|
MYSTIEK/KABBALA: REISGIDS NAAR HET GELUK HET GOLGOTHA MYSTERIE Het drama van de kruisiging van Jezus Christus op Golgotha immers was de barensnood voorafgaande aan de geboorte van een geheel nieuwe grootheid op onze aarde: De God-Mens Jezus Christus, die verwekt was drie jaren voordien, toen Christus, de Logos, door de Vader binnengeleid werd in de mens Jezus van Nazareth. Die geboorte vond plaats op de vroege Paasmorgen in Jezus Christus' verrijzenis uit de schoot der aarde. Voor deze verrijzenis was Golgotha de onvermijdelijke voorwaarde. Wat namelijk met Jezus middels de wrede kruismarteling op Golgotha geschiedde was heel iets anders, dat wat er gebeurde met de naast hem gekruisigde twee misdadigers. Voor hen gold, dat hun fysieke lichaam door de ophanging in de kruisstand gemaltraiteerd werd, dat de mishandeling de dood ten gevolge had, d.w.z. dat geest en ziel het fysieke lichaam verlieten, om naar de geestelijke wereld te vertrekken. Bij de kruisiging van Jezus geen vertrek van geest en ziel, nadat deze door de kruismarteling van het fysiek lichaam waren losgescheurd. Het Christus-Ik was immers zelve een substantiële kracht der geestelijke wereld. Dit was bij machte het losgescheurde fysieke lichaam op te nemen en te transsubstantieven tot een geestelijk lichaam, een etherische lichamelijkheid van een hogere dimensie, dan het materiele lichaam geweest was. Dit verklaart, dat toen Lazarus-Johannes, Petrus en Maria Magdalena op de Paasmorgen bij het graf kwamen, de lijkwade en de zweetdoek daar lagen, maar er is geen fysisch lichaam meer te vinden was. (Joh. 20,1-18). Voor het kunnen waarnemen van Christus' nieuwe etherische lichaamsvorm was een van liefdeskracht vervulde, zowel consumptieve als productieve identificatie-instelling nodig. Als dan Maria Magdalena zich afwendt van de grafstede, die zij confronteerde, schouwt zij als eerste, nadat zij zich omgewend had, de Herrezene. Om haar voor overspoeling door zijn kracht te vrijwaren zegt Christus tegen haar: 'Raak mij niet aan'. Het tegenovergestelde zal hij in de avond tegen Thomas zeggen, de te confrontatief ingestelde twijfelaar, wiens houding te afstandelijk was. De tot Maria Magdalena gesproken woorden 'Raak mij niet aan', worden gevolgd door de uitspraak: 'Nog ben ik niet opgestegen tot de Vader'. Dit zal eerst met de Hemelvaart geschieden. Men bedenke dat 'de Vader' de totaliteit omvat aller hemelgeesten der drie hiërarchieën. Pas als Christus zich daarmee herverbonden heeft, is hij, zoals Steiner dit zo kernachtig uitgedrukt heeft, 'de Heer der Hemelkrachten op Aarde' geworden. Dan is de Zoon van de Vader de Zoon des Mensen geworden: Hij, die het nijpendst mensenleed zelf doorleden heeft, om de Verlosser der mensheid te kunnen worden. Door de Heer te zijn geworden van de hemelkrachten op aarde, is Christus namelijk voor elke mens aanwezig geworden als het nieuwe hogere Ik, dat de centrale kracht en de bekroning kan worden van elke individualiteit ... als die zich, voor Hem openstelt. En zo was op de Paasmorgen voor de na de zondeval tot zondige daden verleidbare mensheid, een nieuw zondenvrij Ik ter wereld gekomen. Zo zag 'de vergeving der zonden' er uit, die door het Golgotha-mysterie ontstond: Een nieuwe mogelijkheid, waaraan elke individuele mens met vrucht kon gaan werken, om deze om te zetten in een eigen daadwerkelijkheid. |