LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      MYSTIEK/KABBALA: REISGIDS NAAR HET GELUK          

  IK BEN HET LICHT DER WERELD  

AFBEELDING VAN DE OUDE "OTZ-CHIIM"     AFBEELDING VAN DE NIEUWE "OTZ-CHIIM" MET DE ZEVEN IK-BEN-WOORDEN

Het tweede der zeven Ik-Ben-Woorden: 'Ik ben het Licht der Wereld'

(Joh. 8,12)

Als Jezus in het tempeldomein te Jeruzalem het volk aan het onderrichten is, brengen de schriftgeleerden en de Farizeeërs, die ook rechters waren, een vrouw naar voren, die bij echtbreuk gegrepen was. (Joh. 8,5)

Volgens de Mozaïsche wet stond daarop de doodstraf middels steniging.

Om tegen Jezus een aanklacht te vinden, vroegen de rechters hem naar zijn oordeel.

Dan schrijft hij met een vinger iets in de aarde.

Men zou kunnen zeggen: Jezus tekent het aardse levenslot van de vrouw aan, zoals dat zich tot nu toe voltrok.

Als de rechters hun vraag herhalen, doet Jezus, die gewend is zich tot ieders individualiteit te wenden, iets bijzonder slims.

Steniging kan men met schier gesloten ogen doen en wie de dodelijke steen geworpen heeft, kan zelfs voor de uiteindelijke beul zelf, onbekend blijven.

Jezus richt zich nu echter tot elk der rechters individueel en zegt: 'Wie Uwer zonder zonden is, werpe als eerste de steen op haar'.

Dan schrijft hij weer in de aarde.

Hij tekent het toekomstig lot van de vrouw aan.

Dat heeft een keer genomen, want de rechters lopen nu allen weg, de een na de ander en de oudsten - de met de meeste zonden beladen - het eerst!

Zo groot was de op ieder der rechters gerichte Christus-kracht, dat hun enige uitweg was het veld te ruimen.

Christus voorkomt, dat de Geburah-confrontatie van de rechters met de vrouw door te veel Marskracht overgaat in de aversieve identificatie der agressie: de stenigingsdaad.

De bijbeltekst vermeldt, dat rechters wegliepen, door hun geweten aangeklaagd. (Joh. 8,9).

Het is hier de eerste plek, waar dit begrip in de bijbel verschijnt.

Het Licht der Wereld heeft bij de rechters kennelijk het individuele geweten gewekt!

Kabbalistisch gezien stuurt Christus de rechters weg en door naar de onder Geburah gelegen sephirah Hod.

Dit zal de lezer vanzelf duidelijk worden als deze sephirah ter sprake komt.

Als Jezus dan na het vertrek van de schriftgeleerden en de Farizeers, alleen met de vrouw overblijft, richt hij het woord tot haar en zegt: 'Waar zijn zij, heeft niemand u veroordeeld?'

"Niemand', is haar antwoord, 'Niemand Heer'.

Dan zegt Jezus volgens de Nederlandse vertaling van deze passage: 'Ook ik veroordeel u niet. Ga heen en zondig van nu af aan niet meer'.

In het volgende vers (Joh. 8,12) staat, dat Jezus zich wederom tot het volk richt en zegt: 'Ik Ben het Licht der Wereld. Wie mij volgt zal niet rondlopen in de duisternis, maar zal het licht der wereld hebben'.

Dit licht, dat laat zien, waar men staat en het levenspad naar de toekomst zichtbaar maakt, dat heeft Christus de vrouw kennelijk geschonken, want juist daardoor behoeft zij niet meer in de duisternis rond te dolen, maar kan zij haar levensdoel zien liggen en nastreven.

Of dit levensdoel ligt bij de man, die zij ontrouw werd, bij de man, die haar minnaar was geworden, of elders, daar laat Jezus zich niet mee in.

Dat hoeft ook niet, want hij heeft haar het licht geschonken, om nu daarmee zelf haar wezenlijk levensdoel te gaan vinden en het niet meer te missen.

Met de uitspraak 'Ik Ben het Licht der Wereld' legt Christus het volk uit, wat hij gewekt heeft in het IK van de vrouw!

Nu kan zij haar levensreis - anders - hervatten.

Als wij, wat Christus ten aanzien van deze vrouw geuit heeft, parafraseren en iets uitvoeriger, dan in de beknopte bijbeltekst, weergeven, komen wij tot een uiting van ongeveer deze inhoud: 'Begeeft u, nu ge dit innerlijk licht van mij ontvangen hebt, opnieuw op de levensreis. Ge zult dan niet meer in het donker behoeven rond te dolen en zult in het zoeken en vinden van uw wezenlijk levensdoel niet meer behoeven mis te tasten'.

De plaatsing van 'Ik Ben het Licht der Wereld' in Geburah.

Na het identificatief gedrag van Gedulah ontmoeten wij de confrontatieve opstelling in Geburah.

In Geburah plaatst de mens zich tegenover de wereld.

Om te weten waar men zich tegenover de wereld dient te plaatsen, moet op die wereld dat licht kunnen vallen, dat haar ook voor de menselijke geest zichtbaar maakt.

'Waar sta ik eigenlijk?' is de eerste Geburah-revelatie.

Dit 'waar?' ontmoetten wij al in Aristoteles' vijfde categorie: Pou? (=waar ?)

En iets uitgebreider gesteld: 'Wat is voor mij thans de aangewezen plaats?'

De schriftgeleerden en Farizeeërs wisten die plaats voor de overspelige vrouw heel precies: Daar waar zij gestenigd moest worden.

