|
NIETZSCHE: DE ANTICHRIST
EIGENWAAN DER UITVERKORENEN 'Oordeelt niet!' Zeggen zij, maar ze
sturen alles naar de hel wat voor hun voeten komt. Door God te laten oordelen, oordelen
zij zelf; door God te verheerlijken, verheerlijken zij zichzelf; door de deugden verplicht
te stellen waartoe zij toevallig in staat zijn - sterker nog, die zij nodig hebben om zich
staande te houden - eigenen zij zich de grootste schijn toe van een worsteling om de
deugd, een strijd voor de heerschappij der deugd. 'Wij leven, wij sterven, wij offeren ons op voor het goede' (-'de waarheid', 'het licht', het 'rijk Gods'): In werkelijkheid doen zij wat zij niet laten kunnen. Terwijl zij in de trant der druiloren
er tussenuit knijpen, in donkere hoekjes kruipen en in de schaduwen hun schimmig bestaan
leiden, maken zij daar een plicht van: hun leven van deemoed wordt in hun ogen een
plicht, als deemoed is het een bewijs te meer van vroomheid... Ach, wat een deemoedig, kuis,
barmhartig soort leugenachtigheid!
De deugd zelve moge voor ons
getuigenis afleggen... De evangeliën kunnen het best
gelezen worden als boeken die verleiden door middels van moraal: deze kleine luiden
leggen beslag op de moraal - zij weten hoe het met de moraal gesteld is! De moraal is het beste middel om de mensheid bij de neus te nemen! De realiteit is dat hier de meest bewuste eigenwaan der uitverkorenen de rol speelt van bescheidenheid: men heeft zich zelf, de 'gemeente', de 'goeden en gerechtigden' eens en voor altijd een plaats gegeven aan de ene kant, die van de 'waarheid' - en de rest, de 'wereld', aan de andere... Dat was de meest fatale grootheidswaan die tot dusver op aarde bestaan heeft: nietige misgeboorten, kniesoren en leugenaars, zijn begonnen zich de begrippen 'god', 'waarheid', 'licht', 'geest', 'liefde', 'wijsheid', en 'leven' toe te eigenen, als synoniemen als het ware voor zichzelf, om zodoende de wereld op een afstand te houden; nietige joden in de overtreffende trap, rijp voor alle mogelijke gekkenhuizen, hebben alle waarden zonder uitzondering in hun eigen voordeel omgedraaid, alsof pas de 'christen' de zin, het zout, de maatstaf en zelfs het laatste oordeel van heel de rest vertegenwoordigde...
Heel deze fatale ontwikkeling werd
slechts mogelijk gemaakt doordat er reeds een verwante, in ras soort grootheidswaan op de
wereld voorhanden was, de joodse: zodra de kloof tussen joden en joodse christenen
eenmaal was gevallen hadden laatstgenoemden geen andere keus dan dezelfde procedures van
zelfbehoud waartoe het joodse instinct adviseerde aan te wenden tegen de joden
zelf, terwijl de joden ze voorheen uitsluitend aangewend hadden tegen alles wat niet
joods was. De christen is niet meer een jood van 'vrijere' confessie.
|