|
MYSTIEK: DE MEESTERS VAN HET VERRE OOSTEN HET IS VOLBRACHT De grote Oorzaak, het leidende Principe, zag ZIJN Zoon, de Christus, de volmaakte mens. Hij zei: Dit is de Heer God, de Wet van mijn Wezen, aan wie ik heerschappij heb gegeven over hemel en aarde en alles, wat daarin is. En dit volmaakte Wezen hoeft door geen enkele sterfelijke voorstelling gekluisterd te worden, daar mijn volmaakte ideaal verheven is boven iedere gebondenheid en dezelfde macht en heerschappij bezit als Ik. Zo spreek Ik door de Heer God van mijn Wezen: Ik geef u geen enkel gebod, maar als gij met Mij samenwerkt door de Goddelijke Scheppende Wil, dan zult gij verder niemand nodig hebben en geen gesneden beeld voor Mij of voor uzelf maken. Gij zult geen afgoden aanbidden, maar gij zult weten, dat gij zelf God zijt, in wie Ik welgevallen heb en dat gij dezelfde macht hebt als Ik. Kom nu dicht bij Mij, Mijn zoon, vermeng u met Mij, dan ben Ik uzelve en tezamen zijn wij God. Uw lichaam is het ideale Godslichaam, dat al bestond voor het mensenras ooit vorm aannam. Dit is het wezen der mensheid, Gods schepping. De gehele mensheid heeft deze volmaakte vorm, wanneer zij slechts dat ware beeld wil aannemen. Het is de tempel Gods, die de mens toebehoort en volmaakt voor hem geschapen is. Gij zult geen gesneden beeld of gelijkenis maken van wat in de hemel of op aarde of in de wateren van de aarde is. Gij zult van geen enkele stof een beeld of een idool maken, want de gehele scheppende substantie is tot uw beschikking, u toestromend in volle maat. Gij zult u niet buigen voor enig geschapen ding of in dienst ervan staan en dus zal er niets zijn, dat naijverig is en er zal geen zonde en geen ongerechtigheid bestaan, die aan uw kinderen tot in een verre generatie bezocht zal worden, want gij zult vaststaan met uw ogen steeds gericht op de Oorzaak en daarom zal uw ideaal van die Oorzaak nooit afnemen. Gij zult dezelfde liefde verspreiden, die Ik voor u gevoel. Gij zult deze Oorzaak, het Leidende Principe, eren, wetende, dat het uw Vader en uw Moeder is en uw dagen zullen meer zijn dan de zandkorrels op het zeestrand, die talloos zijn. Gij zult niet wensen te bezeren of te vernietigen of te doden, want alle schepselen zijn door uzelf geschapen, zij zijn uw zonen, uw broeders en gij zult hen liefhebben, zoals Ik U liefheb. Gij zult geen echtbreuk plegen, want wat gij aan deze gedaan hebt, hebt gij uw vader, uw moeder, uw broeder, uw zuster of uw geliefde aangedaan; want de Oorzaak heeft hen lief, zoals de Oorzaak u liefheeft. Gij zult niet stelen, want dan steelt gij slechts van de Oorzaak, en als gij van de Oorzaak steelt, steelt gij van uzelven. Gij zult geen valse getuigenis afleggen tegen enig schepsel, want als gij dat doet, legt gij een valse getuigenis af tegen de Oorzaak, die uw eigen zelf is. Gij zult niets begeren, want dan begeert gij de Oorzaak, die uw eigen zelf is; wanneer gij een blijft met de Oorzaak, hebt gij alles, wat volmaakt is en wat u waarlijk toebehoort. Gij zult geen beeltenissen maken van zilver of goud om als goden te aanbidden, maar door uzelf verbonden te zien met alles, wat rein is, zijt gij zelf altijd rein. Dan zult gij niet vrezen, want behalve gijzelve is er geen God, die u zal aanklagen; gij weet immers, dat de Oorzaak - niet persoonlijk, maar onpersoonlijk - voor allen is alles geheel omvat. Dan zult gij een altaar oprichten en op dat altaar zult gij het onblusbare vuur laten branden en steeds brandende houden, niet van meerdere goden, maar van het leidende Principe, dat God is. Dan ziet gij uzelf, de Christus, de volmaakte, eniggeboren zoon van het ware Principe, de Oorzaak. Wanneer gij dit ten volle begrijpt, kunt gij het Woord (God) uitspreken en het Woord zal dan zichtbaar worden. Gij zijt de schepping en de Schepper, die boven en beneden is, binnen en buiten, Een met het goddelijke Leidende Principe, God. De hemelen gehoorzamen Gods stem, de stille stem van God, die door de mens spreekt. God spreekt, de mens spreekt. God spreekt altijd door de mens, dus, wanneer de mens spreekt, spreekt God. In de donkerste uren weet ik, dat God is. Wanneer ik angst gevoel, stel ik steeds weer mijn vertrouwen in God, mijn Vader, die binnenin mij woont en blijf rustig en zeker, daar ik er vast van overtuigd ben, dat alles goed is en dat mijn volmaaktheid nu volkomen is. Ik erken God als de allesomvattende Geest, mijn Vader, en ik weet, dat de mens de Christus Gods is, het beeld en de gelijkenis van God, mijn Vader: de bron en ik zijn Een. Langzaam maar zeker nadert de dag van het absolute, geestelijk inzicht. Die dag is hier, zodra ik hem erken. Hij is nu hier, volkomen en volmaakt. Ik prijs en zegen het absoluut geestelijk inzicht. Ik dank u, Vader, dat mijn hoogste ideaal nu vervuld wordt. Bij mijn werk moet ik mij er altijd van bewust zijn, dat ik werk in overeenstemming met Gods bewuste en nooit falende wet. Nu begrijpt ik de woorden: Ik geef u mijn vrede, Ik geef u mijn liefde, niet gelijkerwijze de wereld hem geeft, geef Ik hem U. (Joh 14:27) Ook begrijp ik de betekenis van: Richt binnen u een tempel voor Mij op, opdat IK-Ben daar bij u kan wonen. Dan is IK-Ben uw God en gij zijt als IK-Ben. Dit heeft geen betrekking op enige kerk of godsdienstige organisatie. Het is de ware tempel des vredes binnenin de mens, waar God, de Bron van alle dingen, werkelijk woont. De mensen bouwden een tabernakel, waarin zij konden samenkomen om het ware ideaal te aanbidden, de Ik-Ben in henzelf, deze innerlijke tempel, die God en de mens voor allen openhouden. Spoedig echter werd de tabernakel vereerd, toen was het lege idool geschapen, de kerk, zoals zij heden ten dage bestaat. Wanneer ik vasthoud aan het ware ideaal, dan hoor ik mijn eigen innerlijke Godsstem en de openbaring van die stem geeft troost, inspiratie en leiding in mijn levenswerk. Waar twee of drie tezamen zijn in mijn naam, daar is Ik-Ben altijd in hun midden. Hoe waar zijn deze woorden, want Ik-Ben is altijd binnenin de mens. Als ik geestelijk stijgen wil, dan moet ik werken en trouw blijven, nooit twijfelen of teneer geslagen zijn. Ik ben de Christus, het ideaal Gods, in wie de Vader welgevallen heeft, de eniggeboren zoon van God, de Vader. Ik ben de enige, die de Vader kent, ziet en met Hem samenwerkt, de enige zoon, die God Kent - en God kent allen - want allen kunnen zeggen: HET IS VOLBRACHT. |