|
OSHO: HET MOSTERDZAAD
HOOP SCHEPT DE MOGELIJKHEID TOT WACHTEN 'Zijn discipelen zeiden tot hem:
wanneer zullen de doden rusten, en wanneer zal de nieuwe wereld er komen?' De joden wachten al eeuwenlang op de
dag waarop de doden zullen worden opgewekt, op de dag waarop een nieuwe wereldorde van
vrede, zegen, een goddelijke orde geboren zal worden. Deze wereld is afschuwelijk; zoals
die is, lijkt hij op een nachtmerrie. En de enige manier om het te kunnen
verdragen, is de hoop dat het eens niet meer zou zijn, dat de nachtmerrie voorbij zal
zijn; dat op een dag deze afschuwelijke wereld zal verdwijnen en een nieuwe wereld van
schoonheid, waarheid en goedheid geboren zal worden.
Dat is een handigheid van het
verstand: het werkt vergiftigend, het geeft hoop, en hoop is de sterkste alcoholhoudende
drank die er bestaat - niets valt er mee te vergelijken. Als je kunt hopen, kun je voor altijd
dronken blijven. Hoop schept de mogelijkheid tot
wachten: 'deze wereld is niet de uiteindelijke, deze afschuwelijkheid is niet het laatste,
dit leven is het werkelijke leven niet. Het werkelijke leven moet nog komen.' Dat zal een niet-religieus mens
denken. Iemand die religieus is, aanvaardt
alles wat er komt, hij wacht niet op iets anders dat gebeuren zal; hij aanvaardt de
wereld, het leven zoals ze is. Diep in zich aanvaardt hij: hij is er
zelfs dankbaar voor, hij klaagt niet. Hij zegt niet: 'dit is afschuwelijk
en dat is slecht en dat is een nachtmerrie.' Hij zegt: 'wat het ook moge zijn, het is prachtig. Ik aanvaard het.' En juist door deze aanvaarding
wordt hij geboren, hij wordt een nieuw mens, en voor hem is er een nieuwe wereld. Dat is de manier om de nieuwe wereld
te bereiken. Als je alleen maar wacht, in de hoop
dat deze wereld op een dag eens zal veranderen, verandert hij nooit - hij is altijd zo
geweest. Sedert Adam en Eva het paradijs verlaten hebben, is het zo gebleven. In China bestaat het volgende
gezegde: 'vooruitgang' is het oudste woord.' Het menselijk verstand heeft altijd
gedacht dat we vooruitgingen. We gaan nergens heen, de
wereld is hetzelfde gebleven. Het kan zijn dat er kleinigheden
veranderen, maar in hoofdzaak blijft alles hetzelfde; het is steeds weer een wiel en het
loopt in hetzelfde spoor. Een religieus mens is iemand die dit
moment aanvaardt - wat er ook gebeurt - en door die aanvaarding wordt hij opnieuw geboren,
de dode wordt opgewekt. Dat is de wedergeboorte. En als je ogen veranderen, verandert
de hele wereld, want de wereld is het niet waar het om gaat, het gaat om de manier waarop
je naar de wereld kijkt. Het gaat om de manier waarop je er
naar kijkt, de manier waarop je hem benadert - je houding is je wereld. De wereld is neutraal: voor een
Boeddha lijkt hij mohscha, de uiteindelijke schoonheid en extase; voor jou lijkt
het een hel, de uiteindelijke, de zevende - niets kan er erger zijn dan dit. Het hangt er van af hoe je er naar
kijkt. Als jij herboren wordt, wordt
alles met jou herboren: de bomen zijn hetzelfde, en toch zijn ze anders - want jij bent
veranderd. Jij vormt het centrum van de wereld
en als het centrum verandert, dan moet de buitenrand wel mee veranderen, want de
wereld is slechts een schaduw om je heen. Als jij verandert, verandert de
schaduw. En zij die wachten en denken dat op
een goede dag de schaduw zal veranderen, zijn dwazen. De joden wachtten, zoals iedereen, op
de dag dat je herboren zou worden en de doden zouden worden opgewekt; er zou vrede
heersen, eeuwige vrede, en leven. En daarom vroegen ze Jezus: 'wanneer
zullen de doden rusten en wanneer zal de nieuwe wereld er komen?' Ze vroegen naar de toekomst, en op die manier loop je Jezus mis. Vraag een Jezus niet naar de
toekomst, want voor een Jezus is er geen toekomst - de hele eeuwigheid bestaat voor hem in
het heden. Voor een Jezus bestaat er geen hoop,
want hoop is een droom. Voor Jezus bestaat er niets dan de
waarheid, geen hoop.
