|
![]() HET PSYCHOLOGISCH TYPE VAN DE VERLOSSER Wat voor mij van belang is, is
het psychologische type van de verlosser. Dit zou immers in de
evangeliën bewaard gebleven kunnen zijn ondanks de evangeliën, hoezeer ook verminkt of
met vreemde trekjes opgezadeld - zoals dat van Franciscus van Assisi in de legende over
hem behouden is ondanks die legenden. Niet
de waarheid over wat hij gedaan heeft of hoe hij eigenlijk gestorven is; maar de vraag of
zijn type hoe dan ook nog voorstelbaar is, of dat 'overgeleverd' is... De pogingen die mij bekend zijn, om
uit de evangeliën zelfs de geschiedenis van een 'ziel' te lezen, lijken mij blijk
te geven van en afschuwelijke psychologische lichtvaardigheid. De heer Renan, deze malloot in
psychologicis, heeft de twee onbehoorlijkste begrippen aangesleept voor zijn
verklaring van het type Jezus die maar denkbaar zijn: het begrip genie en het
begrip held.
Juist de tegenstelling tot iedere vorm van strijd, van ieder besef van een conflictsituatie is hier tot instinct geworden: het onvermogen tot verzet wordt hier tot moraal verheven ('biedt geen weerstand aan de boze!'. De meest diepzinnige uitspraak van de
evangeliën, in zekere zin de sleutel tot het geheel, deze zaligheid wordt synoniem met
vrede, met zachtmoedigheid, met de onmacht tot vijandschap. Wat betekent 'blijde boodschap'? Het ware leven, het eeuwig leven is
terecht, - het wordt niet in het vooruitzicht gesteld, het is er al, het is in
jullie: en wel als leven in de liefde, in de liefde zonder korting of voorbehoud,
zonder distantie. Iedereen is het kind Gods - Jezus wil
trouwens nooit iets voor zich zelf reserveren -, en als kind Gods is iedereen gelijk aan
iedereen... En dan van Jezus een held
maken! - En het woord 'genie' welk een
afgrondelijk misverstand!
Gezien met de strengheid van de
fysioloog zou een heel ander woord hier nog eerder op zijn plaats zijn: het woord idioot. Ons in een toestand bekend van
ziekelijk prikkelbaarheid van de tastzin, die in zo'n geval voor iedere aanraking
met, voor ieder vastgrijpen van een vast voorwerp terugschrikt. Vertaal een degelijke fysiologische habitus
in absolute termen - instinctieve haat tegen iedere realiteit, vlucht in het
'onvatbare', het 'onbegrijpelijke', afkeer van elke formule, elk begrip van tijd en
ruimte, van alles wat maar met vastigheid, zede, institutie en kerk te maken heeft, -
thuishoren in een wereld die geen enkel raakpunt meer heeft met de realiteit, die alleen
nog maar 'innerlijk' is, alleen nog maar 'waar', alleen nog maar 'eeuwig'... Het rijk Gods is in jullie'... De instinctieve haat tegen de
realiteit: gevolg van een
extreme vatbaarheid voor pijn en prikkels, die helemaal niet meer 'aangeraakt' wil worden,
omdat zij elke aanraking te diep ondergaat.
Dit zijn de beide fysiologische
realiteiten waarop, waaruit de verlossingsleer is opgebouwd. Ik noem dit een sublieme uitwerking
van het hedonisme op door en door morbide grondslag. Het naast hieraan verwant, zij het
ook met een grote dosis Griekse vitaliteit en zenuwkracht eraan toegevoegd, blijft het
epicurisme, de verlossingsleer van het heidendom. Epicurus als typische decadent:
door mij het eerste als zodanig herkend. De vrees voor het ongenoegen - die kan gewoon nergens anders op uitdraaien dan op een religie van de liefde ...
|