Een al te starre, door onverwrikbare wetten voor gisteren, nu en altijd vastgestelde plaats, is een typisch Geburah-gevaar, een typerend gevaar voor alle schriftgeleerden van gisteren, nu en altijd, maar om even in de buurt van de hier besproken bijbel-passage te blijven, een zeer prominent gevaar voor de Joodse schriftgeleerden en Farizeeërs, die in de Wet de door Mozes eens en voor altijd vastgestelde plaatsbepaling zagen, van waaruit het maatschappelijk leven beoordeeld diende te worden.

Vanuit die plaats confronteerden zij zich als rechters met het gelijk aan hun zijde tegenover elke anders denkende, voelende en willende, want die waren van uit hun blikrichting per definitie in het ongelijk.

Dit is ten voeten uit de geborneerdheid, die voor de in Geburah gevestigde gemoeds-verstands-zielemens in de letterlijke zin van het woord: levensgevaarlijk is.

Het voorvoegsel 'gemoeds'-, dat door de ontdekker van deze ziel-ontwikkelingsfase, Dr. Steiner, ook wel eens weggelaten wordt, duidt op de erfenis aan gevoels-leeftocht uit de gewaarwordingszieletijd, die men opgeborgen heeft achter de beveiligende afsluiting der verstandsmuren.

Eens levende waarden, die identificatief werden opgenomen in Gedulah, kunnen in Geburah tot dogma verstaren, d.w.z. tot het enig geldig-geldende gezichtspunt.

De bewegelijke geldingsdrang uit Lucifers vierde impuls is dan door Ahiram samengeperst tot een immobiel geworden geldingsbesef.

Dit dogmatisch geldingsbesef is niet bestand tegen Christus' Licht der Wereld.

Vandaar de grote vrees van Farizeeërs en schriftgeleerden voor Zijn kracht en Jezus' niet aflatende strijd tegen hen.

Zonder de zegening van het Licht der Wereld is Geburah een sephirah, waar Ahrimanische repressie hoogtij kan vieren.

Met het Licht der Wereld is Geburah de gunstige sephirah, die de mens de gave van het helder confronteren schenkt.

De confronteerkunst leert aan de mens op grond van preciese waarneming een objectief ken-oordeel te vormen, dat logisch gefundeerd is.

Zulks voorkomt, dat hij te snel, gespeend van voldoende kennis van zaken met een waarde-oordeel (goed of slecht, nuttig of schadelijk, sympathiek of antipathiek) te voorschijn komt.

Een juist gebruik van Geburah-kracht voorkomt het zich bezondigen aan vooroordelen.

Maar Geburah heeft nog meer te bieden: Hier worden de gaven van Gedulah geconsolideerd tot een eigen persoonsstructuur, die stand weet te houden in tegenspoed.

De mens leert zich schrap te zetten tegen anderen, waar dat nodig is.

Hier leert hij zich agressief op te stellen en niet te gedogen, dat anderen hem overspoelen.

Volgens alle Kabbalisten is Mars de planeetgeest, die heer zijn invloed doet gelden, maar in de eerste plaats werkt hier de verstevigende invloed van Chokmah, die Geburah de intentie tot confronteren schenkt.

Mars completeert die met moedige doelgerichtheid.

Eerst als confrontatie overgaat in aversie identificatie is er van Martiale agressie sprake.

De lessen in confrontatie, die Geburah geeft, betekenen ondertussen meer, dan een zich sterk voelen in de eigen omgrenzing.

Het is ook een vermogen zelf grenzen te kunnen trekken; met een werk tijdig te kunnen stoppen en ... daar waar dit moet, afscheid te kunnen nemen; dus ook de onverbiddelijkheid van een afscheid vol-bewust te kunnen accepteren.

Dit houdt eveneens in, dat als het Licht der Wereld een nieuwe levenskoers zichtbaar gemaakt, men niet als gewoontedier aan de te verlaten route blijft kleven, maar het oude loslaat of zich er van los kapt en moedig de nieuwe koers kiest, zonder om te zien.

Beroemd is het verhaal uit het Oude Testament van de omkijkende Vrouw van Lot, die met het verleden niet kappen kon en veranderd in een zoutpilaar (Genesis 14,26).

Het is wel aardig er even bij stil te staan hoe vroeg de jonge mens al lessen krijgt in het afscheid nemen op het juiste, daartoe geijkte moment.

Dat zijn de opvoedkundige lessen, die Zindelijks-training heten.

Met Gedulah-identificatie opgenomen leeftocht heeft in het stof-wisselingsproces afvalstoffen opgeleverd.

Van de afvalstoffen moet het kind leren, op door de ouders gezette tijden en plaatsen, afscheid te nemen: Er van te scheiden in Geburah-confrontatie.

De volksmond heeft dit scheiden van de vastere substanties 'scheiten' genoemd en voor het urineren een onomatopee gekozen: 'pissen'.

Het ziektebeeld zich niet van zijn ontlasting te kunnen ontlasten, leidt tot wat 'hardlijvigheid' genoemd wordt: De vaste kwaal der gierigaards, die tot in hun darmen van behoudzucht blijk geven: De gesomatiseerde uitgave ener Geburah-verstarring.

Het zich niet kunnen onthechten van materieel bezit, dat bij fecaliën begon en bij geld eindigde.

Wie in zijn gemoeds-verstandsziele-ontwikkelingsfase het Licht der Wereld in zich opneemt, ziet, dankzij dit innerlijk licht, de zin ener juiste onthechting op het juiste op het moment in.

Dit inzicht includeert ten slotte ook het afscheid van Geburah.

Dan gaat de reis naar Tiphereth, de zonnesephirah op de middenzuil, die de synthese brengt van Gedulah en Geburah.

AFBEELDING VAN DE OUDE "OTZ-CHIIM"     AFBEELDING VAN DE NIEUWE "OTZ-CHIIM" MET DE ZEVEN IK-BEN-WOORDEN