Hoop is misleiding, hoop vergiftigt
je; het geeft je ogen zo'n dronkenschap, dat je door die dronkenschap naar de wereld kijkt
en alles is anders. Voor Jezus bestaat slechts de
waarheid, de feitelijkheid ervan - zuiver naakt bestaan - bedenk dat goed, wanhoop maakt
geen deel uit van de hoop. Als je hoopt voor de toekomst, volgt de wanhoop in het verleden. Wanhoop is de schaduw van de hoop: als je hoopt word je gefrustreerd. Hoe meer je hoopt, hoe meer je
gefrustreerd zult worden, want hoop schept een droom en dan wordt hij niet vervuld. Jezus wanhoopt niet, Jezus is niet
gefrustreerd. Hij hoopt nooit, dus alles is
vervulling; hij verwacht niets, dus alles is als het moet zijn; hij droomt nooit, dus er
is geen mislukking. Niets kan je teleurstellen, als je
niet op succes uit bent, en niets kan je frustreren, als je blik niet op de toekomst is
gericht. Nee. Er bestaat geen ellende, als je niet
droomt. Dromen brengen ellende, het bestaan
is pure extase. Jezus leeft hier en nu, dat is het
enige bestaan voor hem. En daarom zeg ik dat het heel
moeilijk voor je is Jezus te ontmoeten, omdat jij altijd in de toekomst leeft en hij is
altijd hier en nu. Hoe kun je hem ontmoeten? De afstand is heel groot! Er
zijn twee manieren. De ene is, dat Jezus zou gaan dromen,
net als jij - en dat is onmogelijk, omdat je niet welbewust kunt dromen. Welbewust is het niet mogelijk te
dromen, omdat de droom niet kan komen als je bewust bent. De droom komt alleen maar als je vast
in slaap bent. Daarom kan Jezus niet op jouw niveau
komen, dat is onmogelijk. Hoe hij het ook probeert, het kan
niet. Hij zou het wel willen, een Boeddha
zou wel willen komen waar jij bent om je te ontmoeten, maar dat is wezenlijk onmogelijk
omdat hij niet in slaap kan vallen, hij kan niet onbewust worden, hij kan niet gaan
dromen, hij kan niet hopen. Waar moet je hem dan ontmoeten? Als hij zich in de droom, in de
toekomst begeeft, kan er geen ontmoeting plaatsvinden. Maar dat is onmogelijk. De enige mogelijkheid is dat hij je
wakker schudt. En daarom zegt Jezus steeds tegen
zijn leerlingen: 'word wakker, wees alert! Waak, kijk, zie.' Hij zegt voortdurend: 'wees
opmerkzaam, heb tegenwoordigheid van geest hier en nu.' Maar zelfs de discipelen stellen hem
vragen over de toekomst. Ze kijken niet naar Jezus, ze denken
aan de toekomst omdat ze in het verleden geleden hebben.
Dat is de balans: ze zullen gezegend
zijn in de toekomst. Dat is de balans van hun leven,
anders worden ze gek. 'Hij zei tot hen: wat jullie
verwacht, is er al, maar jullie weten het niet.' 'Wat jullie verwacht is er al: de
doden zijn opgestaan, ze hebben de rust bereikt. De nieuwe wereld is er, is hier al,
maar jullie weten het niet'. Jezus spreekt over zichzelf: 'ik ben
de nieuwe wereld, ik ben de doden die zijn opgestaan, ik ben het leven, het centrum zelf
van het leven - en ik ben hier, ik sta hier voor jullie, en jullie weten het niet. Jullie
stellen vragen over de toekomst en de toekomst is hier.'
Hij zei tot hen: 'wat jullie
verwacht, is er al, maar jullie weten het niet.' In de eeuwigheid bestaat geen
toekomst. De toekomst maakt deel uit van het
heden, maar door onze engheid van geest, kunnen we het geheel niet zien. We zijn als iemand die in een kamer
is opgesloten en die door het sleutelgat kijkt: hij kan het geheel niet zien - tenzij je
hasj hebt gebruikt. Anders kun je door het sleutelgat het geheel niet zien.
|