels. Het jodendom kent namelijk ook een verbod op godsbeelden. De levende God heeft geen naam of gestalte. Zoals ook de kosmos niet heilig is. Een boom is een boom en niet meer. Het is geen voorwerp geladen met heilige krachten waarvoor men moet knielen, die men moet bezweren of verzoenen. Het religieus atheïsme waarin god en goden onttroond zijn, is een uitdaging voor mystiek. Om het in deze leegte uit te houden en daarin te zoeken naar het Geheim. De 'transcendente dimensie' hoeft niet per se met 'god' aangeduid te worden, noch als iets 'heiligs' beleefd. Wat vroeger vanzelfsprekend was - God, godsdienst - is nu niet meer zo'n dwingend kader. Zwijgen over God valt niet meer op. En daardoor trekken ook de mystieken niet meer zoveel aandacht, die over 'God' liever zwijgen en afzien van een religieus kader. Van de andere kant zullen er ook zijn die zich juist op religieus gebied willen uiten. Vanouds stammen de meeste religies en vormen van vroomheid van mystieken. Mystiek zal dan vaak binnen een religie een kritische positie innemen die agressieve macht, geprojecteerd op God, ontmaskert. Ook nu zien we dat kloosterorders, die hun bestaan daarmee op het spel zetten, een daadkrachtige mystiek ontwikkelen in hun vroegere 'missiegebieden'. Met open oog voor de ellende teweeggebracht door de macht van de kerk en staat. Carlos Mesters, een Nederlands karmeliet in Brazilië, verduidelijkt deze mystieke houding met een parabel: wat er in het verscheurde Zuid-Amerika allemaal gebeurt, zijn voor hem de ontelbare stukken van een vernield schilderij waarop een Gelaat stond afgebeeld. Veel mensen zijn bezig het schilderij te herstellen.
Ook hij besloot mee te doen. Ik wil dat Gelaat zien dat me zo aantrekt... Tot nu toe ben ik er niet in geslaagd. Maar iets zegt me dat dat een keer zal gebeuren. En dat zal - zo verzeker ik je - de gelukkigste dag van mijn leven zijn. Want in dat Gelaat zit de sleutel van het leven, de zin van ons bestaan en van onze strijd voor een betere wereld. Ik wil dat Gelaat zien dat me zo aanstaart en aantrekt vanuit de brokstukken van het leven. |