LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      MYSTIEK  

  ZARATHUSTRA: OPENBARING

De mystieke verlichting heeft bij Zarathustra geleid tot visioenen - inzichten die een nieuwe visie schonken op het geheel van de werkelijkheid.

Deze visie is gegroeid uit een dubbele, tegengestelde ervaring.

De mystieke ervaring van de eenheid van alle dingen en van het paradijselijk goede, en de ervaring van de ellendige werkelijkheid van alledag.

Beide ervaringen hebben geleid tot een visie waarin ze verzoend worden zonder dat een van de polen afzwakt tot maya.

De visioenen van Zarathustra hebben de vorm van openbaringen van God aan hem.

Ze zijn echter gebouwd vanuit het oude vedische milieu.

Goden, rituelen en theologie zijn niet nieuw.

Wel komen ze in een andere context te staan.

In de tijd dat op de priesterscholen gezocht werd naar een scheppingsbeginsel en men dit zag in een Plant en een Dier (de stier), kreeg Zarathustra in een visioen het inzicht dat alles, inclusief die Plant en dat Dier, geschapen is door een 'Wijze Heer' (Ahauru mazda), later Ohrmazd genoemd), zelf ongeschapen, een tijdloos Licht.

De goden zijn dienaren van deze God (wij zouden zeggen: engelen en aartsengelen), ofwel zonen en dochters van God (wij zouden zeggen: goddelijke eigenschappen).

Er zijn zes zonen en dochters van God.

Zij dragen abstracte namen: 'Milde onsterfelijkheid', 'Goede Intentie', 'Goede Rechtvaardigheid', 'Wenselijke Heerschappij', 'Milde Toewijding', 'Heelheid' en 'Gezondheid en Leven'.

Zarathustra noemt ze 'Milde Onsterfelijken' en benadrukt hun eenheid binnen God.

In een visioen ziet hij hoe ze 'een van geest, een van stem, een van daad' samen met de Wijze Heer een schepping beginnen en scheppers blijven.

Zij die zijn de scheppers en de vormgevers en de makers en de bewaarders en de bewakers van Ahura Mazda.

Het eerste scheppingsresultaat was de geestelijke wereld, inclusief de zielen van de mensen.

Daarna werd de materiele wereld geschapen, die beter was dan de geestelijke omdat deze laatste hierdoor tastbaar werd.

Deze wereld was volmaakt, stabiel en paradijselijk.

De wereld waarin we nu leven is anders.

Niet meer stabiel maar beheerst door het proces van dood en geboorte en daardoor gebonden aan tijd.

Deze aan tijd gebonden wereld begon volgens de toendertijd gangbare theologie door een kosmisch offer van de Plant en het Dier.

Zarathustra zag het anders.

Het paradijs werd verstoord van buiten af, door een aanval van de 'Verwoestende Geest' (Ahra Manyu, later Ahiram).

Deze kwade Geest bestong in een tijdloos begin naast de Wijze Heer.

Om hem uit te dagen maakte de Wijze Heer de geestelijke schepping tastbaar.

De Verwoestende Geest drong in alle lagen van de schepping door, vervuilde lucht, de grond en het vuur, corrumpeerde de mens met het kwaad, de ziekte en de dood.

De bedoeling van dit leven in de tijdgebonden wereld is om de Wijze Heer in staat te stellen samen met de mens de Verwoestende Geest definitief te overwinnen.

Het kosmische offer heeft binnen deze bedoeling zin: leven offeren om leven voort te brengen, als een onderdeel van de strijd tegen de dood brengende Ahriman.

Openbaring.

De terugkeer naar het paradijs, zo typisch voor vele mystici, heeft bij Zarathustra een uitgestelde vorm gekregen: niet hier en nu, maar samen met anderen op het eind van de geschiedenis.

De mystieke weg naar de vereniging met God is die van de daad.

Een daadwerkelijk samenwerken met God is die van de daad.

Een daadwerkelijk samenwerken met God hier en nu zal eindigen in een tijdloos, paradijselijk samenleven met God.

Zarathustra spreekt over een goddelijke belofte.

Een hoop die zekerheid verschaft en een kosmisch doel geeft aan het leven van de mensheid in haar geheel en van elk individu in het bijzonder.

Ook in dit opzicht was Zarathustra origineel.

In de vedische religie vallen de generaties mensen meedogenloos over elkaar als de golven van de zee, zonder eind en zonder doel.

In de gatha's proeft men Zarathustra hevig verlangen naar het einde van de tijden en zijn verwachting dat dit niet veraf zal zijn.

Even heftig is zijn strijd tegen de Verwoestende Geest.

Hij ziet diens macht als formidabel.

Niet alleen corrumpeert hij mensen, maar ook de goeden hebben te lijden door zijn legioenen, die wreed, leugenachtig en zonder erkenning van rechten, de goedwillende onderdrukken en leven, land en lucht aantasten.

Deze macht is allen te overwinnen als goedwillende zich aaneensluiten tot legioenen onder het bevel van de Wijze Heer of een van zijn dienaren, met name Mithras, de alziende zonnegod.

Zoroaster is zeer streng.

Niet ascetisch.

De wereld is goed.

Het stoffelijke is goed.

Hiervan genieten is goed.

Geluk is een goed waarom gebeden mag worden.

Aan mij die U, Ahura Mazda, nader wil komen, mogen de zegeningen van het leven gegund worden, zowel die van de stof als die van de geest.

Streng is Zararthustra als het gaat om de persoonlijke keuzes: tussen waarheid en leugen, tussen recht en rechteloosheid, tussen het zuivere en het vervuilde.

Het gaat dan niet alleen om het ware, rechtvaardige en zuivere in geestelijke zin, ook de stoffelijke wereld is hierbij betrokken.

Zo mogen lijken niet verbrand of begraven worden, de roofdieren moeten ze verteren, anders worden de aarde en de lucht bevuild.

Het vuur is het enige cultusbeeld, het zuiverende licht.

Deze strijd wordt afgesloten met het laatste Oordeel.

Een beslissende overwinning van het goede, een definitieve verdelging van het kwade, maar ook een eindoordeel.

Dit geldt niet alleen voor de mensheid op het eind van de geschiedenis, maar ook voor ieder persoonlijk op het eind van zijn leven.

Hij zal de smalle brug over moeten, strikt rechtvaardig geoordeeld worden.

Er is geen voorspraak of andere beïnvloeding mogelijk.

De daden tellen en worden in de weegschaal gewogen, de goede tegen de slechte.

Wie te licht bevonden wordt, valt van de brug in de hel, waar hem wacht: een lange tijd van ellende, duisternis, bedorven voedsel, weegeschreeuw.

Op het einde der tijden zal vuur het metaal in de bergen doen smelten. Ieder zal door deze vuurzee heen moeten.

De goeden zullen erdoorheen waden als 'door warme melk', de anderen zullen ten onder gaan.

De aarde zal dan definitief gezuiverd zijn, de tijd houdt op, de mensen zullen met de Wijze Heer eeuwig samenleven, gelukkig en vreedzaam.