|
MYSTIEK: DE MEESTERS VAN HET VERRE OOSTEN JEZUS ZEI: IK BEN DE WEG, DE WAARHEID EN HET LEVEN Jezus sprak: Toen ik zei: ''Ik ben de weg, de waarheid en het leven,'' bedoelde ik niet de mensheid de gedachte bij te brengen, dat ik het enige ware licht was. Want zo velen als door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. Toen ik zei: ''Ik ben de geliefde Zoon, de eniggeboren Zoon Gods, in wie de Vader welbehagen heeft'', bedoelde ik de gehele mensheid te overtuigen, dat een van Gods kinderen zijn goddelijkheid inzag, begreep en er aanspraak op maakte, inzag, dat hij leefde, zich bewoog en ademde in God, het verheven Vader-Moeder-Principe aller dingen, daarna het Woord sprak, dat hij de Christus was, Gods eniggeboren Zoon en toen getrouw van hart en vast van zin dat leven leefde en werd tot wat hij beweerde te zijn. Met zijn eigen ogen gericht op dat ideaal, vervulde hij zijn gehele lichaam ermee en bereikte zo het doel, dat hij wenste. De reden, dat zo velen mij niet gezien hebben, is, dat zij mij op een onbereikbaar voetstuk hebben geplaatst. Zij hebben mij omringd met wonderen en geheimzinnigheid, ver buiten het bereik van de eenvoudige mensen, die ik van harte liefheb. Ik heb hen lief met een onuitsprekelijke liefde. Ik heb mij niet van hen teruggetrokken, maar zij zich van mij. Zij hebben een sluier over mij geworpen, muren en afscheidingen opgetrokken, bemiddellaars gebruikt en beelden gemaakt van mij en van hen, die mij zeer na en dierbaar waren. Zij hebben ons in legenden en mysterie gehuld, tot wij zover van de mensen verwijderd schenen, dat zij niet meer wisten, hoe ons te naderen. Zij smeken en bidden tot mijn lieve moeder en tot hen, die mij omringen en houden ons op deze wijze vast in sterfelijke gedachten. En dat terwijl, als zij ons slechts kenden, zoals wij zijn, zij ons de hand zouden kunnen reiken, zoals gij het vandaag zult doen. Als zij alle bijgeloof en dogma wilden laten varen en ons wilden kennen, zoals wij zijn, dan zouden zij met ons kunnen spreken, zoals gij het kunt. Wij zijn nooit anders dan zoals gij ons nu ziet. Hoe graag zouden wij willen, dat de hele wereld dit wist ! Gij hebt ons zo lang met geheimzinnigheid omringd, dat het niet te verwonderen is, dat de twijfel en ongeloof de overhand hebben gekregen. Hoe meer beeltenissen en afgodsbeelden gij van ons maakt, hoe meer gij de dood tussen u en ons stelt en denkt, dat wij zonder bemiddelaar onbereikbaar voor u zijn, des te dieper zal de schaduw van de twijfel geworpen worden en de afgrond van het bijgeloof zal steeds breder worden en moeilijker te overbruggen. Indien zij ons vrijmoedig de hand willen reiken en zeggen ''ik ken u'', dan zouden allen ons kunnen zien en kennen, zoals wij zijn. Er is niets geheimzinnigs om ons of om hen, die wij liefhebben, want wij hebben de hele wereld lief. Zo velen zien alleen dat deel van mijn leven, dat eindigde aan het kruis en vergeten, dat het grootste deel geleefd werd, zoals ik nu ben. Zij verliezen geheel en al uit het oog, dat de mens voortleeft, zelfs na wat een gewelddadige dood schijnt. Leven kan niet vernietigd worden. Het gaat steeds verder en een wel geleefd leven zal nooit ontaarden of teloor gaan. Zelfs het vlees kan onsterfelijk gemaakt worden, zodat het nooit meer veranderd. |