|
MYSTIEK
TEILHARD DE CHARDIN: HET GODDELIJK MILIEU Vanuit de paleontologie kwamen
Solovjov en vooral Teilhard de Chardin tot een mystieke visie. Ook zij bekeken het zich evoluerende
heelal als het ware van buiten af. Zij zagen een compacte materie die
zich steeds meer waaiervormig ontplooit. Ze zagen de menselijke geest als iets dat van binnen naar buiten kwam. Vanaf het begin in de materie zelf
opgesloten, zal de geest, ontplooid in het 'bewustzijn' van individuen, nu samengebald tot
een 'collectief bewustzijn' dat steeds meer de ziel van het heelal zal zijn. In deze bewustwording is God
geïncarneerd. De materie, de geest, het heelal, het
is een 'goddelijk milieu'.
Hier kan de mens God vinden. Met het zien, voelen,ervaren, denken
mee, 'in de vitale stroom van materie, leven en energie', groeit de godservaring. Hierdoor treden we in contact met de
Oerbron van universeel leven (Solovjov). Ik bestast Hem zowaar, deze God,
door heel de oppervlakte en diepte van de wereld en van de stof heen. De visie van Teilhard de Chardin is
uiteindelijk die van een gelovige. Christus staat centraal in de evolutie. De mensheid wordt zijn 'Mystiek
Lichaam'. Het wezen van het christendom is
niet meer en niet minder dan het geloof aan de eenwording van de wereld in God door de
incarnatie. Al het overige is slechts
verheldering. Teilhard meent dat ieder dit kan
ervaren, ook al benoemt hij het niet als 'Christus'.
Christus is immers: de onzichtbare kracht die op de
bodem van de tweedracht en de chaos van de wereld de lichte draden van het universele
leven leidt en de verbrokkelde stukken van het heel-al tot welgevormde gestalten ordent. Omgaan met vragen naar het ontstaan
van leven, bewustzijn, heelal betekent blijkbaar ook voor wetenschappers dat men een
mystieke houding aan gaat nemen. Einstein zei al: Het schoonste en diepste gevoelen
dat wij kunnen ondergaan, is het ervaren van het mystieke. Het is de kracht van alle ware
wetenschap. Wie dit gevoelen onbekend is, wie
niet langer in verwondering en verbijstering kan staan, is zo goed als dood. De laatste jaren verschijnen steeds
meer studies die antwoord geven op die vragen. Suggestieve beelden ontstaan: het
zwarte gat, de oerknal, de kosmische oersoep. De leek kan ook op de TV de tocht
maken naar het begin van het heelal, diep in het atoom doordringen, elementaire deeltjes
zien, die deeltjes en niet-deeltjes (golven) zijn.
Wetenschappers verwijzen met name de
oosterse mystiek om hun ervaringen bij dat onderzoek te duiden. Mystieke teksten zeggen verrassend
goed wat zij nieuw ontdekken. Zoals 'het is en is niet', 'alles is
in een deeltje en in elk deeltje is alles'. In de diepte is alles een energie,
aan de oppervlakte is alles een verschillende gestalte. Een dynamische kijk op het heelal
zoals ook de oosterse mystiek verwoordt. De mystieke cultuur die nu baan
breekt, komt voort uit het besef van een organische samenhang van alles wat is.
Het 'ik' bestaat uit dezelfde
oerenergie als het 'al'. Materie, de meest versteende stof,
bestaat uit elementaire deeltjes die vloeiende golven zijn, relaties, energie. Geest en materie zijn twee
verschillende vormen van een zelfde energie.
De kernfysicus Charon stelde voor te
spreken over 'het zwarte gat' om te verklaren hoe bewustzijn niet van buiten af verwekt
is, maar vanuit het elementaire, onsterfelijke elektron. 'Mijn denken is mijn denken van mijn
elektronen'. David Bohm noemt de eeuwige basis van
het heelal een 'holostroom': in elk deeltje is als het ware het geheel 'ingevouwen'. De Deense fysicus Niels Bohr was de
eerste die verbanden legde tussen natuurkunde en oosterse mystiek. De Oostenrijker Capra maakte dit verband toegankelijk door boeken die hij vanaf 1976 in San Francisco schreef en die bestsellers werden. Evenals Teilhard schrijft hij vanuit
een visionaire ervaring: Ik zag een waterval van energie
uit de ruimte komen waaruit in ritmische pulsen deeltjes geschapen en weer vernietigd
werden, ik 'zag' hoe de atomen van de natuur om me heen en die van mijn lichaam deelnamen
aan deze kosmische energiedans, ik voelde het ritme en 'hoorde' de klank ervan, en op dat
ogenblik wist ik dat dit de Dans van Shiva was, de Heer van de Dansers, zoals de Hindoes
hem vereren.
Een zelfde beleving van het
wetenschappelijk weten omtrent de natuur treffen we ook bij de anderen aan. De Duitse natuurkundige Carl f. von
Weizacker zegt: We beschrijven de materiele
wereld, sterren en atomen. We bekijken ze, maar op hetzelfde
moment overvalt ons en diep besef van de oude waarheid, die ook Boeddha al begreep,
namelijk dat hetgeen we vertellen ons eigen verhaal is. Wijzelf, ons lichaam is opgebouwd
uit atomen. Ons eigen leven maakt deel uit van
de natuur die we analyseren. We kunnen niet over de natuur
spreken alsof we er zelf niet toe behoren. Met name Capra wordt door zijn
collega's een 'verrader' genoemd. Teilhard telt al helemaal niet mee. Beiden belichamen een breuk en een
teruggrijpen opeen ander type onderzoeker: de magiër. Het is inderdaad de vraag of we
wetenschappelijk onderzoek nog wel die scherpte kan hebben als het vanuit subjectieve
beleving ondernomen wordt. Een wereldbeeld zal toch altijd door
onderzoek bevestigd, gerelativeerd, ontkend en vervangen moeten kunnen worden. Anders wordt het als wetenschappelijk
onderzoek, in de geijkte vorm gedaan, daarna innerlijk beleefd wordt en gepopulariseerd. Momenteel lijkt het mechanische
wereldbeeld aan vervanging toe en is het beeld van de wereld als een organisme geschikter
om ook de nieuwste onderzoekresultaten te verklaren. Het is ook meer geschikt om een mystieke houding te cultiveren die de gevaren van een rationeel-technische houding kan vermijden. |