LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      NIETZSCHE: LEER DE GROTE DENKERS   

  NIETZSCHE: DE WIL TOT MACHT  

Thans is de tijd gekomen, oordeelt Nietzsche, om de christelijke vervalsing van de levenswaarden weer om te keren en het oorspronkelijke ideaal van het menszijn weer gelding te verschaffen.

De sterke, de aan lijf en ziel gezonde mens, de gewetenloze, de medelijdenloze mens, die al zijn werken in de dienst stelt van de wil tot de macht, - ziedaar het ideaal van Nietzsche.

Deze wil tot de macht staat op zijn beurt in de dienst van het leven, van het steeds hoger stijgende, hoger zich ontwikkelende leven: de mens, zoals hij thans leeft, is slechts een overgangsstadium, is iets, dat overwonnen worden moet:

Wat hebt gij gedaan om de mens te overwinnen? Alle wezens tot nog toe schiepen iets hogers dan zichzelf. En gij wilt de ebbe zijn van deze groten vloed en liever tot het dier teruggaan, dan de mens overwinnen? Wat is de aap voor de mens? Een schaterlach en een smartelijke schaamte.

Een meer dan menselijke persoonlijkheid dient de mens te worden, niet strevend naar lust en genot voor zichzelf, maar ook zonder medelijden voor anderen; hard tegen zijn medemensen, maar nog harder tegen zichzelf; onverdroten moet hij werken aan de verovering van zijn doel, zichzelf aan tucht onderwerpend en tucht doen heersen, waar hij kan, want de mens is een geboren heerser.

Niet langer mag de moraal van de zwakkelingen heersen, deugd, in de zin van de klassieken, "moralin"-vrije deugd, zoveel betekenend als mannelijkheid, moet gelden; niet handelen uit gehoorzaamheid, uit zwakte, slechts handelen om zich te voelen leven, om zijn leven om een hoger plan te verheffen.

"Alles is geoorloofd, niets is waar".

De sterke vraagt niet in de eerste plaats: Is een bewering, een onderstelling waar, maar: Is zij levenwekkend, levensbevorderend.

Alles wat aan die eis beantwoordt, staat "jenseits von Gut und Böse".

"Wat is goed? Alles, wat het gevoel van de macht, de wil tot de macht, de macht zelf in de mens verhoogt. Wat is slecht? Alles wat uit zwakheid stamt".

Alles wat uit zwakheid stamt moet volgens Nietzsche verdwijnen, ook de altruïstische moraal gebaseerd op het medelijden, die de zwakken en de ontaarden in stand houdt en zo de mensheid schaadt, het ras verderft.

"De zwakken en de mislukten moeten te gronde gaan, dat is de grondwaarheid van onze mensenliefde en men moet hen daarbij behulpzaam zijn."

Maar niet iedereen kan een oppermens worden, niet iedereen verdraagt de scherpe lucht, die op de hoogvlakte van deze levenshouding waait.

De massa kan gerust in haar kuddebestaan volharden.

De mens als kuddedier is geboren om te gehoorzamen; hij heeft geen zelfstandigheid en behoeft er geen; de kudde doet doet goed haar zwakkelingenmoraal te behouden, zij zou anders het laatste verliezen, wat nog enigszins aan haar te waarderen valt.

Nietzsche is de heftigste tegenstander van alle "gelijkmakerij", van alle democratie en socialisme.

Integendeel er is een natuurlijke rangorde onder de mensen voorhanden, een scherpe scheiding tussen heren- en slavennaturen, tussen de sterken en de zwakken, tussen de heersers en de gehoorzaamden; tussen beiden dient een afgrond, het "Pathos der Distanz" te staan.

Het doel van de mensheid is niet gelegen in het in het grootst mogelijk geluk voor het grootst mogelijk aantal, de zin van de mensheid wordt belichaamd in enkele schoonste exemplaren, de massa bestaat slechts om het werken van deze oppermensen mogelijk te maken.

De grote, ja de enige taak van de mensheid is te zorgen, dat zulke oppermensen worden voortgebracht, men mag zulks niet langen aan het toeval overlaten, de mens moet bedenken: hij is een touw geknoopt tussen dier en oppermens.

De opppermens is het doel, de innerlijke levenstendentie van alle mens-zijn:

Gij zijt jong en wenst u kind en huwelijk. Maar ik vraag u: zijt gij een mens, die een kind wensen mag? Zijt gij de overwinnaar, de zelfbedwinger, de gebieder van de zinnen, de heer van uw deugden? Aldus vraag ik u. Of spreekt uit uw wens het dier en de nooddruft? Of vereenzaming? Of ontevredenheid met uzelf? Ik wil, dat uw zegepraal en uw vrijheid naar een kind verlangen. Levende monumenten zult gij bouwen ter herinnering aan uw zegepraal en uw bevrijding. Boven uzelf uit moet gij bouwen. Maar eerst moet gij zelf gebouwd zijn, rechthoekig van lijf en ziel. Niet maar voort moet gij u planten, maar hoger op. Daartoe diene u de tuin van het huwelijk! Een hoger lichaam zult gij scheppen, een eerste beweging, een uit zichzelven rollend rad, een schepper moet gij scheppen. Huwelijk: zo heet ik de wil van twee, het ene te scheppen, dat meer is, dan die het schiepen.

Alle oorlogen en alle revoluties zijn goed, niet op zichzelf, want niets is minder te wensen, dan de heerschappij van de massa, maar omdat in tijden van omwenteling en strijd, de olie boven komt drijven, latente krachten loskomen, grote persoonlijkheden gelegenheid vinden zich hun weg te banen.

Uit de wanorde van de Franse revolutie trad Napoleon te voorschijn, deze "synthese van onmens en oppermens", ook macht-mensen als Cesare Borgia, oppermenselijk eveneens in al hun onmenselijkheid, waren slechts mogelijk in een tijd van chronische omwenteling, zoals de Italiaanse renaissanceperiode die kende.

De wil tot macht, ziedaar wat de oppermens kenmerkt, die niet vraagt naar goed en kwaad, zich niet bekommert om lust of leed, die leeft met al zijn krachten, al zijn vermogens, die leeft en alles in dienst van dit ene - alles vertegenwoordigende - leven stelt.