|
OSHO: HET MOSTERDZAAD
DE TIJD BEWEEGT NIET, JE GEEST BEWEEGT ZICH Denk eens aan de man die opgesloten
zit in een kamer en die alleen maar door het sleutelgat kan kijken: hij kan de hele
buitenwereld niet zien, hij kijkt naar een deel. En stel je nu voor dat hij zijn oog
langs het sleutelgat beweegt: dan komt er een boom in zijn gezichtsveld; hij beweegt zijn
oog, hij ziet een andere boom. De eerste boom is verdwenen; de
eerste is verleden geworden en hij denkt dat hij verdwenen is. De tweede boom is het heden geworden,
en de derde die nog niet verschenen is, is de toekomst. Hij gaat door met het bewegen van
zijn oog: dan verdwijnt de tweede in het verleden en de derde verschijnt, en die man denkt
- en hij denkt logisch: 'dat wat ik niet meer zie, is er niet meer, en dat wat ik nog niet
zie bestaat nog niet. Alleen wat ik zie bestaat.' Dat doen we.
En die man bedenkt niet dat hij zijn
oog langs het sleutelgat beweegt, hij denkt dat de bomen ontstaan en uit het bestaan
verdwijnen. Dat zeggen wij: we zeggen dat de tijd
zich voortbeweegt. Maar de tijd beweegt niet, alleen je
geest beweegt zich. Waar kan de tijd zich heen bewegen? Heb je daar ooit over nagedacht? Waarheen kan de tijd zich bewegen? Want ook beweging vraagt weer tijd:
als je tijd zich beweegt, is er weer tijd nodig, omdat beweging tijd vraagt. Je gaat van jouw huis naar dit huis,
dat neemt je een half uur. Je gaat van de ene plaats naar de
andere, daarvoor is tijd nodig. Als je tijd beweegt, zoals we denken
dat tijd beweegt - als een rivier, vloeiend naar het verleden, komend van de toekomst -
dan is er een andere tijd nodig waarin de tijd zich voortbeweegt. Dan verval je in een eindeloze reeks:
dan zou die ander tijd zich bewegen in weer een andere tijd. Nee, zo kan het niet zijn. De tijd
beweegt zich niet. Eerder is het tegendeel het geval, je
geest beweegt zich, maar dat zie je niet. Het is precies als wanneer je in een
rijdende trein zit, als de trein hard rijdt zie je de bomen bewegen, snel bewegen: jij
beweegt je in tegenovergestelde richting. Als je niet goed kunt kijken en niet
goed kunt waarnemen, kun je het gevoel krijgen dat de bomen bewegen, en soms gebeurt het
dat je in een trein zit op het perron en dat jouw trein begint te rijden en dat er nog een
andere trein op het perron staat, en plotseling denk je dat die andere trein rijdt. Miljoenen jaren leefden er al mensen
op de aarde. De aarde beweegt maar niemand werd
het zich gewaar: iedereen dacht dat de zon bewoog. Zelfs nu nog, nu de wetenschap zegt
dat de aarde beweegt, verandert het taalgebruik niet: we praten over 'opkomst van de zon',
'zonsondergang'. De zon komt nooit op, de zon gaat
nooit onder, maar we denken nog steeds dat hij dat wel doet. Ook een wetenschapper denkt op die
manier. Hij kent de feiten, maar de gedachte
is zo diepgeworteld dat hij er nooit aan denkt dat de aarde zich beweegt. 'Opkomst van de aarde', 'aardse
ondergang' - nee, die woorden bestaan niet; nog steeds beweegt de zon zich om de aarde. Hetzelfde misverstand bestaat er over
de tijd. De tijd beweegt zich niet, hij is
eeuwig.
Alleen je geest beweegt zich, en
terwijl die beweegt, zit je voor een nauwe spleet; wat ervoor verschijnt is het heden, wat
weer verdwijnt is het verleden, en wat er nog niet voor zit is de toekomst. Maar waarheen kan het heden zich
bewegen? Als je erover nadenkt is de hele zaak
belachelijk. Hoe zou het heden plotseling in het
niets kunnen verdwijnen? Hoe zou het bestaan, niet-bestaan
kunnen worden? Je kunt het verleden nergens
terugvinden, het is niet-bestaan geworden. En hoe zou de toekomst, die
niet-bestaan is, kunnen ontstaan? Het is absoluut absurd. Bestaan blijft bestaan, niet-bestaan
blijft niet-bestaan, alleen je geest beweegt zich. Jij kunt het geheel niet zien, en
daarom wordt de verdeling geschapen. Jezus leeft in het geheel. Daarom zegt hij: 'wat jullie
verwacht, is er al, maar jullie weten het niet. En het is er niet alleen, wat je
verwacht is er altijd al geweest.' Daarom zegt Jezus op een ander moment: 'voordat Abraham
er was, ben ik. Ik ben er altijd geweest.' Je verstand zegt dat Jezus in de
toekomst zal komen. Datzelfde verstand verloochende
Jezus, omdat het dat verstand niet mogelijk is enig contact te hebben met het heden. En daarom zeggen de joden: 'dit is de
mens niet waarop wij wachten.' En nooit zal er iemand de juiste mens
zijn. Wie er ook komt, het is altijd de
verkeerde, omdat het niet om de mens gaat, of het goede of niet de goede is, het gaat om
het verstand dat in de toekomst leeft, dat investeert in de toekomst. En als Jezus is gekomen, is er geen
toekomst meer - dan verdwijnen al je dromen. Jezus wordt de vernietiger van je
dromen, en je hebt daar zo veel in geïnvesteerd dat het heel moeilijk maakt, heel
moeilijk. Je hebt zoveel in de toekomst
geïnvesteerd, dat je dromen oneindig waardevol zijn geworden.
Ze schenken een evenwicht tegenover
het verleden, ze motiveren je voort te gaan en te handelen, ze helpen je voort te rennen. In feite helpen ze je ego er te zijn. Het is heel moeilijk ze los te laten. Altijd wanneer een Jezus komt, zegt
hij: 'ik ben hier.' En jij zult zeggen: 'nee dat is de
verkeerde.' De juiste komt nooit, niet omdat hij
nooit komt, maar omdat jij hem niet toestaat de juiste te zijn. Als je een keer toegeeft dat Jezus,
Christus is, dan moet je ogenblikkelijk veranderen. Je kunt het oude patroon niet blijven
volgen, je oude levensstijl moet je verwerpen. Je moet sterven en opnieuw geboren worden
|